De Horeca: Wat weet jij allemaal?

De horeca: Wat weet je allemaal?
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedieningMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De horeca: Wat weet je allemaal?

Slide 1 - Tekstslide

Wat voor vergunning moet een horeca bedrijf hebben om alcohol te schenken?
A
Drank- en Horecavergunning
B
Omgevingsvergunning
C
Terrasvergunning
D
Evenementenvergunning

Slide 2 - Quizvraag

Wat is belangrijk voor een toeristische gast tijdens zijn verblijf?
A
Goede wifi en weinig gestoord worden
B
Vriendelijke service en storytelling
C
Weinig keus uit de menukaart
D
Snelle service en storytelling

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het verflensen
van thee?
A
Het drogen van theebladeren
B
Het malen van theebladeren
C
Het fermenteren van theebladeren
D
Het laten verwelken van theebladeren

Slide 4 - Quizvraag

Waar staat M.E.P. voor in de horeca?
A
'Van zijn plaats halen'
B
'Verplaatsen van materialen'
C
'Op zijn plaats zetten'
D
Grove schoonmaak werkzaamheden

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor soort glas zie je op de foto?
A
Borrel glas
B
Schwenker
C
Wijn glas
D
PSV glas

Slide 6 - Quizvraag

Welk buitenlands gedistilleerd drankje komt uit Schotland?
A
Rum
B
Whisky
C
Vodka
D
Gin

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn de 6 p's om een horeca bedrijf te starten?
A
Product, prijs, plaats, promotie, personeel, presentatie
B
Product, prijs, plaats, promotie, personeel, project
C
Product, prijs, plaats, promotie, personeel, programma
D
Product, prijs, plaats, promotie, personeel, planning

Slide 8 - Quizvraag

Wat is crossselling?
A
Het proberen verkopen van gerecht tegen een hogere prijs dan normaal
B
Het proberen verkopen van gerecht die de gast niet nodig heeft
C
Het proberen te verkopen van gerecht van een concurrent
D
Het proberen verkopen van een supplement bij een gerecht

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor glas zie je op de foto?
A
Port glas
B
Champagne flute
C
Old fashioned glas
D
Bourgogne glas

Slide 10 - Quizvraag

Na hoeveel waarschuwingen mag je een gast uit een horeca zaak sturen?
A
Bij de vierde waarschuwing
B
Bij de tweede waarschuwing
C
Bij de eerste waarschuwing
D
Bij de derde waarschuwing

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een versterkte wijn?
A
Jenever
B
Sherry
C
Cognac
D
Chardonnay

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de meest gebruikte koffieboon om koffie mee te zetten?
A
Arabica
B
Robusta
C
Liberica
D
Excelsa

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor barmateriaal
zie je op de foto?
A
Jigger
B
Cobler
C
Hawk Strainer
D
Mudler

Slide 14 - Quizvraag

Wat is upselling?
A
Het aanbieden van duurdere alternatieven aan de gast
B
Het verkopen van goedkopere gerechten aan de gast
C
Het aanbieden van het dezelfde gerecht aan de gast
D
Het afwijzen van verzoeken van de gast

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een veelvoorkomende reactie op een glutenallergie?
A
Huiduitslag
B
Hoofdpijn en vermoeidheid
C
Darmklachten zoals buikpijn, diarree en opgeblazen gevoel
D
Koorts en hoesten

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een blauwe wijn druif?
A
Merlot
B
Chardonnay
C
Pinot Grigio
D
Riesling

Slide 17 - Quizvraag

Wat kun je niet eten bij een lactose intolerantie?
A
Brood
B
Melk
C
Mosterd
D
Rauwe vis

Slide 18 - Quizvraag

Wat mag een zwangere vrouw niet eten?
A
Gebakken eieren
B
Gekookte groenten
C
Rauw vlees en rauwe vis
D
Gepasteuriseerde kaas

Slide 19 - Quizvraag

Hoe oud moet een gast minimaal zijn waar je alcohol aan serveert?
A
16 jaar
B
21 jaar
C
18 jaar
D
25 jaar

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een digestief?
A
Frisdrank
B
Bier
C
Cognac
D
Wijn

Slide 21 - Quizvraag

Welke stof wordt omgezet in alcohol tijdens het bierbrouwproces?
A
Vetten
B
Suikers
C
Koolhydraten
D
Eiwitten

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de definitie van sociale hygiëne?
A
Het promoten van ongezond gedrag in de horeca.
B
Het schoonhouden van openbare ruimtes.
C
Het verminderen van sociale interactie in de samenleving.
D
Het voorkomen van maatschappelijke overlast en het bevorderen van de veiligheid en gezondheid in horecabedrijven.

