26-2/27-2 A2G/A2E

Welkom bij de les Nederlands!
  • Telefoons in de tas
  • Nog geen spullen pakken!
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de les Nederlands!
  • Telefoons in de tas
  • Nog geen spullen pakken!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Reflecteren toets Grammatica/Spelling
  • Lezen hoofdstuk 5: check
  • Aan de slag!
  • Bonus: Vastelaovesquiz!

Slide 2 - Tekstslide

Reflectie toets
  • Alles van tafel --> alleen pen nodig!
  • Vul het reflectieformulier in.
  • Klaar? Lever de opdrachten weer in en stop je gemaakte werk en het reflectieformulier in je portfolio.

Slide 3 - Tekstslide

Planning
  • Morgen:

Inleveren nieuwsartikel --> alleen eigen deel!

  • Week 11 (woensdag 13 maart, na carnavalsvakantie):

Inleveren schrijfproduct 4: Folder

  • Week 12 (18 maart - 22 maart): 

Deel 2 leesvaardigheid (H 3, 4, 5) Toetsmoment 1)

  • Week 14 (Toetsweek):

Schrijftoets

  • Week 15 ( 8-12 april):

Inleveren leesdossier 2

Slide 4 - Tekstslide

  • Pak je telefoon

Vul de antwoorden voor jezelf in. Dit doen we dus in stilte!

Slide 5 - Tekstslide

Check: Lezen hoofdstuk 5

Slide 6 - Tekstslide

Doel
  • Je weet welke soorten samenvattingen er zijn;
  • Je weet welke tekststructuren er zijn en kunt ze herkennen;
  • Je kunt de belangrijkste informatie uit een tekst halen die nodig is voor een samenvatting.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten samenvattingen

Slide 8 - Tekstslide

Welke drie soorten samenvattingen zijn er?

Slide 9 - Open vraag

Beknopte samenvatting

Slide 10 - Woordweb

Beknopte samenvatting
- Kort maar krachtig

- Stel jezelf vragen, gebruik:
  Wie/Wat/Waar/Welke/Waarom/Hoe

- Gebruik de structuur van de tekst

Slide 11 - Tekstslide

Welke structuren zijn er?
-Verklaringsstructuur = verklaring(uitleg) van een verschijnsel.
-Voor- en nadelenstructuur= probleem met voor- en nadelen.
-Probleem-oplossingsstructuur= probleem met oorzaken en oplossing.
-Geen vaste structuur= tekst zonder duidelijke structuur.

Slide 12 - Tekstslide

Herkennen van structuur
- Lees titel, tussenkopjes, inleiding en slot
- Wordt er een verschijnsel (b.v. aardbevingen) behandeld?
- Worden er voor- of nadelen van iets gegeven?
- Staat het woord "oorzaken" in de tekst?
- Lees je ergens het woord "oplossing"?

Slide 13 - Tekstslide

Een tekst waarin wordt uitgelegd hoe het broeikaseffect is ontstaan, is een ....
A
Tekst met verklaringsstructuur
B
Tekst met voor- en nadelenstructuur
C
Tekst met probleem- oplossingsstructuur

Slide 14 - Quizvraag

Een tekst waarin wordt uitgelegd wat wel/niet goed is aan een nieuw afslankdieet, is een ....
A
Tekst met verklaringsstructuur
B
Tekst met voor- en nadelenstructuur
C
Tekst met probleem- oplossingsstructuur

Slide 15 - Quizvraag

Een tekst waarin wordt verteld wat de oorzaken/ gevolgen zijn van geweld tegen dienstverleners, en hoe dit kan worden verminderd, is een ....
A
Tekst met verklaringsstructuur
B
Tekst met voor- en nadelenstructuur
C
Tekst met probleem- oplossingsstructuur

Slide 16 - Quizvraag

Conclusie-
argumentensamenvatting

Slide 17 - Woordweb

Conclusie-argumentensamenvatting
- Hoort bij een betoog.

- Je begint met de conclusie! Meestal slot.

- Je formuleert de argumenten beknopt en zet ze onder de conclusie.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Schematische samenvatting

Slide 20 - Woordweb

Schematische samenvatting

- Stel hoofdzaken vast: onderwerp, deelonderwerpen
- Vat samen in steekwoorden
- Noteer steekwoorden overzichtelijk
- Geef de verbanden tussen onderdelen aan met tekens
- Zet opsommingen onder elkaar

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld schematische samenvatting

- Stel hoofdzaken vast: onderwerp, deelonderwerpen (alinea's)
- Vat samen in steekwoorden
- Noteer steekwoorden overzichtelijk
- Gebruik afkortingen, pijltjes, symbolen
- Zet opsommingen onder elkaar

Slide 22 - Tekstslide

TO DO

Leesvaardigheid:

  • Ga verder met leesvaardigheid hoofdstuk 4 & 5.

