330 les 4: 1.3 / Procenten gevraagd - 3M


● Uitleg: 1.3
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
in je tas.
Laptop Telefoon
in de telefoontas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


● Uitleg: 1.3
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
in je tas.
Laptop Telefoon
in de telefoontas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?

Slide 1 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen
Je weet wat relatieve en absolute
toe- en afname is.

Je kunt de relatieve toe- en afname
berekenen als je de absolute
toe- en afname weet.




H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1/4
10%
20%
1/10
0,25
33,3
12,5%
0,001
0,125
0,01

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op hoeveel decimalen ronden we procenten af?
A
1 decimaal
B
geheel getal
C
2 decimalen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk percentage hoort bij

31

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk percentage hoort bij


32

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting btw?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel is 2/3 deel van 150?
A
80
B
100
C
50
D
145

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel is 2/3 deel van 150?
A
80
B
100
C
50
D
145

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan rekenen met procenten
  1. Vraag jezelf af of de vraag over procenten gaat.
  2. Zo ja, maak dan het schema.
  3. Vul het getal onder de 100 in. (ALLES)
  4. Vul het getal achteraan in. 
    - Krijg je een %, dan bovenin.
    - Krijg je een aantal, dan onderin.
  5. Zet tussen de 2 ingevulde getallen een 1.
  6. Zet de verhoudingspijlen er bij en vul hier de berekeningen in.
  7. Reken het gevraagde getal uit. (niet afronden)
  8. Schrijf je conclusie op. Dus... (hier mag je afronden)

Dit gaan we toepassen op opg. 43.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  1. Vraag jezelf af of de vraag
    over procenten gaat.
  2. Zo ja, maak dan het schema.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  1. Vraag jezelf af of de vraag
    over procenten gaat.
  2. Zo ja, maak dan het schema.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Vul de titel en de linkerkant in.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Vul de titel en de linkerkant in.

De Kleurwaaier
Prijs in €

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
3. Vul het getal onder de 100 in.
    (ALLES)

De Kleurwaaier
Prijs in €

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
3. Vul het getal onder de 100 in.
    (ALLES)
De Kleurwaaier
Prijs in €
Let op! 
Hij koopt 2 potten verf. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
3. Vul het getal onder de 100 in.
    (ALLES)
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
3. Vul het getal onder de 100 in.
    (ALLES)
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
4. Vul het getal achteraan in.
    - Krijg je een %, bovenin.
    - Krijg je een aantal, onderin.
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
4. Vul het getal achteraan in.
    - Krijg je een %, bovenin.
    - Krijg je een aantal, onderin.
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90
100 -15 = 85%

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
4. Vul het getal achteraan in.
    - Krijg je een %, bovenin.
    - Krijg je een aantal, onderin.
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90
100 -15 = 85%
85

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
5. Zet tussen de 2 ingevulde
    getallen een 1.
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90
100 -15 = 85%
85

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
5. Zet tussen de 2 ingevulde
    getallen een 1.
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90
100 -15 = 85%
85
1

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
5. Zet tussen de 2 ingevulde
    getallen een 1.
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90
100 -15 = 85%
85
1
X

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90
100 -15 = 85%
85
1
X
6. Zet de verhoudingspijlen er
     bij en vul hier de
     berekeningen in.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
6. Zet de verhoudingspijlen er
     bij en vul hier de
     berekeningen in.
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90
100 -15 = 85%
85
1
X
: 100
: 100
x 85
x 85

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
7. Reken het gevraagde getal 
    uit. (niet afronden)
De Kleurwaaier
Prijs in €
97,90
100 -15 = 85%
85
1
X
: 100
: 100
x 85
x 85
2 x 48, 95 = € 97,90

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
7. Reken het gevraagde getal 
    uit. (niet afronden)
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90 : 100 x 85 = 83, 215
97,90
100 -15 = 85%
85
1
X
: 100
: 100
x 85
x 85
83, 215

