Havo 5 H 14 reageren

H14 reageren
 
Spieren
Zintuigen
zenuwstelsel
hormonen
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 48 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H14 reageren
 
Spieren
Zintuigen
zenuwstelsel
hormonen

Slide 1 - Tekstslide

H14.1 Spieren
skeletspieren
pezen

willekeurige spieren
= jij beslist of je ze aanspant of niet

Slide 2 - Tekstslide

antagonisten

Slide 3 - Tekstslide

Bouw van de dwarsgestreepte spier
= skeletspier      = een willekeurige spier
BINAS 90 C

Slide 4 - Tekstslide

spier
spierbundel
spiervezel
spierfibril (=myofibril)


BINAS 90 C

Slide 5 - Tekstslide

actine
myosine

Slide 6 - Tekstslide

Dwars
gestreept spier
weefsel
skeletspier =
willekeurige spier

Slide 7 - Tekstslide

ander spierweefsel
Glad spierweefsel:  in/ om alle organen (behalve het hart)
- onwillekeurige spieren
- ook myosine en actine maar dan niet zo netjes
BINAS 80E

Slide 8 - Tekstslide

hartspierweefsel
BINAS
80 E
Dwarsgestreept en glad

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

spiercellen bevatten myoglobine
myoglobine bindt zuurstof (net als hemoglobine)
Bij zuurstofgebrek in de spier wordt zuurstof afgeven
(-> naar mitochondrium-> verbranding glucose -> ATP)

myoglobine  is rood

Slide 11 - Tekstslide

duif filet
Witte spieren:   weinig myoglobine, korte inspanning

Rode spieren: veel myoglobine, lange inspanning

Slide 12 - Tekstslide

hoe zat het ook al weer?
Zintuigen?
informatie naar.......?
adequate prikkel ?
drempelwaarde
alles of niets principe

Slide 13 - Tekstslide

Deze week 13.2  oog
Met behulp van binas 87 kun je de onderdelen benoemen en je kunt de functies beschrijven en toepassen van ........

- oogspieren, hoornvlies, iris en pupil,
- lens, lensbandjes en straalvormig lichaam
- netvlies, gele vlek en blinde vlek, staafjes en kegeltjes
- oog zenuw, chiasma opticum en beeldverwerking

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

                           iris en pupil
De spieren in de iris regelen de grootte van de pupil

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Lens

accomoderen


zorgt ervoor dat er een scherp beeld op het netvlies valt

Slide 18 - Tekstslide

kringspier
aangespannen
geen trekkracht meer aan de lensbandjes -> lens wordt bol

kringspier ontspannen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

netvlies: licht wordt omgezet in een zenuw impuls
staafjes en kegeltjes
zintuigcellen, schakelcellen oogzenuw
staafjes
- lage drempelwaarde (schemer)
- zwart/wit
-onscherp beeld

kegeltjes
- hoge drempelwaarde
- kleur zien
- scherp beeld
- gele vlek

Slide 24 - Tekstslide

verdeling
staafjes en kegeltjes
over het netvlies

Slide 25 - Tekstslide

zenuwen en
hersenen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

zenuwstelsel

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

BINAS
88L

overzicht van het autonome zenuwstelsel:

orthosympatisch en parasympatisch

Slide 31 - Tekstslide

BINAS 88C

Slide 32 - Tekstslide

centraal zenuwstelsel

grote hersenen: bewustzijn
kleine hersenen: evenwicht
hersenstam: ademhaling, bloeddruk, hartslag temperatuur..
ruggemerg

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

grote hersenen
in de hersenschors zitten de zenuw cellichamen (grijs)

primaire gebieden: daar komt de informatie binnen
secundaire gebieden: daar wordt de informatie verwerkt

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

perifeer zenuwstelsel
bestaat met name uit uitlopers van zenuwcellen
zenuwen: bundels van uitlopers van zenuwcellen

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

3 soorten zenuwen
zenuw: bundel uitlopers van zenuwen
sensorische (gevoels) zenuwen
motorische (bewegings)zenuwen
gemengde zenuw

Slide 39 - Tekstslide

zenuwcel: motorisch of sensorisch?

Slide 40 - Tekstslide

impuls = elektrisch signaal

- zenuwcellen hebben een potentiaal verschil
= verschil in lading tussen binnen en buitenkant van de cel

- hierdoor kan er een electrisch signaal gaan lopen en wordt informatie snel doorgegeven door een zenuwcel

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

myeline schede
hierdoor gaat het signaal sprongsgewijs en veel sneller

Slide 43 - Tekstslide

impulsen doorgeven
- aan een andere zenuwcel, of aan een spier of klier
- synaps (spleet)
                                       - neurotransmitter wordt afgegeven
                                  - stimulerende neurotransmitters
                                          - remmende neurotransmitters       

Slide 44 - Tekstslide

synapsspleet

blaasjes met neurotransmitters

receptor eiwitten
BINAS 88 G, H, I

Slide 45 - Tekstslide

schakel
sensorische neuron
ruggemerg
reflex

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Link

regelkring
negatieve feedback regelkring:
doel is altijd de norm halen/behouden
regelcentrum met de norm
receptor
effector

Slide 48 - Tekstslide