D-toets filmpje dichtheid Drijven en Zinken

filmpje Drijven 
en Zinken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

filmpje Drijven 
en Zinken

Slide 1 - Tekstslide



Een voorwerp zinkt als de dichtheid van het materiaal ................ is dan/aan de dichtheid van de vloeistof
A
kleiner
B
gelijk
C
groter

Slide 2 - Quizvraag


Heeft de vorm van het voorwerp een invloed op het zinken, zweven of drijven? (massa blijft hetzelfde)
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag


Een blokje met een grotere dichtheid dan water gaat ......... in water.
A
drijven
B
zweven
C
zinken

Slide 4 - Quizvraag


Heeft de massa van een voorwerp een invloed op het zinken, zweven en drijven? (volume blijft hetzelfde)
A
nee
B
ja

Slide 5 - Quizvraag



Een voorwerp zweeft als de dichtheid van het materiaal ................ is dan/aan de dichtheid van de vloeistof
A
kleiner
B
gelijk
C
groter

Slide 6 - Quizvraag


Wat doet kurk in alcohol?
A
Drijven
B
Zinken
C
Zweven

Slide 7 - Quizvraag


Wat doet paraffine in olie?
A
Drijven
B
Zinken
C
Zweven

Slide 8 - Quizvraag



Een voorwerp drijft als de dichtheid van het materiaal ................ is dan/aan de dichtheid van de vloeistof
A
kleiner
B
gelijk
C
groter

Slide 9 - Quizvraag


Wat doet een stof met een dichtheid van 2,7 g/cm3 in water?
A
Drijven
B
Zinken
C
Zweven

Slide 10 - Quizvraag


Wat doet een stof met een dichtheid van 0,8 g/cm3 in water?
A
Drijven
B
Zinken
C
Zweven

Slide 11 - Quizvraag


Wat doet een stof met een dichtheid van 1,1 g/cm3 in water?
A
Drijven
B
Zinken
C
Zweven

Slide 12 - Quizvraag


Wat doet plexiglas in water?
A
Drijven
B
Zinken
C
Zweven

Slide 13 - Quizvraag



Bij de volgende vraag kunnen er meerdere antwoorden goed zijn! In welke vloeistoffen blijft een blokje staal (dichtheid 7,8 g/cm3) drijven?
A
Kwik (13,5 g/cm3)
B
Water (1 g/cm3)
C
Benzine (0,72 g/cm3)
D
Zeewater (1,02 g/cm3)

Slide 14 - Quizvraag


De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 15 - Quizvraag























































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
De dichtheid van ijs is .... dan de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk

Slide 16 - Quizvraag



Bij de volgende vraag kunnen er meerdere antwoorden goed zijn! In welke vloeistoffen blijft een blokje tin (dichtheid 7,28 g/cm3) drijven?
A
Kwik (13,5 g/cm3)
B
Water (1 g/cm3)
C
Benzine (0,72 g/cm3)
D
Zeewater (1,02 g/cm3)

Slide 17 - Quizvraag


Dichtheid is een stofeigenschap. 
Wat is de dichtheid van water?
A
0,5 g/cm3
B
0,7 g/cm3
C
1,0 g/cm3
D
1,3 g/cm3

Slide 18 - Quizvraag


De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 19 - Quizvraag



Bij de volgende vraag kunnen er meerdere antwoorden goed zijn! In welke vloeistoffen blijft een blokje hout (dichtheid 0,9 g/cm3) drijven?
A
Kwik (13,5 g/cm3)
B
Water (1 g/cm3)
C
Benzine (0,72 g/cm3)
D
Zeewater (1,02 g/cm3)

Slide 20 - Quizvraag