Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1a H2 wiskunde
Wat is -15 + 10?
A
-5
B
5
C
25
D
-25
1 / 32
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Wiskunde
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is -15 + 10?
A
-5
B
5
C
25
D
-25
Slide 1 - Quizvraag
Wat is -5 -3
A
2
B
8
C
-2
D
-8
Slide 2 - Quizvraag
Wat is -2 x 4?
A
4
B
4
C
-8
D
-12
Slide 3 - Quizvraag
Ik kan met negatieve getallen rekenen
5 + - 1
A
6
B
4
C
- 4
D
- 6
Slide 4 - Quizvraag
Ik kan met negatieve getallen rekenen
- 8 + - 2
A
- 10
B
10
C
- 6
D
6
Slide 5 - Quizvraag
Ik kan met negatieve getallen rekenen
2 - - 1
A
3
B
- 3
C
1
D
- 1
Slide 6 - Quizvraag
Ik kan met negatieve getallen rekenen
- 7 - - 10
A
- 17
B
17
C
3
D
- 3
Slide 7 - Quizvraag
De juiste rekenvolgorde is:
A
+ - x : ( )
B
( ) + - x :
C
( ) x : + -
D
x : ( ) + -
Slide 8 - Quizvraag
Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?
18 : 2 + 4 x 5 =
A
Je doet eerst de plussom
B
Het maakt niet uit wat je eerst doet
C
Je doet eerst de deelsom
D
Je doet eerst de keersom
Slide 9 - Quizvraag
Reken deze som uit:
6 + 94 - 3 x 7=
THEMA REKENVOLGORDE
A
679
B
600
C
79
D
97
Slide 10 - Quizvraag
los de volgende som op volgens de rekenvolgorde:
15 + 20 : 4 x 5
A
35 : 4 x 5 8,75 x 5 = 43,75
B
15 + 5 x 5= 15 + 25 = 40
C
15 + 20 : 20 = 15 + 1 = 16
Slide 11 - Quizvraag
Ik ken de rekenvolgorde.
Wat is de juiste rekenvolgorde?
A
Haakjes, plus en min, keer en delen
B
Haakjes, keer en delen, plus en min
C
Keer en delen, haakjes, plus en min
D
Keer en delen, haakjes, plus en min
Slide 12 - Quizvraag
9. Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?
4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen
Slide 13 - Quizvraag
Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?
18 : 2 + 4 x 5 =
A
Je doet eerst de plussom
B
Het maakt niet uit wat je eerst doet
C
Je doet eerst de deelsom
D
Je doet eerst de keersom
Slide 14 - Quizvraag
Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?
(5 -2) + 4 x 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen
Slide 15 - Quizvraag
9. Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?
4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen
Slide 16 - Quizvraag
Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?
4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen
Slide 17 - Quizvraag
los de volgende som op volgens de rekenvolgorde:
15 + 20 : 4 x 5
A
35 : 4 x 5 8,75 x 5 = 43,75
B
15 + 5 x 5= 15 + 25 = 40
C
15 + 20 : 20 = 15 + 1 = 16
Slide 18 - Quizvraag
los de volgende som op volgens de rekenvolgorde:
40 : (8 - 3 x 2)=
A
40 : (5 x 2) 40 : 10 = 4
B
5 - 3 x 2 = 2 x 2 = 4
C
40 : (8 - 6)= 40 : 2 = 20
Slide 19 - Quizvraag
Reken deze som uit:
6 + 94 - 3 x 7=
THEMA REKENVOLGORDE
A
679
B
600
C
79
D
97
Slide 20 - Quizvraag
welke temperatuur is het
koudst?
A
-9
B
-5
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de temperatuur?
A
10
B
-10
C
0
D
-5
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent het > teken?
Groter, kleiner of gelijk
A
is groter dan
B
is kleiner dan
C
is gelijk aan
Slide 23 - Quizvraag
De temperatuur is -2 graden en daalt met 5 graden. Wat is de nieuwe temperatuur in graden?
A
3
B
-3
C
7
D
-7
Slide 24 - Quizvraag
Groter of kleiner?
-15 .......... -50
A
>
B
<
C
=
D
?
Slide 25 - Quizvraag
Groter of kleiner?
-4 .......... 3
A
<
B
>
C
=
D
?
Slide 26 - Quizvraag
Vorige keer:
2.4 Groter, kleiner en gelijk
5 ... 10
6,75 ... 6,7
6 : 2 ... 1 + 2
>
<
=
Slide 27 - Sleepvraag
Groter of kleiner?
-1 .......... -5
A
<
B
>
C
=
D
?
Slide 28 - Quizvraag
Groter >, kleiner < of gelijk =
43 ...... 34
A
>
B
<
C
=
Slide 29 - Quizvraag
Groter of kleiner?
0,4 ......... 5
A
<
B
>
C
=
D
?
Slide 30 - Quizvraag
Groter >, kleiner < of gelijk =
0,03 ...... 0,02
A
>
B
<
C
=
Slide 31 - Quizvraag
Groter of kleiner?
-78 .......... -79
A
<
B
>
C
=
D
?
Slide 32 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Laatste les voor de toets
November 2023
- Les met
16 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Laatste les voor de toets
November 2023
- Les met
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
H2 proefwerk Getallen
Januari 2021
- Les met
24 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Negatieve getallen
April 2018
- Les met
30 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1 VMBO - H6.4 Negatieve getallen op de rekenmachine
Februari 2021
- Les met
34 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
oefening H5 negatieve getallen
Januari 2022
- Les met
29 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2.2 Negatieve getallen
September 2024
- Les met
35 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
oefenen negatieve getallen
November 2023
- Les met
32 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1