Angststoornissen

ANGST
Dia 31-37 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
syndromen en psychiatrische ziektebeeldenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

ANGST
Dia 31-37 

Slide 1 - Tekstslide

Angststoornis
stoornis waarbij sprake is van buitensporige of onevenredig lang aanhoudende angst en subjectief lijden of belemmering van het dagelijks functioneren.​







Slide 2 - Tekstslide

Epidemiologie
In 2019 ongeveer 457.800 mensen met angststoornissen.

Angststoornissen komen in elke leeftijdscategorie vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. 

Angststoornissen komen het meest voor bij mensen tussen de 25-29 jaar.

Slide 3 - Tekstslide

Algemene klachten angst
- bezorgdheid 
- piekeren
- rusteloosheid 
- prikkelbaar
- gespannen
- vermoeid / slaapproblemen
- slecht concentreren


Slide 4 - Tekstslide

Symptomen tijdens angstaanval

hartkloppingen, zweten, koude rillingen, duizeligheid, beven
benauwdheid, een vervelend gevoel in de borst
tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten
droge mond, misselijkheid, maagpijn, braken of diarree
hoofdpijn, rood worden, flauwvallen
verwarring: u weet niet meer goed wie of waar u bent
het gevoel dat u de controle over uzelf verliest, gek wordt of doodgaat

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer vermoeden?
  • frequent bezoek aan de huisarts voor wisselende en onderling niet samenhangende klachten
  • aanhoudende aspecifieke klachten of problemen,
  • aanhoudende lichamelijke klachten waarvoor geen lichamelijke oorzaak gevonden wordt en waarbij de patiënt nauwelijks of slechts kortdurend gerustgesteld kan worden;
  • verzoek om slaapmiddelen of kalmerende middelen;
  • alcohol- of drugsproblemen;
  • depressieve klachten of een depressie;
  • angststoornis in de voorgeschiedenis of bij familieleden

Slide 6 - Tekstslide

Kinderen
hoofdpijn en buikpijn, problemen met afscheid nemen (logeren, peuterspeelzaal), rond het naar bed brengen, inslaapproblemen, nachtmerries, schoolverzuim, veel geruststelling vragen aan volwassenen

Slide 7 - Tekstslide

Soorten angststoornis
1. Paniekaanvallen
2. Specifieke/enkelvoudige Fobie
3. Sociale Fobie
4. Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
5. Gegeneraliseerde angststoornis
6. Dwangstoornis (obsessief-compulsieve stoornis)

Slide 8 - Tekstslide

1. Paniekaanval
Mensen die last hebben van paniekaanvallen raken in paniek, terwijl er eigenlijk geen reele bedreigende situatie is.

Kort, hevige angst 
Psychisch en lichamelijk ongemak
Uit angst voor deze aanvallen worden situaties die angst opwekken vermeden. 

Slide 9 - Tekstslide

Paniekstoornis
recidiverende paniekaanvallen, met tussendoor angst een nieuwe paniekaanval te krijgen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

2. Specifieke Fobie
Enkelvoudige fobie

 hevige, aanhoudende angst voor en vermijding van specifiek object, of specifieke situatie.​




Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld specifieke fobie
Aviofobie: vliegangst

arachnofobie: angst voor spinnen
 
claustrofobie: 
angst voor kleine afgesloten ruimte

Slide 13 - Tekstslide

3. Sociale Fobie
Sociale fobie: hevige, aanhoudende angst voor en vermijding van situaties waarin men wordt blootgesteld aan een mogelijke kritische blik van anderen.
 angst voor sociale situaties. 

Dit gaat gepaard met onzekerheid over sociale gebeurtenissen. *weet vaak dat de angst irreeel is. 
Soms gebrek aan sociale vaardigheden   bijvoorbeeld bang zich belachelijk te maken en kritisch beoordeeld te worden door anderen.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld - Agorafobie
Bij agorafobie (pleinvrees) gaan mensen drukke situaties (zoals winkelstraten, feestjes, warenhuizen) uit de weg.

Slide 15 - Tekstslide

4. Posttraumatische stressstoornis

Een PTSS kan zich voordoen als iemand een ingrijpende gebeurtenis heeft meegemaakt of daar getuige van is geweest, waarbij deze met hevige emoties gereageerd heeft.

Slide 16 - Tekstslide

Symptomen
herbelevingen van een traumatische gebeurtenis
het vermijden van prikkels die bij het trauma horen
verhoogde prikkelbaarheid
overdreven schrikreacties en/of concentratieproblemen.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeelden
Voorbeelden van zo'n ingrijpende gebeurtenis zijn 
verkrachting
misbruik 
oorlog 

traumatische bevalling

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

5. Gegeneraliseerde angststoornis
 
buitensporige, aanhoudende angst of bezorgdheid 

Iemand met een gegeneraliseerde angststoornis maakt zich overmatig zorgen over allerlei alledaagse zaken. 


Slide 20 - Tekstslide

Symptomen
-  bijna altijd nerveus en angstig,
- piekeren
- rusteloosheid
- vermoeidheid
- concentratieproblemen
- prikkelbaarheid
- spierspanning 
- slaapproblemen

Slide 21 - Tekstslide

De zorgen gaan veelal over gezondheid, geld, werk of dat hun dierbaren iets ergs overkomt. 
Ongeveer 2,3% van de Nederlanders tussen de 18 en 64 jaar heeft ooit een gegeneraliseerde angststoornis gehad.

 Een gegeneraliseerde angststoornis komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

Slide 22 - Tekstslide

6. Dwangstoornis
 
Obsessieve compulsieve stoornis / dwangneurose

terugkerende en hardnekkige gedachten, impulsen of voorstellingen (obsessies), of dwanghandelingen (compulsie).

Slide 23 - Tekstslide

Dwanghandelingen worden veroorzaakt door dwanggedachten; de handelingen volgen om je innerlijke onrust weg te nemen.

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld
Smetvrees
Controle dwang

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Hypochondrie
 aanhoudende ongegronde angst of overtuiging een ernstige ziekte te hebben

Slide 27 - Tekstslide

Allerlei gewone lichamelijke verschijnselen worden gezien als teken van een ernstige ziekte, zoals een steek, jeuk of kramp.
Het is erg moeilijk om iemand met hypochondrie gerust te stellen.

Proberen de gedachte aan een ernstige ziekte te vervangen door een minder ernstige gedachte.

Slide 28 - Tekstslide

Symptomen

grote aandacht voor lichamelijke klachten

veelvuldig doktersbezoek

het vermijden of juist dwangmatig raadplegen van informatie over ziekten.

Slide 29 - Tekstslide