Slide 23 - Quizvraag

Wat betekent horeca?
A
Hotels en Restaurants
B
Café en Restaurant
C
Café en Bar
D
Hotel, Restaurant, Café

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het belang van hygiëne in de horeca?
A
Het verminderen van kosten
B
Het verbeteren van de sfeer
C
Het voorkomen van ziektes
D
Het verhogen van de winst

Slide 25 - Quizvraag

Welk barmateriaal zie
je op de foto?
A
Piston
B
Blind filter
C
Tamper
D
Jigger

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een binnenlands gedistilleerd drankje?
A
Rum
B
Wodka
C
Tequila
D
Jenever

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveel port serveer je in een glas?
A
35 ml
B
55 ml
C
125 ml
D
250 ml

Slide 28 - Quizvraag

Hoeveel milliliter wijn serveer je doorgaans in een wijnglas?
A
150 ml
B
100 ml
C
200 ml
D
125 ml

Slide 29 - Quizvraag

Wat bevat wel gluten?
A
Brood van tarwe
B
Groenten
C
Fruit
D
Rijst

Slide 30 - Quizvraag

Wat is eesten in
het bierbrouwproces?
A
Het drogen van de mout boven
B
Het laten rusten van de wort
C
Het toevoegen van hop aan de wort
D
Het filteren van de wort

Slide 31 - Quizvraag

Wat is wort in het bierbrouwproces?
A
De hop die aan het begin van het brouwproces wordt toegevoegd
B
Een kruidenmengsel dat aan het einde van het brouwproces wordt toegevoegd
C
Een speciaal soort gist dat wordt gebruikt om bier te maken
D
De vloeistof die ontstaat door het maischen en filtreren van de mout

Slide 32 - Quizvraag

Hoeveel milliliter is een standaard jigger?
A
20 ml
B
50 ml
C
40 ml
D
35 ml

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het homogeniseren
van melk?
A
Het toevoegen van extra vet aan de melk
B
Het verwijderen van de vetdeeltjes uit de melk
C
Het gelijkmatig verdelen van de vetdeeltjes
D
Het proces van het pasteuriseren van melk

Slide 34 - Quizvraag

Waar zorgt het branden van de cacaoboon voor?
A
Het verlagen van de voedingswaarde
B
Een verandering van smaak en aroma
C
Het verhogen van het vetgehalte
D
Het verwijderen van vocht uit de boon

Slide 35 - Quizvraag

Hoe ontstaat alcohol bij het wijn maken?
A
Door toevoeging van gist
B
Door fermentatie van suikers in druivensap
C
Door verhitting van druivensap
D
Door toevoeging van alcohol

Slide 36 - Quizvraag

Wanneer mag je water
bronwater noemen?
A
Het wordt direct gebotteld bij een erkende bron
B
Als het voldoet aan de wettelijke eisen
C
Niet direct bottelen bij een erkende bron
D
Als het uit de kraan komt

Slide 37 - Quizvraag

Voor hoeveel procent moet vers vruchtensap uit vruchten bestaan?
A
100%
B
75%
C
50%
D
90%

Slide 38 - Quizvraag

Wat is kruisbesmetting?
A
Besmetting van voedsel met bacteriën van andere producten.
B
Een besmetting door kruisspinnen.
C
Besmetting van voedsel met virussen.
D
Een allergische reactie op voedsel.

Slide 39 - Quizvraag

Wat is belangrijk voor een zakelijke gast tijdens het verblijf?
A
Een uitgebreid ontbijtbuffet en roomservice
B
Een luxe spa en massageservices
C
Goede wifi en een rustige omgeving.
D
Een groot zwembad en een fitnessruimte

Slide 40 - Quizvraag

En de winnaar is......................

Slide 41 - Tekstslide