In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je na deze les weten/kunnen
Je weet het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
Je weet wat veredeling is en waarom dit wordt toegepast
Je kunt verschillende manieren van ongeslachtelijke voortplanting noemen
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht41
Bereken van beneden naar boven
P: AA x aa
F1: Aa x Aa
F2: aa en A
sproeten zijn dominant
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 42
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 43
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 44
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 45
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 46
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 47
Slide 9 - Tekstslide
Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
Slide 10 - Tekstslide
Wat is volgens jou geslachtelijke voortplanting
timer
1:00
Slide 11 - Open vraag
Geslachtelijke voortplanting is het versmelten van twee willekeurige geslachtscellen met elkaar
Doordat geslachtscellen verschillende genotypen hebben, zijn er voor de genotypen van de bevruchte eicel ook heel veel verschillende mogelijkheden
Slide 12 - Tekstslide
Meiose / reductiedeling
Chromosomenparen worden uit elkaar getrokken
Slide 13 - Tekstslide
Hoe noemen we het proces waarbij we geslachtscellen maken?
A
Gewone celdeling
(mitose)
B
Reductiedeling
(meiose)
C
Geslachtsceldeling
(meiose)
D
Lichaamsceldeling
(mitose)
Slide 14 - Quizvraag
Wat is waar over geslachtelijke voortplanting?
A
Organismen die hierbij ontstaan (nakomelingen) hebben telkens hetzelfde genotype
B
Dit moet altijd met hetzelfde geslacht zijn
C
Organismen die hierbij ontstaan (nakomelingen) hebben telkens een ander genotype)
D
Dit komt alleen bij mensen voor
Slide 15 - Quizvraag
In de landbouw en veeteelt willen de producenten zo veel mogelijk gunstige eigenschappen in één nakomeling krijgen.
Daarom passen ze kunstmatige selectie toe:
de individuen met de meest gunstige eigenschappen worden met elkaar gekruist
Dit wordt veredeling genoemd
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wiettelers willen het liefst alleen wiet met gunstige eigenschappen. Ze zullen daarom de planten met de meest gunstige eigenschappen met elkaar kruisen. Wat is géén goed voorbeeld van zo'n eigenschap?
A
Snelle groei van de plant
B
Lange levensduur van de plant
C
De plant is gevoelig voor ziektes of vraat
D
De plant heeft veel zaadtopjes
Slide 18 - Quizvraag
Kunnen planten zich alleen geslachtelijk voortplanten?
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quizvraag
Ongeslachtelijke voortplanting
Dit is een vorm van voortplanting waarbij het nageslacht uit een deel van de "moeder" bestaat of uit een onbevruchte eicel.
vormen van ongeslachtelijke voortplanting zijn:
- Stekken
- Weefselkweek
- Knollen/bollen
Slide 20 - Tekstslide
Bij stekken groeit er uit een stuk van een plant weer een nieuwe plant.
Stekken
Slide 21 - Tekstslide
Knollen
Slide 22 - Tekstslide
Weefselkweek
Slide 23 - Tekstslide
Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn geslachtscellen nodig.
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
Hebben nakomelingen van ongeslachtelijke voortplanting hetzelfde fenotype als de ouder?