MEVD les 2 pneumothorax

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie & FysiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noemen we de hartkleppen tussen de boezems en kamers?
A
Atrioventriculaire kleppen (AV-kleppen)
B
Halvemaanvormige kleppen
C
Aortakleppen
D
Mitraliskleppen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we de hartkleppen tussen de kamers en de grote slagaders?
A
Atrioventriculaire kleppen (AV-kleppen)
B
Halvemaanvormige kleppen
C
Pulmonaliskleppen
D
Tricuspidaleskleppen

Slide 5 - Quizvraag

Tricuspidalisklep
Mitralis
klep 
Aortaklep
Pulmonalis
klep 

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoe komt het bloed uit je kleine teen weer terug in het hart, als de druk zo laag is?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Even testen: wat is de diastolische druk?
A
Druk in de slagaders
B
Druk in de aders
C
Druk in de slagaders als het hart ontspannen is
D
Druk in de slagaders als de hartkamers aanspannen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een normale bloeddruk?
A
Systolisch: 120 mmHg Diastolisch: 80 mmHg
B
Diastolisch: 120 mmHg Systolisch: 80 mmHg
C
Systolisch: 200 mmHg Diastolisch: 130 mmHg
D
Systolisch: 90 mmHg Diastolisch: 60 mmHg

Slide 23 - Quizvraag

Ken je deze termen misschien al? Kan je uit de naam al opmaken wat het zou kunnen betekenen?
Slepen maar!
Hypertensie
Hypotensie
Te hoge bloeddruk
Te lage bloeddruk
Normale bloeddruk

Slide 24 - Sleepvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wat hoort NIET bij hypertensie?
A
Vaak geen symptomen
B
Diastolische druk gelijk of hoger dan 120
C
Minder zout eten
D
Flauwvallen bij opstaan

Slide 30 - Quizvraag

Wat is orthostatische hypotensie?
A
Continu een te hoge bloeddruk
B
Continu een te lage bloeddruk
C
Tijdelijk een te hoge bloeddruk bij opstaan
D
Tijdelijk een te lage bloeddruk bij opstaan

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide