In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2
Paragraaf 4
Dichtheid
Slide 1 - Tekstslide
Dichtheid
Dichtheid is een stofeigenschap
Massa eerlijk vergelijken met blokjes van dezelfde grootte
Dichtheid = massa van een stof per blokje van 1cm3
Slide 2 - Tekstslide
Dichtheid
Eenheid
g/cm3
Dichtheid = massa van een stof (g) per blokje van 1cm3
Slide 3 - Tekstslide
Dichtheid berekenen
Slide 4 - Tekstslide
Dichtheid berekenen
Gegeven: blokje metaal
massa = 172,8 g
afmetingen (lxbxh) = 4 x 2 x 8 = 64 cm3
Gevraagd: Dichtheid
Uitwerking: = 172,8 : 64 = 2,7 g/cm3
Het metaal is aluminium
Slide 5 - Tekstslide
Dichtheid van water
water heeft een dichtheid van
1,0 g/cm3
Slide 6 - Tekstslide
Dichtheid van water
Een stof of voorwerp drijft op water als het een kleinere dichtheid heeft dan water
olie = 0,9 g/cm3
water = 1,0 g/cm3
Slide 7 - Tekstslide
Dichtheid van water
Een stof of voorwerp zinkt als het een grotere dichtheid heeft dan water
Als de dichtheid even groot is, zal het gaan zweven in water
Slide 8 - Tekstslide
Berekeningen
Gegeven:
Gevraagd:
Uitwerking:
Slide 9 - Tekstslide
Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet
Slide 10 - Quizvraag
Dichtheid is een stofeigenschap. Wat is de dichtheid van water?
A
0,5 g/cm3
B
0,7 g/cm3
C
1,0 g/cm3
D
1,3 g/cm3
Slide 11 - Quizvraag
Hoe bepaal je de dichtheid van een stof? dichtheid =
A
massa x volume
B
volume x massa
C
massa : volume
D
volume : massa
Slide 12 - Quizvraag
De dichtheid van ijs is ____ dan de dichtheid van water
De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
GROTER
B
KLEINER
Slide 13 - Quizvraag
Water heeft een dichtheid van 1 g/cm3 Olie heeft een dichtheid van 0,9 g/cm3 Aluminium heeft een dichtheid van 2,7 g/cm3 perspex heeft een dichtheid van 1.2 g/cm 3
Welke stof heeft de kleinste dichtheid?
A
water
B
olie
C
aluminium
D
perspex
Slide 14 - Quizvraag
De dichtheid van de vis is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee
Slide 15 - Quizvraag
De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee
Slide 16 - Quizvraag
De dichtheid van de zeep is ......... dan/als de dichtheid van water