fictie H3 en H4

3.1 & 4.1 Fictie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.1 & 4.1 Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je:
-Wat karakterontwikkeling bij een personage is.
-Wat spanning in een boek is.
- Wat spanningsvragen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog over de hoofdpersoon van een boek? Hoe weet je wie de hoofdpersoon is?

Slide 3 - Open vraag

De hoofdpersoon

- Je weet hoe hij/zij eruit ziet
- Je weet wat hij/zij denkt of voelt
- Hij/zij komt het meest voor in het verhaal 

Slide 4 - Tekstslide

Wat zegt het woord
'karakter'
je?

Slide 5 - Woordweb

Een karakter is:
"het geheel van persoonskenmerken, die zowel erfelijk zijn bepaald, als aangeleerd." 
Daarmee wordt eigenlijk bedoeld: hoe je doet en hoe je bent. En hoe je dit geworden bent, komt door hoe je ouders zijn (erfelijk) en hoe je opvoeding is (aangeleerd). 
En ik denk stiekem ook gewoon nog iets wat helemaal van jou is. 

Slide 6 - Tekstslide

Karakter - hoe je doet en hoe je bent
Erfelijk - van je ouders

Opvoeding - aangeleerd

Slide 7 - Tekstslide

timer
1:00
Wat betekent het woord
ontwikkeling? Je mag het opzoeken, je krijgt 1 minuut...

Slide 8 - Woordweb

En als je deze twee aan elkaar plakt, krijg je: 
karakterontwikkeling. 
Een hoofdpersoon maakt altijd een karakterontwikkeling door. 
Daarmee wordt bedoeld dat ze iets meemaken, waardoor ze veranderen van karakter.

Bijvoorbeeld: een meisje begint heel verlegen, maar wordt in het verhaal gedwongen om iets stoers te doen - daarna is zij nooit meer zo verlegen als in het begin van het boek.

Slide 9 - Tekstslide

En als je deze twee aan elkaar plakt, krijg je: 
karakterontwikkeling. 
Een hoofdpersoon maakt altijd een karakterontwikkeling door. 
Daarmee wordt bedoeld dat ze iets meemaken, waardoor ze veranderen van karakter.

Bijvoorbeeld: een meisje begint heel verlegen, maar wordt in het verhaal gedwongen om iets stoers te doen - daarna is zij nooit meer zo verlegen als in het begin van het boek.

Slide 10 - Tekstslide

Lief en verlegen
Zelfverzekerd

Slide 11 - Tekstslide

Boos, arrogant, gemeen
Vriendelijk en zachtaardig

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke spanningsvraag kun je bij dit stukje stellen?

Slide 14 - Tekstslide

Noteer hier je spanningsvraag.

Slide 15 - Open vraag

Over de trailer in de volgende dia
Titel: The Titanic
Verhaal: Twee totaal verschillende personages (een rijke vrouw en een arme man) ontmoeten elkaar op een schip tijdens een lange reis tussen Engeland en Amerika. Ze worden verliefd. Het schip, The Titanic, vaart uiteindelijk tegen een ijsberg.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Welke spanningsvragen zou je kunnen stellen na deze trailer?

Slide 18 - Open vraag

Over de trailer in de volgende dia
Titel: The Italian job
Tijd: Chronologisch 
Verhaal: Een groep dieven stelen een boel goud van een bekende die hen heeft bedrogen. Dit het einde van de film.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Welke spanningsvraagje kun je na dit fragment stellen?

Slide 21 - Open vraag