Schrijfvaardigheid:

  • Het nieuwsartikel --> eigen deel vandaag inleveren.
Spelling:
  • Jullie krijgen een nieuw overzicht.


Slide 23 - Tekstslide

Bonus: Vastelaovesquiz!

Slide 24 - Tekstslide

Spelregels
  • Maak groepen van 4 of 5. Schuif de tafels in groepjes.
  • Alle spullen gaan in de tas, alleen pen op tafel.
  • Zometeen krijgen jullie 4 vragen.
  • Schrijf het antwoord op een vel en steek dit in de lucht als de tijd om is.

De groep met de meeste punten wint!

Slide 25 - Tekstslide

Maar eerst!
  • Verzin een groepsnaam die verband houdt met de Vastelaovend!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Opdracht 1
  • Hoe heet deze groep?
  • Wat hebben ze gewonnen?

  • Wat is hier de bijzin en wat voor soort bijzin is het?
Es de diëtiste beltj en dich in de kroeg verteldj,
Det dien aafslanksjema mit de vastelaovesdaag auch geldtj

Slide 28 - Tekstslide

Antwoorden Opdracht 1
  • Hoe heet deze groep? --> Hoondervel
  • Wat hebben ze gewonnen? --> het LVK

  • Wat is hier de bijzin en wat voor soort bijzin is het?
Es de diëtiste beltj en dich in de kroeg verteldj
Det dien aafslanksjema mit de vastelaovesdaag auch geldtj

Bijwoordelijke bijzin
De onderste zin is de ondergeschikte! De andere twee zijn nevenschikkend.

Slide 29 - Tekstslide

Waar in ’t bronsgroen eikenhout, ’t nachtegaaltje zingt.
Over 't malse korenveld, ’t lied des leeuweriks klinkt.
Waar de hoorn des herders schalt, langs der beekjes boord.
Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord!

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 2
  • Wat heb je zojuist gelezen?

  • Schrijf je deze woorden met of zonder tussen -(e)n?
Eike....hout
Kore.....veld
Nachte...gaal
Leeuwe....rik
Schrijf ze goed op!

Slide 31 - Tekstslide

Antwoorden Opdracht 2
  • Wat heb je zojuist gelezen? --> Limburgs volkslied

  • Schrijf je deze woorden met of zonder tussen -(e)n?
Eikenhout (eerste deel alleen meervoud -en)
Korenveld (eerste deel alleen meervoud -en)
Nachtegaal (geen samenstelling)
Leeuwerik (geen samenstelling)
Schrijf ze goed op!

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Opdracht 3
  • In welke schitterend mooie plaats van Limburg wonen Bjorn en Mieke?
  • Maak af:
'Duuzend sterren baovenan, dòr bin ik d'r ieëne van, 
..............................................................................................'

  • Wat is het gezegde in deze zin en wat voor soort gezegde is het?
'Duuzend sterren baovenan, dòr bin ik d'r ieëne van'

Slide 34 - Tekstslide

Antwoorden Opdracht 3
  • In welke schitterend mooie plaats van Limburg wonen Bjorn en Mieke?
Venray!
  • Maak af:
'1000 sterre baovenán, 
daor bin ik ’r ieëne van, 
Lách nor baove, laot ze straole van geluk.'

Slide 35 - Tekstslide

Antwoorden Opdracht 3
  • Wat is het gezegde in deze zin en wat voor soort gezegde is het?
'Duuzend sterren baovenan, daor bin ik ’r ieëne van'

Naamwoordelijk gezegde: bin ieëne (daorvan)

Samengestelde zin, ondergeschikt. 
Hoofdzin: daor bin ik 'r ieëne van.
PV: bin
Onderwerp: ik
'Ben' is koppelwerkwoord: onderwerp is iets --> wie of wat bin ik?  ieëne (daorvan). 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Opdracht 4
  • Wat is de achternaam van zowel de zangeres als de zanger?

  • Hoe noem je de rijm die terugkomt in het refrein?
As weej alles gaeve 
Same laeve 
Is ut um ut aeve 
Mit wie weej dit belaeve

Slide 38 - Tekstslide

Antwoorden Opdracht 4
  • Wat is de achternaam van zowel de zangeres als de zanger?
Koonings
  • Hoe noem je de rijm die terugkomt in het refrein?
As weej alles gaeve 
Same laeve

Is ut um ut aeve 
Mit wie weej dit belaeve


--> Dit is volrijm

Slide 39 - Tekstslide

En de winnaar is......
Met natuurlijk een fantastische Vastelaovesprijs!

Tip: versier jezelf of een ander hiermee!

Slide 40 - Tekstslide

Fijne vakantie & fijne Vastelaovend!

Slide 41 - Tekstslide