Lezen 3 NN

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

BLOK 3 Lezen

Je leert over samenhang in teksten. 

Wat denk jij? Wat betekent samenhang?

Wat was de juiste volgorde in de tekst?

1. C A D B
2. C D A B
3. C B A D
4. A B C D

We gaan dadelijk lezen

Maar, kijk eerst naar de afbeelding die bij de tekst hoort.

Waar denk je aan bij het zien van deze afbeelding?

Je hebt een afbeelding gezien.
Waar zou de tekst misschien over kunnen gaan?

We lezen ...

Alinea 1

van tekst 2

Dadelijk volgt er een vraag!

Wat is het onderwerp, denk je, van deze tekst?

In alinea 1 staat een tegenstelling. Welke?

1. de volgende dag in huis ↔ risico's online shoppen
2. online shoppen is makkelijk ↔ het gaat soms mis
3. online winkelen ↔ risico's gewoon winkelen

Aan welk signaalwoord herken je die tegenstelling (alinea 1)?

In alinea 1 worden drie risico’s genoemd van online winkelen. Vul er twee in.

We lezen...

alinea 2 

van tekst 2

Wat doe je nadat je gezien hebt dat een webshop een keurmerk vermeldt (al. 2)?

Ga nu naar het lesboek

Open je boek op blz. 65

We hebben samen alinea 1 en 2 gelezen

Lees nu zelfstandig alinea 3 en 4. 

Maak van opdracht 1 nog de vragen 6 t/m 11.

De volgende les

We lezen dadelijk tekst 3. Vooraf een open vraag: 

Bedenk werkzaamheden die volgens jou iemand van 14 jaar tegen betaling mag doen?

We lezen...

alinea 1

Van tekst 3

Wat is het onderwerp van tekst 3?

1. je eigen geld verdienen
2. regels voor werk door jongeren
3. veilig en gezond opgroeien in Nederland

Wat is het doel van deze tekst?

1. De schrijver wil de lezer amuseren.
2. De schrijver wil de lezer iets laten doen.
3. De schrijver wil de lezer informatie geven.
4. De schrijver wil de lezer zijn mening geven.

Ga nu naar het lesboek

Open je boek op blz. 66-67

We hebben samen alinea 1 gelezen

Lees nu zelfstandig alinea 2, 3 en 4.

Maak van opdracht 2 nog de vragen 4 t/m 13.

We lezen dadelijk tekst 4. 

De oefeningen horen bij opdracht 4 (lesboek)

Vooraf enkele open vragen: 

Doen

Zorg dat je ook al op blz. 69 kan kijken in je lesboek!

'Mijn uitgestoken hand naar mensen in nood'
Waar denk je aan bij zo'n titel?

'Mijn uitgestoken hand naar mensen in nood'
Wie worden bedoeld met mensen in nood, denk je?

'Mijn uitgestoken hand naar mensen in nood'
In de titel staat 'uitgestoken hand'.
Is die hand echt uitgestoken of wordt er iets anders bedoeld?

1. Die hand is echt uitgestoken
2. Die hand is niet echt uitgestoken.

Wat bedoelen ze dan met 'uitgestoken hand'?

Doen

Bekijken de tekst (tekst 4, blz. 69)

Bekijken is niet lezen!

Wat voor soort tekst is dit, denk je?

1. artikel
2. instructie
3. nieuwsbericht
4. studietekst

Je leest dadelijk tekst 4

Eerst oefenen we nog met wat lastige woorden in de tekst. Die komen ook terug in de opdracht. 

Tekst

iets wat hard nodig is

deskundigen

gemaakt

feedback

eerste model dat dient als voorbeeld

echt

geproduceerd

experts

behoeftes

prototype

realiteit

commentaar

Wat hebben we geoefend?

We hebben nu via LessonUp 

opdracht 4 punt 1 t/m 5 gemaakt.

Wat ga je nu nog maken?

Maak opdracht 4 af

blz. 68-69 lesboek

Maak puntje 6 t/m 14