WEBB - kopen en werken 3.26 /m 3.29

Programma 
  • Terugblik vorige les 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 3.3 Lenen
  • Aan de slag!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma 
  • Terugblik vorige les 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 3.3 Lenen
  • Aan de slag!

Slide 1 - Tekstslide

Om welke reden(en) sparen mensen?
A
Doel
B
Voorzorg
C
Rente
D
Alle drie

Slide 2 - Quizvraag

Doelen van deze les 
  • Om welke reden lenen mensen?
  • Je kunt berekenen wat de kosten van een lening zijn .
  • Je weet welke soorten leningen er zijn. 
  • Is lenen altijd verstandig?

Slide 3 - Tekstslide

Waarom lenen mensen?

Slide 4 - Tekstslide

Reden 1: 
Je hebt een tijdelijk geldtekort

Slide 5 - Tekstslide

Reden 2: Je wilt nu een duurzaam consumptiegoed kopen en dit niet uitstellen. 

Slide 6 - Tekstslide

Reden 3: je hebt een tegenvaller.

Slide 7 - Tekstslide

Reden 4: je wilt een huis kopen

Slide 8 - Tekstslide

Lenen
Je maakt gebruik van het geld van een ander. 

Lening terugbetalen: aflossing
Vergoeding lening: rente 

Rente + Aflossing = kredietkosten

Slide 9 - Tekstslide

Consumptief krediet 
Lening afsluiten voor het kopen van duurzame consumptiegoederen. 
  • Persoonlijke lening: je leent een vast bedrag, met een vaste rente, voor een vaste periode. 
  • Doorlopend krediet: je leent een vast bedrag, je kunt dit tussentijds aflossen en tot dat bedrag weer opnemen.

Lening afsluiten voor alle aankopen. 
  • Salariskrediet: je kunt rood (negatief) staan op je rekening. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aankoop in termijnen
In sommige winkels kun je een aankoop in termijnen doen. Je kunt dan de betaling in delen voldoen. 

  • Koop op afbetaling: je moet betalen in termijnen, maar je bent wel direct eigenaar. 
  • Huurkoop: je moet betalen in termijnen, maar je bent pas eigenaar als je iedere euro hebt voldaan. 
  • Lease: je huurt een product en moet hiervoor maandelijks een bedrag betalen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Lenen voor een huis: hypotheek
Onderpand

Slide 14 - Tekstslide

Is lenen altijd slim? 
Kijk altijd naar: looptijd en het doel van de lening. 

Slide 15 - Tekstslide

Bram heeft geen geld meer en gaat geld lenen. Hij kiest een persoonlijke lening, omdat:
A
De looptijd, rente en het leenbedrag vast staan.
B
De looptijd en het leenbedrag NIET vast staan
C
Hij zijn lening altijd kan opnemen tot een vast bedrag.
D
Deze lening is alleen voor hem en niet voor anderen.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Aan het werk 


De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten:
3.26 t/m 3.29
Al af? 3.30 t/m 3.35
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Afronding van deze les 
  • Om welke reden lenen mensen?
  • Je kunt berekenen wat de kosten van een lening zijn .
  • Je weet welke soorten leningen er zijn. 
  • Is lenen altijd verstandig?

Slide 19 - Tekstslide