Woordenschat herhaling H1 tm6

Herhaling H1 tm6 woordenschat
Vandaag: 

- Lezen
- herhalingsopdrachten  H1 tm 6 


 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H1 tm6 woordenschat
Vandaag: 

- Lezen
- herhalingsopdrachten  H1 tm 6 


 

Slide 1 - Tekstslide

H1 Woordbetekenissen zoeken
  • Synoniem
  • Omschrijving
  • Voorbeeld
  • Tegenstelling
  • Bekend woorddeel

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een synoniem?
A
Bril-vergrootglas
B
Kaal-haarloos
C
Trui- t-shirt
D
Hal-garage

Slide 4 - Quizvraag

Tegenstellingen
Wat zijn dit?
A
Woorden met een tegenovergestelde betekenis.
B
Meningen die iets tegenspreken.
C
Woorden die hetzelfde of bijna hetzelfde betekenen.
D
De, het & een.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling?
A
Warm en heet
B
Warm en koud
C
Politie en agent

Slide 6 - Quizvraag

 H2 Figuurlijk taalgebruik

Slide 7 - Tekstslide

H3 Vaste vergelijkingen/ spreekwoorden
Een vaste vergelijking heeft meestal de vorm: 'Zo... als...'

Een vergelijking is ALTIJD figuurlijk bedoeld:
- Jasper is zo sterk als een beer 

(Jasper kan natuurlijk nooit ECHT zo sterk zijn als een beer)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Spreekwoorden hebben een...
A
letterlijke betekenis
B
figuurlijke betekenis

Slide 10 - Quizvraag

Welk spreekwoord zie je hier?
A
Onder de grond kijken.
B
Je kop in het zand steken.
C
Zand happen.
D
Het hoofd koel houden.

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent dit spreekwoord?
A
Je kan goed blaffen.
B
je laat je boterham met kaas niet afpakken
C
Je kan goed voor jezelf opkomen.
D
Je houdt van kaas.

Slide 12 - Quizvraag

voorvoegsels en achtervoegsels
Samengesteld woord
Inkoopmedewerker (inkoop - medewerker)
Voorvoegsel
Ongezond (voorvoegsel: -on)
Achtervoegsel
Waardeloos (achtervoegsel: -loos)

Slide 13 - Tekstslide

Woord met voorvoegsel
Woord zonder voorvoegsel
Heropenen
Wangedrag
onrustig
mismaakt 
Klaarmaken
Tekstboek
non-fictie
internationaal

Slide 14 - Sleepvraag

samenstellingen
Woorden die zijn SAMENGESTELD uit twee of meer woorden

                        Astronaut = astron/ nautes
  astron= ster
                    nautes= (zee)vaarder
                         

            

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn samenstellingen?
A
dierentuin/ waterfles
B
computer/ waterfles
C
schermpjes/ beeldscherm
D
salaris/ bankroet

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een samenstelling?
A
avon+tuur = avontuur
B
melk + pak = melkpak
C
honger+ig = hongerig

Slide 17 - Quizvraag

Wat is geen samenstelling?
A
jongensboek
B
stadsschouwburg
C
gewitte
D
apetrots

Slide 18 - Quizvraag

H6 spreekwoorden/ uitdrukkingen



'Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.'

Spreekwoord of uitdrukking?

Spreekwoord
Uitdrukking
Altijd dezelfde woorden en volgorde, algemene wijsheid
Vaste combinatie van woorden, maar de hele zin is veranderbaar

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekent deze uitdrukking?
A
zere voeten hebben
B
iets kapot maken
C
eieren vies vinden
D
zeer voorzichtig handelen

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent deze uitdrukking?
A
rennen als een malle
B
brandweer spelen
C
nieuws snel verspreiden
D
iets warms achterna zitten

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent deze uitdrukking?
A
Naast de kippen zitten.
B
Niets te doen hebben.
C
Vroeg naar bed gaan.
D
Lui zijn.

Slide 22 - Quizvraag

Einde van de herhalingsles 
Maak nu: de extra opdrachten. 
Begin bij H1 en dan 2... etc....
--> 
 extra ( zie rechts online)
in je boek heten ze: brugopdrachten 

Slide 23 - Tekstslide