Hormonen
De volgende hormonen spelen een rol in ons lichaam:
1 hormonen uit de alvleesklier;
2 hormonen uit de hypofyse;
3 hormonen uit de schildklier;
4 hormonen uit een bijnier.
Welke hormonen hebben invloed op de groei?
1 hormonen uit de alvleesklier;
2 hormonen uit de hypofyse;
3 hormonen uit de schildklier;
4 hormonen uit een bijnier.
Welke hormonen hebben invloed op de groei?
A
Alleen 1.
B
Alleen 2.
C
Zowel 1 als 4.
D
Zowel 2 als 3.
1 / 13
Onderdelen in deze les
De volgende hormonen spelen een rol in ons lichaam:
1 hormonen uit de alvleesklier;
2 hormonen uit de hypofyse;
3 hormonen uit de schildklier;
4 hormonen uit een bijnier.
Welke hormonen hebben invloed op de groei?
1 hormonen uit de alvleesklier;
2 hormonen uit de hypofyse;
3 hormonen uit de schildklier;
4 hormonen uit een bijnier.
Welke hormonen hebben invloed op de groei?
A
Alleen 1.
B
Alleen 2.
C
Zowel 1 als 4.
D
Zowel 2 als 3.
Slide 1 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk hormoon worden ook wel 'stress' hormoon genoemd?
A
Adrenaline
B
testosteron
C
Melatonine
D
Oxytocine
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de functie van de hormonen van de alvleesklier?
Deze hormonen regelen de:
Deze hormonen regelen de:
A
hoeveelheid gal.
B
bloedsuikerspiegel.
C
dikte van de klieren.
D
productie van maagsap.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Iemand met suikerziekte heeft hormonen nodig. Deze hormonen worden in het bloed ingespoten.
Welke uitspraak over deze hormonen is juist
Welke uitspraak over deze hormonen is juist
A
Deze hormonen zijn eiwitten
B
Deze hormonen zijn koolhydraten
C
Deze hormonen zijn vetten
D
Deze hormonen zijn vitaminen
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat doet het hormoon renine?
A
zet angiotensine 1 om in angiotensine 2
B
zet angiotesinogeen om in angiotensine 1
C
zet het enzym ACE om in angiotensine
D
weet ik niet
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat doet het hormoon ADH?
A
Zorgt ervoor dat je meer water uitscheid
B
Zorgt ervoor dat er meer zouten worden teruggeresorbeerd
C
Zorgt ervoor dat er meer water wordt teruggeresorbeerd
D
Zorgt ervoor dat je meer afvalstoffen uitscheid
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hormonen zijn:
A
Stoffen die de werking van organen regelen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
Hormoonklieren
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
verhoging van het hormoon adrenaline komt door activatie van het
A
Sympathisch zenuwstelsel
B
Parasympatisch zenuwstelsel
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Door welke soort klieren worden hormonen geproduceerd?
A
Endocriene klieren
B
Exocriene klieren
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij een negatieve terugkoppeling maakt de schildklier meer hormoon
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet
Slide 10 - Quizvraag
bij een negatieve terugkoppeling maakt de schildklier minder hormoon.
Wat is de medische term voor de studie van hormonen?
A
Gastro-enterologie
B
Cardiologie
C
Endocrinologie
D
Nefrologie
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Juist of onjuist:
Histamine is een hormoon die vrijkomt bij beschadiging van weefsel
Histamine is een hormoon die vrijkomt bij beschadiging van weefsel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is Insuline een hormoon?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
