21 maart 2025

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

pen + papier op tafel

Het programma:

• Korte uitleg werkwoorden haben und sein

• Quiz
• Aufgaben machen
  
  

Het leerdoel

Je kunt het werkwoord sein vervoegen

Je kunt het werkwoord haben vervoegen

werkwoorden vervoegen

Om werkwoorden te kunnen vervoegen heb je een aantal dingen nodig:

- Je moet alle persoonlijke voornaamwoorden kennen

- Je moet weten welke vormen van het werkwoord haben/sein bij de persoonlijke voornaamwoorden horen

persoonlijke voornaamwoorden

enkelvoud:

ik = ich

jij = du

hij = er

zij = sie

het = es

persoonlijk voornaamwoord

meervoud:

wij = wir

jullie = ihr

zij = sie

u = Sie

even oefenen

Wat is de juiste vertaling?

ik

1. ich
2. du
3. er
4. es

jullie

1. wir
2. ihr
3. sie
4. Sie

het

1. ich
2. er
3. sie
4. es

sie

1. zij
2. u
3. jullie
4. het

Hoe zien de werkwoorden haben/sein er ook alweer uit?

Und jetzt seid ihr dran!

Wir machen selbstständig eine Aufgabe.

Beredeneer ook hoe je op het antwoord bent gekomen

Bist du fertig? -> Hausaufgaben

1. Ich ... Lehrer. (sein)

2. Ihr ... gut gearbeitet. (haben)

3. Wir ... Hausaufgaben gemacht. (haben)

4. Ihr ... zu spät. (sein)

5. Lisa ... krank. (sein)

6. Ich ... etwas gemacht. (haben)

7. Du ... viele Freunde. (haben)

8. Er ... heute Geburtstag. (haben)

9. Ihr ... schöne Autos. (haben)

10. Mein Bruder ... sehr groß. (sein)

11. Das Buch ... auf dem Tisch. (sein)

12. Die Kinder ... im Garten. (sein)

13. Meine Eltern ... verheiratet. (getrouwd). (sein)

1. Ich bin Lehrer. (sein)

2. Ihr habt gut gearbeitet. (haben)

3. Wir haben Hausaufgaben gemacht. (haben)

4. Ihr seid zu spät. (sein)

5. Lisa ist krank. (sein)

6. Ich habe etwas gemacht. (haben)

7. Du hast viele Freunde. (haben)

8. Er hat heute Geburtstag. (haben)

9. Ihr habt schöne Autos. (haben)

10. Mein Bruder ist sehr groß. (sein)

11. Das Buch ist auf dem Tisch. (sein)

12. Die Kinder sind im Garten. (sein)

13. Meine Eltern sind verheiratet. (sein)

Poster

Maak een poster van de werkwoorden haben/sein.

De hele rijtjes van haben/sein moeten op de poster staan

Verzin zelf 8 oefenzinnen (4 met haben, 4 met sein)

Vrijdag 4 april inleveren