hoofdstuk 6: break even

Vorige periode:
Hoofdstuk 5: exploitatiekosten

Nog vragen? 
Antwoorden staan ondertussen online
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
financieel 1MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Vorige periode:
Hoofdstuk 5: exploitatiekosten

Nog vragen? 
Antwoorden staan ondertussen online

Slide 1 - Tekstslide

Nu nog hoofdstuk 6
Daarna examentraining
EXAMEN IS AL OVER 9 WEKEN!!!
Dit betekent dus dat we nog 8 lesweken hebben om ons voor te bereiden op dit examen....

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 6
  • Constante en variabele kosten
  • Verloop van kosten
  • Break-even afzet
  • Break-even omzet
  • Veiligheidsmarge
  • Integrale kostprijs

Slide 3 - Tekstslide

Deze week:
  • Constante en variabele kosten
  • Verloop van kosten
  • Break-even afzet
  • Break-even omzet

Slide 4 - Tekstslide

Constante en variabele kosten
Constante kosten veranderen niet als de omzet (of afzet) stijgt of daalt. Je hebt deze kosten dus sowieso, ongeacht de hoeveelheid de je verkoopt of produceert. 
Variabele kosten veranderen juist wel mee met de afzet of omzet. Deze zijn in de praktijk meestal proportioneel variabel. 

Slide 5 - Tekstslide

Verloop van de variabele kosten
Als de kosten niet proportioneel variabel zijn hebben we nog twee mogelijkheden:
Degressief: Hoe meer je deze kosten hebt, hoe lager deze per stuk worden. Bijvoorbeeld door korting bij groter inkopen.
Progressief: Hierbij worden de kosten per stuk juist hoger als je er meer van verkoopt. Bijvoorbeeld bij een bonus voor de verkopers die oplopen naarmate er meer verkocht worden


Slide 6 - Tekstslide

Verloop van de variabele kosten

Slide 7 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
Let op: 

je gebruikt in dit soort berekeningen altijd de bedragen ZONDER btw!!!

Slide 8 - Tekstslide

Een bedrijf heeft voor €560.000,- aan constante kosten. Ze verkopen BBQ's voor €300,- per stuk. De variabele kosten zijn €140,- per stuk. Bereken de BEA

Slide 9 - Open vraag

Break-even omzet
Als je de break-even afzet weet kun je heel gemakkelijk de break-even omzet berekenen:

break-even afzet x verkoopprijs per stuk

Slide 10 - Tekstslide

Break-even omzet
In de detailhandel is het, gezien het grote aantal verschillende producten, niet gebruikelijk om met een break-even afzet te werken. Je wilt dan weten bij welke omzet je geen winst en geen verlies maakt. 
In dit geval gebruik je het brutowinstpercentage om de constante kosten af te dekken. 

Slide 11 - Tekstslide

Break-even omzet
Je kunt de BEO op twee manieren uitrekenen:

  • BEO met alleen de constante exploitatiekosten.
- hier heb je naast de constante kosten alleen nog de IWO als kosten
  • BEO met de constante exploitatiekosten én 
variabele exploitatiekosten
Hier heb je naast de constante kosten en de IWO ook nog andere variabele exploitatiekosten

Slide 12 - Tekstslide

Break-even omzet met de constante exploitatiekosten

                Constante kosten              
                brutowinst in % van de omzet       x 100

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Een winkel heeft €125.000,- aan constante kosten. Het brutowinstpercentage is 32%. Bereken de BEO

Slide 15 - Open vraag

Break-even omzet met de constante exploitatiekosten én variabele exploitatiekosten



                             Constante kosten                            
                    brutowinst in % van de omzet -                                       x 100
               variabele kosten in % van de omzet      

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Een winkel heeft een brutowinstmarge van 41,4%. De variabele kosten zijn 6,3%. Bereken de BEO om de constante kosten van €421.200,- terug te verdienen

Slide 18 - Open vraag

Omzet voor gewenste winst
Om uit te rekenen welke omzet je moet halen om een gewenste winst te bereiken kun je nu ook heel eenvoudig berekenen. 
Je telt de winst op bij de constante kosten en berekent het dan op dezelfde manier als de BEO

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk voor deze week
Maak de opgaven 1 t/m 16 van hoofdstuk 6. 

Slide 20 - Tekstslide