Economie 3K paragraaf 4.2

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
economieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een huurwoning met een maandelijkse huurprijs van € 815 behoort tot de
A
Vrije sector
B
Sociale huurwoning

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ilona klaagt over het dak dat lekt. De huurbaas maakt zich hier niet heel druk om.

Moet Ilona hier genoegen mee nemen?
A
Ja, want zij woont in dat huis.
B
Nee, huiseigenaar blijft de verantwoordelijke.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In grote steden is de wachttijd voor betaalbare huurwoning erg lang. Wat is hiervoor de verklaring?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide


Als je een huis wilt kopen, kun je daar zelf naar op zoek gaan. Je kunt ook een makelaar opdracht geven om een woning te zoeken. Een makelaar weet welke woningen te koop zijn en weet ook wat een redelijke prijs is voor deze woningen. Daarom kan een makelaar beter onderhandelen over de prijs dan de koper of de verkoper.

Slide 6 - Tekstslide

n woningadvertenties staat achter de vraagprijs de afkorting k.k. Dat betekent dat de kosten voor rekening van de koper zijn. Deze bijkomende kosten zijn zo’n 6 procent van de koopprijs. 2% van de koopprijs is overdrachtsbelasting, een bedrag dat naar de overheid gaat. Andere kosten zijn de kosten van de makelaar, de notaris en de bank (afb. 11). Bij nieuwbouw staat achter de koopsom meestal de afkorting v.o.n. Dat betekent ‘vrij op naam’. Dan betaalt de koper geen bijkomende aankoopkosten, zoals de overdrachtsbelasting en de notariskosten.

Slide 7 - Tekstslide

Als koper en verkoper van een woning het met elkaar eens zijn, sluiten ze een voorlopig koopcontract. Dan is de koop gesloten. Totdat het echte koopcontract wordt getekend, heeft de koper tijd om financiering te regelen: om te zorgen dat hij geld kan lenen voor de koop. Meestal laat de koper in het contract opnemen dat de koop pas doorgaat als de lening is geregeld. Dat is een ontbindende voorwaarde in het voorlopig koopcontract. Als de koop om andere redenen niet doorgaat, moet de koper een boete betalen.

Slide 8 - Tekstslide

Gebouwen en grond zijn onroerende zaken. De verkoop hiervan vindt plaats bij de notaris. Hier ondertekenen koper en verkoper de transportakte, dat is de definitieve koopovereenkomst (afb. 12). De koper tekent dan ook de overeenkomst voor de financiering. De notaris zorgt ervoor dat de transportakte wordt ingeschreven in het kadaster. In het kadaster wordt het eigendom van alle onroerende zaken in Nederland geregistreerd.


Met wie neem je contact op als je een huis wilt bezichtigen?
A
Verkoper
B
Hypotheekverstrekker
C
Makelaar
D
Eigenaar van www.funda.nl

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort belasting betaal je als je een huis koopt?
A
BTW
B
Accijns
C
Overdrachtsbelasting
D
Omzetbelasting

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor transportakte?
A
Voorlopig koopovereenkomst
B
Definitieve koopovereenkomst

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat een maandelijks hypotheekbedrag?
A
Aflossing
B
Rente
C
Aflossing en rente

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent Kadaster?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies