H6 Woordenschat - woordbetekenissen vinden

timer
5:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een achtervoegsel?
A
Een synoniem van een woord
B
Een toevoeging aan het einde van een woord
C
Een verandering in de spelling van een woord
D
Een toevoeging aan het begin van een woord

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een voorvoegsel?
A
Een woord dat alleen aan het begin van een zin voorkomt
B
Een woorddeel dat voor een ander woorddeel staat
C
Een woord dat alleen in vragen voorkomt
D
Een woorddeel dat achter een ander woorddeel staat

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het doel van een voorvoegsel?
A
Het zorgt dat het kernwoord meervoud wordt
B
Het geeft extra betekenis aan het kernwoord
C
Het verandert de spelling van het kernwoord
D
Het maakt het kernwoord langer

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een samenstelling?
A
Een zin.
B
Een woord dat uit slechts twee letters bestaat.
C
Een enkel woord.
D
Een woord dat bestaat uit meerdere woorden.

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord in deze zin is een samenstelling? De boekenkast staat vol met boeken.
A
Boeken
B
Staat
C
Vol
D
Boekenkast

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord in deze zin is géén samenstelling? Ik ga vanmiddag voetballen met mijn vrienden.
A
Voetballen
B
Vanmiddag
C
Vrienden
D
Ga

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag 
Blz. 165
H6 Woordbetekenissen vinden

Opdracht 1 t/m 6.
Of kies van je planner.
Wel aan de slag.
- Let op jezelf.
- Gericht op je werk.
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Hoe worden synoniemen ook wel genoemd?
A
Woorden met een gelijke betekenis.
B
Woorden met een tegenovergestelde betekenis.
C
Woorden uit dezelfde taal.
D
Woorden met een verschillende betekenis.

Slide 10 - Quizvraag

Welke van de volgende is een synoniem voor het woord 'mooi'?
A
Prachtig
B
Lelijk
C
Simpel
D
Schoon

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling?
A
Twee woorden met een tegengestelde betekenis.
B
Twee woorden met dezelfde betekenis.
C
Een verschil tussen twee tegenovergestelde zaken.
D
Een overeenkomst tussen twee dingen.

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is een tegenstelling van 'warm'?
A
Lauw
B
Heet
C
Koud
D
Brandend

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van 'boven'?
A
Voor
B
Onder
C
Buiten
D
Binnen

Slide 14 - Quizvraag

Evaluatie
- Wat ging makkelijk?

- Waar moeten we nog meer aandacht aan besteden in de lessen?

SO's, proefwerk in Magister.

Slide 15 - Tekstslide