Redemittel 2 vwo K2

Redemittel 2 vwo (K2-L6)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Redemittel 2 vwo (K2-L6)

Slide 1 - Tekstslide

op zondag
A
auf Sonntag
B
am Sonntag
C
at Sonntag
D
an Sonntag

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent: Sag mir bitte bescheid ob du kommst.
A
Laat even weten wat je drinkt.
B
Laat even weten of je komt.
C
Laat even weten hoe laat je thuis bent.
D
Laat even weten of je broer ook komt.

Slide 3 - Quizvraag

een gelukkig nieuwjaar
A
ein froh neu Jahr
B
ein frohes neues Jahr
C
eines frohes neues Jahr
D
eine frohe neues Jahr

Slide 4 - Quizvraag

Beste Hans (of een andere man)
A
Lieber Hans
B
Liebe Hans
C
Liebes Hans
D
Lieb Hans

Slide 5 - Quizvraag

Beste Lisa (of een andere vrouw)
A
Lieber Lisa
B
Lieb Lise
C
Liebe Lisa
D
Liebes Lisa

Slide 6 - Quizvraag

Ik vier mijn verjaardag.
A
Ich feier mein Geburtstag.
B
Ich feier meine Geburtstag.
C
Ich feiere meine Geburtstag.
D
Ich feiere meinen Geburtstag.

Slide 7 - Quizvraag

Hartelijk bedankt
A
Viele Dank.
B
Vielen Dank.
C
Viel Dank.
D
Vieles Dank.

Slide 8 - Quizvraag

Vrolijk pasen
A
Frohe Weihnachten
B
Frohe Ostern
C
Frohe Hochzeit
D
Frohe Ferien

Slide 9 - Quizvraag

Veel succes!
A
Viel Erfolg!
B
Viel Spaß!
C
Viel Besserung!
D
Viel Glückwunsch!

Slide 10 - Quizvraag

in het weekend
A
im Wochenende
B
am Wochenende
C
in Wochenende
D
um Wochenende

Slide 11 - Quizvraag

bij mij thuis
A
bei mich zu Hause
B
bei uns zu Hause
C
bei mir zu Hause
D
bei ich zu Hause

Slide 12 - Quizvraag

de zaterdag

Slide 13 - Open vraag

volgende week

Slide 14 - Open vraag

door de week

Slide 15 - Open vraag

van 20.00 tot 24.00 uur
A
van 20.00 till 24.00 Uhr
B
von 20.00 zu 24.00 Uhr
C
van 20.00 bis 24.00 Uhr
D
von 20.00 bis 24.00 Uhr

Slide 16 - Quizvraag

woensdag
A
Mitwoch
B
Mittwoch
C
Mittwoche
D
Mitwoche

Slide 17 - Quizvraag

Het feestje is op vrijdag.
A
Die Party is am Freitag.
B
Die Party ist auf Freitag.
C
Die Party is auf Freitag.
D
Die Party ist am Freitag

Slide 18 - Quizvraag

Fijne vakantie
A
schöne Vakanzie
B
schöne Ferien
C
feine Ferien
D
feine Vakanzie

Slide 19 - Quizvraag

Hartelijke groeten
A
Herzlich Grüß
B
Herzliche Grüß
C
Herzliche Grüße
D
Herzlich Grüße

Slide 20 - Quizvraag

Je mag .......... (iemand meebrengen)
A
Du kannst
B
Du willst
C
Du darfst
D
Du magst

Slide 21 - Quizvraag

de uitnodiging
A
die Einladung
B
das einladung
C
das Einladung
D
der Einladung

Slide 22 - Quizvraag

Beterschap!
A
Gut Besserung
B
Gute Bessering
C
Gute Besserung
D
Gut Bessering

Slide 23 - Quizvraag

ENDE

Slide 24 - Tekstslide