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
7. Reken het gevraagde getal 
    uit. (niet afronden)
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90 : 100 x 85 = 83, 215
Let op! Contant!
97,90
100 -15 = 85%
85
1
X
: 100
: 100
x 85
x 85
83, 215

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
7. Reken het gevraagde getal 
    uit. (niet afronden)
De Kleurwaaier
Prijs in €
2 x 48, 95 = € 97,90
97,90 : 100 x 85 = 83, 215
Dus hij betaalt €83, 20.
97,90
100 -15 = 85%
85
1
X
: 100
: 100
x 85
x 85
83, 215

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd
De volgende termen moet je kennen:

  • Absolute toename = 

  • Relatieve toename = 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd
De volgende termen moet je kennen:

  • Absolute toename = toename in aantallen.

  • Relatieve toename = Procentuele toename = toename in procenten.
Schrijf dus in je aantekeningen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd
De volgende termen moet je kennen:

  • Absolute toename = toename in aantallen.

  • Relatieve toename = Procentuele toename = toename in procenten.

Absolute en relatieve afname weet je hiermee ook.
Schrijf dus in je aantekeningen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

  • Wat is de absolute afname?
  • 85 - 65 = 20.
    De absolute afname is dus € 20,-
  • Wat is de relatieve afname?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

  • Wat is de absolute afname?
  • 85 - 65 = 20.
    De absolute afname is dus € 20,-
  • Wat is de relatieve afname?
Trui

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

  • Wat is de absolute afname?
  • 85 - 65 = 20.
    De absolute afname is dus € 20,-
  • Wat is de relatieve afname?
Trui
Trui
Prijs in €

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

  • Wat is de absolute afname?
  • 85 - 65 = 20.
    De absolute afname is dus € 20,-
  • Wat is de relatieve afname?
Trui
Trui
Prijs in €
85

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

  • Wat is de absolute afname?
  • 85 - 65 = 20.
    De absolute afname is dus € 20,-
  • Wat is de relatieve afname?
Trui
Trui
Prijs in €
85
20

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

  • Wat is de absolute afname?
  • 85 - 65 = 20.
    De absolute afname is dus € 20,-
  • Wat is de relatieve afname?
Trui
Trui
Prijs in €
85
20
1

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

  • Wat is de absolute afname?
  • 85 - 65 = 20.
    De absolute afname is dus € 20,-
  • Wat is de relatieve afname?
Trui
Trui
Prijs in €
85
20
1
X

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

  • Wat is de absolute afname?
  • 85 - 65 = 20.
    De absolute afname is dus € 20,-
  • Wat is de relatieve afname?
Trui
Trui
Prijs in €
85
20
1
X
:85
:85
x 20
x 20

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

  • Wat is de absolute afname?
  • 85 - 65 = 20.
    De absolute afname is dus € 20,-
  • Wat is de relatieve afname?
Trui
Trui
Prijs in €
85
20
1
X
:85
:85
x 20
x 20
23,529...

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

  • Wat is de absolute afname?
  • 85 - 65 = 20.
    De absolute afname is dus € 20,-
  • Wat is de relatieve afname?
  • 100 : 85 x 20 = 23, 529...
    Dus de relatieve afname is
                                                  ca. 23, 5 %
Trui
Trui
Prijs in €
85
20
1
X
:85
:85
x 20
x 20
23,529...

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken van H1:


Paragraaf 1.3 volgens jouw leerroute

Nakijken en verbeteren:
Huiswerk van H1 tot nu toe.




timer
4:00
Achter de les
Testopgaven: 
G -> blz. 30

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?
Je weet wat relatieve en absolute
toe- en afname is.

Je kunt de relatieve toe- en afname
berekenen als je de absolute
toe- en afname weet.




H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden

 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is relatieve toename?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een foto van de aantekeningen die je onder deze les gemaakt hebt en stuur deze hier in.

Als je dit hebt gedaan, mag je de les verlaten.

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies