Zakelijke mail PO

Zakelijke mail PO
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke mail PO

Slide 1 - Tekstslide

PO lezen en opdracht 1 maken
10 minuten de tijd.

Slide 2 - Tekstslide

Stelling, argument en
 ondersteuning

Stelling: Dat wat je vindt. Jouw mening
Argument: Waarom je dat vindt?
Ondersteuning: Voorbeeld of uitleg bij jouw argument

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld:
School is eigenlijk best leuk (stelling), omdat je vrienden kan maken (argument). Als ik geen school had gehad, had ik mijn beste vrienden niet leren kennen (ondersteuning).

Geen telefoon in de klas is eigenlijk best wel goed (standpunt), want daardoor kan ik me beter concentreren (argument). Als mijn telefoon in mijn broekzak zat, was ik door elke notificatie afgeleid. 

Slide 4 - Tekstslide

Maken opdracht 2
10 minuten de tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Zakelijke mail - taalgebruik
Wat voor taalgebruik gebruik je in een zakelijke mail?
Je schrijft de mail aan iemand die je niet kent. Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. Dit noem je formeel taalgebruik (denk aan hoofdletters). Bijvoorbeeld:
  • Geen jij/je, maar U
  • Mevrouw Van der Veen
  • Meneer De Groot

Slide 6 - Tekstslide

Zakelijke mail - opzet
Een zakelijke mail heeft een vaste opzet, namelijk:
  • Aanhef
  • Inleiding
  • Middenstuk
  • Slot
  • Slotgroet 
  • Ondertekening

Slide 7 - Tekstslide

Zakelijke mail - aanhef
Wat staat er in de aanhef?
Je begint je zakelijke mail met een nette aanhef om hem goed en netjes te beginnen (denk aan hoofdletters). Na de aanhef komt altijd een komma. Bijvoorbeeld:
  • Geachte heer/mevrouw,
  • Geachte mevrouw Van Gaal,
  • Geachte meneer Venhuizen,

Slide 8 - Tekstslide

Zakelijke mail - inleiding
Wat staat er in de inleiding?
In de inleiding schrijf je wie je bent, waar je woont en hoe oud je bent (denk aan hoofdletters). Ook noem je de reden waarom je schrijft. Bijvoorbeeld:

  • Mijn naam is….. Ik ben … jaar en ik woon in ……
Ik schrijf u, omdat ……….

Slide 9 - Tekstslide

Zakelijke mail - middenstuk
Wat staat er in het middenstuk?
In het middenstuk geef je informatie en geef je antwoord op alle vragen die gesteld worden (staat in de opdracht). Bijvoorbeeld:
  • Ik heb 2 weken geleden een afspraak bij u in de praktijk gemaakt, maar nu is er iets tussen gekomen. Is het mogelijk om de afspraak naar een ander moment te verplaatsen?

Slide 10 - Tekstslide

Zakelijke mail - slot
Wat staat er in het slot?
In het slot vraag je om een reactie en bedank je de persoon aan wie je schrijft. Bijvoorbeeld:

  • Ik zie uw reactie graag tegemoet. Alvast bedankt voor de moeite.

Slide 11 - Tekstslide

Zakelijke mail - slotgroet
Wat staat er in de slotgroet?
In de slotgroet sluit je vriendelijk af. Na de groet komt altijd een komma. Bijvoorbeeld:

  • Met vriendelijke groeten,

Slide 12 - Tekstslide

Zakelijke mail - ondertekening
Wat staat er in de ondertekening?
In de ondertekening zet je je eigen voor- en achternaam (denk aan hoofdletters). Bijvoorbeeld:

  • Bas van Duivenbode
  • Lilian de Vries
  • Paulien De Groot-Veenstra

Slide 13 - Tekstslide

Zakelijke mail - tips
Hieronder nog een aantal tips voor het schrijven van een zakelijke mail:

  • Spreek de ander aan met 'u' en gebruik beleefde taal
  • Gebruik een witregel tussen alle onderdelen
  • Denk om hoofdletters bij namen

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 3 maken
15 minuten de tijd
Klaar? Werk verder aan opdracht 4.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 4 maken
20 minuten de tijd 
Vrijdag 7 juni is opdracht 4 af.

Slide 16 - Tekstslide