NN2 Blok 3 H3 Lezen: Samenhang in teksten, les 2

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Mijn telefoon en oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 2 - Tekstslide


Terugblik:

Vorige les hebben we het gehad over signaalwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Welke signaalwoorden ken je?

Slide 4 - Woordweb

Tekst
Jaar 2 H3 Lezen: 
Samenhang in teksten, deel 2

Slide 5 - Tekstslide


Deze les:
  • Nakijken huiswerk
  • Herhaling instructie
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 6 - Tekstslide


Lesdoel:
Ik kan 
opsommingen 
en tegenstellingen 
herkennen
 aan de hand van 
signaalwoorden

Slide 7 - Tekstslide



Instructiefilmpje: 
Samenhang in teksten

Slide 8 - Tekstslide

Samenhang in teksten

Zinnen en alinea’s staan niet zomaar in een tekst. 
Ze staan in een bepaalde volgorde en hebben iets met elkaar te maken. Schrijvers gebruiken vaak signaalwoorden die laten zien wát ze met elkaar te maken hebben.

Bijvoorbeeld:

Als in een tekst in vier stappen wordt uitgelegd hoe je een nieuw abonnement voor je mobiel aanvraagt, gebruikt een schrijver bijvoorbeeld de signaalwoorden 
Eerst ..., Vervolgens ..., Daarna ... en Ten slotte ...

Wil de schrijver duidelijk maken dat een nieuw abonnement een voordeel én een nadeel heeft, dan gebruikt hij bijvoorbeeld maar of echter
Met deze signaalwoorden laat de schrijver zien: let op, hier staat een tegenstelling.

Slide 9 - Tekstslide

Maken opdracht 3 en 4 (67-69)

Slide 10 - Tekstslide

Lees de tekst: Mijn uitgestoken hand naar mensen in nood.
(pag. 69 in je Nederlandse boek en bijgevoegd als bijlage)

Slide 11 - Tekstslide

Lees de titel van tekst 4.

Wie worden bedoeld met mensen in nood, denk je? Leg je antwoord uit met een voorbeeld.

Slide 12 - Open vraag

In de titel staat uitgestoken hand. Wat denk je, is die hand echt uitgestoken of wordt er iets anders bedoeld?
A
echt uitgestoken
B
iets anders

Slide 13 - Quizvraag

Waar denk je dat de tekst over gaat?

Slide 14 - Open vraag

Bekijk tekst 4.

Wat voor een soort tekst is dit?
A
artikel
B
instructie
C
nieuwsbericht
D
studietekst

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekenen deze woorden uit de tekst? 
Verbind de woorden met de juiste betekenis:
gemaakt
iets wat hard nodig is
deskundigen
eerste model dat dient als voorbeeld
echt
feedback
commentaar (al 4)
realiteit (al 4)
prototype (al 4)
behoeftes (al 2)
experts (al 2)
geproduceerd (al 1)

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe kwam Eve op de gedachte om mensen te helpen?

Slide 17 - Open vraag

In alinea 2 staat belangrijke behoeftes. Welke drie voorbeelden worden genoemd?
Noem er 1:
A
eigen plek om te slapen
B
veilige omgeving
C
spullen voor verzorging
D
iets te eten

Slide 18 - Quizvraag

In alinea 2 staat belangrijke behoeftes. Welke drie voorbeelden worden genoemd?
Noem de tweede:
A
eigen plek om te slapen
B
veilige omgeving
C
spullen voor verzorging
D
iets te eten

Slide 19 - Quizvraag

In alinea 2 staat belangrijke behoeftes. Welke drie voorbeelden worden genoemd?
En de derde is:
A
eigen plek om te slapen
B
veilige omgeving
C
spullen voor verzorging
D
iets te eten

Slide 20 - Quizvraag

Waarom vindt Eve karton supermateriaal (al. 3)?
A
Het is goedkoop, licht en vouwbaar tegelijk.
B
Het is goedkoop, licht en stevig tegelijk.
C
Het is goedkoop, mooi en stevig tegelijk.

Slide 21 - Quizvraag

In alinea 3 staan drie voorbeelden waarvoor het uitschuifbare laatje gebruikt kan worden. Aan welk signaalwoord zie je dat de schrijver voorbeelden gaat noemen?
A
omdat
B
want
C
bijvoorbeeld
D
zoals

Slide 22 - Quizvraag

Alinea 4 begint met het signaalwoord Toen. Wat hebben alinea 3 en 4 dus met elkaar te maken?
A
alinea 3 en 4 staan in volgorde van tijd
B
alinea 3 en 4 zijn beide voorbeelden
C
alinea 3 en 4 zijn opsommingen
D
Alinea 3 en 4 hebben eigenlijk niet zoveel met elkaar te maken

Slide 23 - Quizvraag


Toen het prototype er eenmaal was, begon een periode van contacten leggen, reclame maken en geldbronnen aanboren. (al. 4)

Waarom moest er eerst een prototype zijn, denk je?

