Les 2 Biomoleculen 2

• Biologie
• MBO
• Studiejaar 1

Biomoleculen

Vandaag

Introductie

Planning

opdracht

Biomoleculen

• Koolhydraten
• Eiwitten
• Aminozuren
• Denaturatie
  

Deze periode

Boek: Biologie voor het MLO

H5 en deel H6

Afsluiting:

- Toets --> zie planning vakkanschema periode 2

opdracht (15 minuten)

Maken vragen

1, 2, 3, 4 

Wat is de algemene naam van een bouwsteen van een biomolecuul

Hoe heet de monomeer van een koolhydraat

1. glucose
2. fructose
3. aminozuur
4. monosacharide

Wat is de grootste functie van koolhydraten?

1. transport
2. brandstof
3. regulatie
4. genetisch materiaal

Uit welke 3 elementen bestaan koolhydraten

Eiwitten

Hoe heet het proces dat de ruimtelijke structuur van een eiwit kapot gaat?

Aminozuren

Er zijn 28 verschillende aminozuren (dus 28 restgroepen)

• 22 aminozuren worden gebruikt door de mens

• 12 aminozuren kunnen door de mens worden gemaakt

• 10 aminozuren moeten via voedsel worden opgenomen.

           Deze aminozuren worden essentiele aminozuren genoemd

invloed pH op aminozuur

pH <7

pH 7

pH >7

Eiwitten proteïnen

Vorming van dipeptide

• Koppeling van twee aminozuren
  
• Afsplitsen van H₂O (=condensatie) → (OH van carboxylgroep en H van aminogroep)
  

H₂O

In het kort

Aminozuur: monomeer van een eiwit
Eiwit is een polymeer
Binding tussen aminozuren: peptidebindingen

Denaturatie

Structuur van een eiwit is belangrijk; gaat deze kapot werkt eiwit niet meer. (denaturatie)

• Ruimtelijke structuur gaat stuk
• Dit is irreversibel/ onomkeerbaar
• Functie gaat verloren
• Temperatuur
• pH
• Zoutconcentratie

Welke stof is verantwoordelijk voor de tertiaire structuur van een eiwit?

1. waterstof
2. koolstof
3. fosfaat
4. zwavel

Welke type eiwitstructuur zie je hiernaast?

1. Primaire structuur
2. Secundaire structuur
3. Tertiaire structuur
4. Quarternaire structuur

Eiwitten zijn...

1. Organisch
2. Anorganisch

De bouwstenen van eiwitten zijn...

1. nucleotiden
2. stikstofbasen
3. aminozuren
4. ribosomen

Maak de juiste combinaties door te slepen

Een verbinding tussen 2 aminozuren

eiwit opgebouwd uit aminozuren

Bouwsteen van een DNA of RNA molecuul

Disacharide

Peptide-binding

Nucleotide

Lactose

Enzym

Welke aminozuren kun je niet zelf maken uit andere aminozuren

1. Essentiële aminozuren
2. niet- essentiële aminozuren