Les 8 + 9 basisstof 5 en 6 + quiz

H6: Voortplanting bij planten
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6: Voortplanting bij planten

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk controleren 
Geen huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les: 
-Kun je uitleggen dat bij geslachtelijke voorplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert
-Kun je voorbeelden geven van geslachtelijke voorplanting. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorplantingsorganen 
De mannelijke voortplantingsorganen zijn meeldraden. Een meeldraad bestaat uit een meeldraad en helmknop.

De vrouwelijke voortplaningsorganen is de stamper. Een stamper bestaat uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.

Slide 4 - Tekstslide

Geslachtscellen
  • Bij geslachtelijke voortplanting vindt er bevruchting plaats
  • Altijd door twee geslachtscellen
  • Één vrouwelijk, en één mannelijk

Slide 5 - Tekstslide

Zelfbestuiving: Geslachtscellen afkomstig van dezelfde plant
Kruisbestuiving: Geslachtscellen afkomstig van twee verschillende planten (van dezelfde soort) 

Slide 6 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
  • Door meiose ontstaan er geslachtscellen die                                de helft van de chromosomen hebben (12)


Eicel (12) + stuifmeelkorrel (12) = bevruchte eicel (24)

  • Door meiose worden de choromosmen niet gekopieerd, maar verdeeld over de dochtercellen. 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Bevruchting

Na bevruchting:


Eicel --> kiem


Zaadbeginsel --> zaad


Vruchtbeginsel --> vrucht

Slide 10 - Tekstslide

Variatie
Bij geslachtelijke voorplanting hebben de nakomelingen niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders. 

Slide 11 - Tekstslide

Waar vindt meiose plaats?
M
M

Slide 12 - Sleepvraag

In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
Bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
Bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
Bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het grootste voordeel van geslachtelijke voortplanting?
A
Kost weinig energie
B
Gaat snel
C
Hogere weerstand
D
Genetische variatie

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting bij planten
A
Knollen
B
Wortelstokken
C
Bestuiving
D
Uitlopers

Slide 15 - Quizvraag

https://schooltv.nl/video-item/waarom-eten-we-maar-een-soort-bananen-dezelfde-bananen-voor-verschillende-prijzenuur

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag 
Basisstof 6 geslachtelijke voortplanting
Maak opdracht 1, 5,  7 en 8 (blz. 202)
Topklas blz. 216
OF
Werken aan het verslag 


Slide 17 - Tekstslide

H6: Voortplanting bij planten

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk controleren 
Diagnostische toets 1 t/m 6 + 8 

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Na deze les: 
-Kun je uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
-Kun je voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.

Slide 22 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting bij planten
Als uit een deel van een plant een nieuwe plant groeit, is dit ongeslachtelijke voortplanting.

Ongeslachtelijke voortplanting: Er is GEEN eicel, GEEN stuifmeelkorrel voor nodig.

De nieuwe plant is 100% gelijk aan de moederplant

Slide 23 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voorplanting

  • Nakomelingen ontstaan door celdeling
  • Nakomelingen zijn identiek aan hun ouders

Slide 24 - Tekstslide

Hoe?

  •  Door gewone celdeling deelt de bevruchte                                 eicel zich en het plantje groeit.  
  • De nieuwe plant heeft 24 chromosmen per cel. 



Slide 25 - Tekstslide

Bij ongeslachtelijke voortplanting wordt een deel van de moeder-plant een nieuwe plant: 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

De zaadjes zijn een voorbeeld van:
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 28 - Quizvraag

De uitlopers zijn een voorbeeld van:
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Knollen

 Knollen zijn verdikte stengels met reservevoedsel en knoppen

Een knol heeft knoppen (ogen) waar uitlopers uit groeien. Uit één groeit een nieuwe plant. 

Deze heeft dus dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant.

Aan deze plant ontstaan weer knollen. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Wat eet je bij AARDAPPELS?
A
wortels
B
stengels
C
vruchten
D
zaden

Slide 33 - Quizvraag

Kan een aardappel zich geslachtelijk voortplanten?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Bollen
Bij bolgewassen vindt ongeslachtelijke voortplanting plaats door bollen.

Een bol bestaat uit wortels, de bolschijf (heel korte stengels) en rokken (verdikte bladeren met reservevoedsel). 

Slide 36 - Tekstslide

Bollen
 Tussen de rokken bevinden zich meerdere knoppen. Uit 1 ontstaat een plant in het voorjaar, de rest van de knoppen ontwikkeling zich tot nieuwe bollen.

De nieuwe plant en de nieuwe bollen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant. 

Slide 37 - Tekstslide

Plantenbieb 
Stekken kan op verschillende manieren gebeuren. Voorbeelden
hiervan zijn een topstek, bladstek of stengelstek.

Slide 38 - Tekstslide

Weefselkweek
Plantenkwekers doen veel aan ongeslachtelijke voortplanting. -> vermeerderen van planten 
-> weefselkweek 

De knoppen worden van de plant gesneden = groeipunt 


Slide 39 - Tekstslide

Weefselkweek
De kweker doet de groeipunten in buisjes
-> kleine plantjes
-> na 6 weken nieuwe groeipunten aan de plantjes

Binnen een jaar kan een kweker uit één plant meer dan 50.000 nieuwe planten maken!


Slide 40 - Tekstslide

Een knol is een :
A
korte wortel
B
verdikte stengel
C
verdikte knop
D
zaadje

Slide 41 - Quizvraag

Een bol is een :
A
korte stengel met rokken
B
verdikte wortel met rokken
C
verdikte knop
D
een zaadje

Slide 42 - Quizvraag

Wat is knoflook?
A
Een vrucht
B
Een bol
C
Een bloem
D
Een knol

Slide 43 - Quizvraag

Bij het stekken van planten heeft de stek 50% DNA van de moeder-
en 50% DNA van de vader-plant
A
waar
B
niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke  voortplanting
Sleep de teksten in de blauwe vakken naar het juiste rode vak.
Eicel en zaadcel versmelten met elkaar tijdens deze soort voortplanting
Nakomelingen zijn identiek aan de ouders
Geslachtscellen spelen tijdens deze soort voortplanting geen rol. 
Nakomelingen zijn niet identiek

Slide 45 - Sleepvraag

Aan de slag 
Basisstof 5 
Maak opdracht 1, 3, 5, 7 en 8  blz. 194
Topklas blz. 209

Eerst 10 minuten in stilte 
timer
10:00

Slide 46 - Tekstslide

H6: Voortplanting bij planten

Slide 47 - Tekstslide

Planning
*Video planten (20 min) --> maak aantekeningen 
*Quiz
*Verslag inleveren 

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video

quiz.ntr.nl/klassenquiz
421864b6

Slide 50 - Tekstslide

https://quiz.ntr.nl/quiz/455/start

Slide 51 - Tekstslide

Aan de slag
Basisstof 6 geslachtelijke voortplanting

Maak opdracht 1, 5, 7 en 8 (blz. 202)
Topklas 216

Slide 52 - Tekstslide