SE 19 H 3 en H 4 Lezen Woordenschat en Taalverzorging

Oefenen met taalverzorging h3 en h4
Deze les ga je oefenen met de verschillende onderdelen h3 en h4 
Lezen
Woordenschat 
Taalverzorging

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met taalverzorging h3 en h4
Deze les ga je oefenen met de verschillende onderdelen h3 en h4 
Lezen
Woordenschat 
Taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Doel;
Doe goed mee met de les
Dan leer je voor het se Nederlands van morgen

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je leren
voor dit se?

Slide 3 - Woordweb

Schrijf een zin op met een mening en een feit.

Slide 4 - Open vraag

H. 3 Lezen 
1. Een feit kun je controleren (vb. welke dag het is)
2. Een mening kan voor iedereen anders zijn.
3. Met een argument leg je je mening uit.
    (want, omdat, namelijk, immers)

Slide 5 - Tekstslide

"Ik vind het jammer om dit te horen, want ik kan er niets meer aan doen.'
In deze zin staat:
A
Een feit en een mening
B
Een feit en een argument
C
Een mening en een argument
D
Een mening en nog een mening

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Melodies
B
Melodie'n
C
Melodieën
D
Melodiën

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Taxi's
B
Taxies
C
Taxis
D
Taxy's

Slide 8 - Quizvraag

Met welk ezelsbruggetje kun je onthouden of het -s of -'s is?

Slide 9 - Open vraag

I, O, U, A, Y  krijgen -'s

Slide 10 - Tekstslide

Meervoudsvormen
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud.
Er zijn verschillende manieren waarop je het meervoud van zelfstandige naamwoorden maakt.
meervoud op -en: kast / kasten,    duif, duiven
meervoud op -s: tasje/tasjes, kantine/kantines
meervoud op -ën:  zee/zeeën, idee/ ideeën


Slide 11 - Tekstslide

Een beetje moeilijker
- Woorden die in het enkelvoud eindigen op -ie zonder klemtoon op die lettergreep, eindigen in het meervoud op -iën.
kolonie   - koloniën  (kolonies mag ook)
bacterie  -  bacteriën
provincie  - provinciën  (provincies mag ook)
- Als de klemtoon wel op de laatste lettergreep valt, wordt de uitgang -ieën

categorie  - categorieën
amfibie  -  amfibieën
democratie - democratieën

Slide 12 - Tekstslide

wat is het meervoud van café

Slide 13 - Open vraag

meervoud van baby

Slide 14 - Open vraag

meervoud van abonnee

Slide 15 - Open vraag

Kees verhuis.... naar Zweden
A
Verhuist
B
Verhuisd

Slide 16 - Quizvraag

Het klimaat verander ... snel.
A
veranderdt
B
veranderd
C
verandert

Slide 17 - Quizvraag

meervoud van knie

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

geen tussenletter
Tussenletter 
e
Tussenletters
en
Tussenletter
s
tomaat+sap
groente-soep
champignon+saus
gehakt+bal
rogge+brood
bakker+room
varken+vlees
geit+kaas
kalf+kroket
worst+broodje
koffie+kopje
garnaal+pastei

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Video

Trappen van vergelijking
Bij vergelijkingen gebruik je vaak de trappen van vergelijking en de woordjes 'als' en 'dan'
Even groot als
Groter dan 
Denk aan GADO GADO
( Gelijk = ALS
   DAN =   Ongelijk) 
   

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf de vergrotende en overtreffende trap op van: ' graag'

Slide 23 - Open vraag

Wat is juist?
Weinig
A
Weiniger - weinigst
B
minder - minst
C
weiniger - minst
D
minder weinig - minst weinig

Slide 24 - Quizvraag

Wat heb je geleerd van deze les/ welke kennis heb je opgehaald?

Slide 25 - Open vraag

Wat wil je nog weten?

Slide 26 - Open vraag