H7

Maatschappijkunde jaar 4
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijkunde jaar 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Theorie

Zelfstandig werken

Afsluiten
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Je kan uitleggen wat een vakbond is en wat zij doen. 

Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Vakbonden: organisaties die opkomen voor de belangen
van werknemers.

Er zijn vakbonden voor elke bedrijfstak en beroepsgroep.
Bedrijfstak: bedrijven die ongeveer dezelfde werkzaamheden
uitvoeren.
Beroepsgroep: een groep personen met ongeveer hetzelfde beroep.
Alle vakbonden samen noemen we de vakbeweging.




7.1 werkgevers- en werknemersorganisatie

Slide 4 - Tekstslide

Er zijn drie grote vakcentrales in Nederland:

  • De FNV
    (Federatie Nederlandse Vakbeweging, 15 aangesloten vakbonden, ruim 1 miljoen leden);
  • Het CNV
    (Christelijk Nationaal Vakverbond, met 8 aangesloten vakbonden, 260.000 leden);
  • De VCP
    (Vakcentrale voor Professionals, met 50 aangesloten vakbonden, 270.000 leden).



7.1 werkgevers- en werknemersorganisatie

Slide 5 - Tekstslide

Vakcentrales en vakbonden werken op vier niveaus:

  • Individuele hulp: Voor als je onterecht ontslagen wordt. 
  • Steun op bedrijfsniveau: Ze onderhalen met bedrijven over lonen en kunnen stakingen regelen. 
  • Bedrijfstakniveau: Ze regelen cao's met een hele bedrijfstak.
  • Landelijk niveau: De vakcentrales overleggen met  de overheid. 
7.1 werkgevers- en werknemersorganisatie

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn ook organisaties die opkomen voor de werkgevers. 
De belangrijkste werkgeversorganisaties zijn:

• VNO-NCW,
115.000 bedrijven, 4,3 miljoen werknemers
AWVN
750 bedrijven, 3 miljoen werknemers
• MKB-Nederland
170.000 (vooral kleinere) bedrijven, ongeveer een half miljoen werknemers



Werkgeversorganisaties

Slide 7 - Tekstslide

Werkgevers en werknemers hebben tegengestelde belangen en gemeenschappelijke belangen.
  • Tegengestelde belangen: de werkdruk.
  • Gemeenschappelijke belangen: een succesvol bedrijf,
  • goede producten maken en een fijne werksfeer.


7.2 De belangen van werkgevers en werknemers

Slide 8 - Tekstslide

Belangen van werkgevers:
  • Lage kosten
  • Weinig concurrentie
  • IJverige en goed opgeleide werknemers
  • Zo min mogelijk regels van de overheid





7.2 De belangen van werkgevers en werknemers

Slide 9 - Tekstslide

Werkgeversorganisaties en vakbonden onderhandelen met elkaar over cao’s: collectieve arbeidsovereenkomst, een standaardcontract met afspraken voor een hele bedrijfstak.

Cao’s moeten worden goedgekeurd door de minister van Sociale Zaken. Als hij de cao bindend verklaart, geldt de cao voor alle bedrijven in die
bedrijfstak.


7.2 De belangen van werkgevers en werknemers

Slide 10 - Tekstslide

Een cao-onderhandeling verloopt niet altijd eenvoudig.

Vakbonden kunnen dan contact zoeken met de media of met politici.
Als er dan nog geen akkoord komt, heeft de vakbond nog meer opties:
  • Stiptheidsacties houden, even werk neerleggen / precies volgens regels werken. 
  • Naar de rechter stappen
  • Staken

Maar uiteindelijk willen beide partijen altijd een akkoord sluiten.



7.2 De belangen van werkgevers en werknemers

Slide 11 - Tekstslide

7.2 De belangen van werkgevers en werknemers

Slide 12 - Tekstslide

Vul de betekenis bij de begrippen in. 

Begrippenlijst staat bij de PTA toets (15 okt) als bijlage. 
Zelfstandig werken

Slide 13 - Tekstslide