Slide 24 - Open vraag


Vul een voorbeeld in waaruit blijkt dat Eve veel doet om haar Em-Bed geproduceerd te krijgen.
A
Ze maakt reclame
B
Eve heeft meegedaan aan de Noord-Ierse ontwerpwedstrijd Invent.
C
Eve overlegt veel met hulpinstanties.
D
Ze heeft hard gewerkt

Slide 25 - Quizvraag


‘Daarmee kan ik het ontwerp nog beter maken.’ (al. 4)

Wat heeft Eve nodig om haar ontwerp nog beter te maken voor de mensen in nood?
A
Geld
B
Feedback van zwervers
C
Het commentaar en de deskundigheid van hulpinstanties.
D
Commentaar van mensen in nood

Slide 26 - Quizvraag

Extra oefenen:

Slide 27 - Tekstslide

Lees de tekst: Koptelefoon kopen
(zie de bijlage)

Slide 28 - Tekstslide


Wat voor een soort tekst is dit?
A
artikel op internet
B
beoordeling van een product
C
nieuwsbericht van een krant
D
reclametekst op een website

Slide 29 - Quizvraag

Lees de tekst.

In de tekst staat een opsomming van voorbeelden. Waarvan zijn dit voorbeelden?
A
apparaten waarop een koptelefoon kan worden aangesloten
B
draadloze varianten van koptelefoons
C
goedkope koptelefoons

Slide 30 - Quizvraag

Welke twee zaken vormen een tegenstelling in dit stuk tekst?
A
goedkope koptelefoons - goede koptelefoons
B
gewilde koptelefoons - dure koptelefoons
C
koptelefoon kopen - koptelefoon vergelijken

Slide 31 - Quizvraag


Welk argument geeft de schrijver voor de populariteit van draadloze koptelefoons?
A
Je kunt er vrij mee rondlopen in huis
B
Je kunt ze op veel apparaten aansluiten
C
Ze zijn duur en handig
D
Ze zijn onmisbaar

Slide 32 - Quizvraag

Welke koptelefoon past het beste in de zin?
Kies het juiste antwoord:

De duurste koptelefoon is van ...
A
Sony
B
Sennheiser
C
Phillips

Slide 33 - Quizvraag

Welke koptelefoon past het beste in de zin?
Kies het juiste antwoord:

De koptelefoon met de laagste beoordeling is de ...
A
Sony
B
Sennheiser
C
Phillips

Slide 34 - Quizvraag

Welke koptelefoon past het beste in de zin?
Kies het juiste antwoord:

Het bereik van de ... is minder dan van de andere twee
A
Sony
B
Sennheiser
C
Phillips

Slide 35 - Quizvraag

Welke koptelefoon past het beste in de zin?
Kies het juiste antwoord:

De informatie over de ... is het meest compleet.
A
Sony
B
Sennheiser
C
Phillips

Slide 36 - Quizvraag

Welke koptelefoon past het beste in de zin?
Kies het juiste antwoord:

Als ik een koptelefoon met een open klankkast wil, dan kies ik de ...
A
Sony
B
Sennheiser
C
Phillips

Slide 37 - Quizvraag

Welke koptelefoon past het beste in de zin?
Kies het juiste antwoord:

De koptelefoon met de meeste beoordelingen is de ...
A
Sony
B
Sennheiser
C
Phillips

Slide 38 - Quizvraag


Wat is het doel van de afbeelding in de tabel?
A
De foto's geven meer informatie bij de tekst
B
De foto's zijn bedoeld om de tekst leuker te maken

Slide 39 - Quizvraag

Wat is het doel van de tabel bij deze tekst?
A
de aandacht van de lezer trekken
B
de informatie uit de hele tekst kort weergeven
C
extra informatie geven bij alinea 1

Slide 40 - Quizvraag

Wat betekenen deze woorden uit de tekst? 
Verbind de woorden met de juiste betekenis:
kennis die nodig is om apparaten te laten werken
blijven steken
zit goed in elkaar
vervelend
zit lekker
indruk
zit als gegoten (al 6)
hapering (al 5)
degelijk (al 5)
techniek (al 5)
storender (al 4)
impressie (al 3)

Slide 41 - Sleepvraag

Aan welk signaalwoord herken je de tegenstelling in alinea 1 van de reviews?
A
echter
B
maar
C
want
D
omdat

Slide 42 - Quizvraag

Hoeveel problemen beschrijft Milan?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 43 - Quizvraag

In alinea 4 beschrijft Milan zijn laatste probleem. Aan welk(e) signaalwoord(en) kun je zien dat hij zijn laatste probleem gaat beschrijven?
A
vervolgens
B
daarnaast
C
vooral
D
tot slot

Slide 44 - Quizvraag

Milan vindt het geluid van de koptelefoon tegenvallen. Welk(e) voorbeeld(en) heeft hij NIET bij zijn mening?
A
teveel bas
B
zit niet stevig
C
ruis
D
hoorbare tikken

Slide 45 - Quizvraag

Waarover is Milan wel tevreden?
A
de degelijkheid
B
de prijs
C
de techniek
D
het geluid

Slide 46 - Quizvraag


Welke koptelefoon had Milan volgens Jan beter kunnen kopen?
A
Sony MDR-RF40000K
B
Sennheiser RS 120
C
Phillips SHC8565

Slide 47 - Quizvraag

Wat is het doel van de reviews?
A
amuseren
B
informatie geven
C
iets leren of uitleggen
D
mening geven

Slide 48 - Quizvraag


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 49 - Tekstslide

Huiswerk:

Maken opdracht 
3 en 4 (67-69)

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide