Formuleren H3/Formuleren H6

Programma
Toetsdatum afspreken: donderdag 28 januari 
(Stof: Formuleren H1, H3 en H6)
1) Bespreken huiswerk
2) extra uitleg via Nieuw Nederlands/youtube 
3) Theorie zinnen symetrisch formuleren
4) opdrachten
5) Huiswerk
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
Toetsdatum afspreken: donderdag 28 januari 
(Stof: Formuleren H1, H3 en H6)
1) Bespreken huiswerk
2) extra uitleg via Nieuw Nederlands/youtube 
3) Theorie zinnen symetrisch formuleren
4) opdrachten
5) Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Bespreken opdracht 1
  • 1) Stap a: ow van de hoofdzin = de helikopter van de president
  • stap b: het verzwegen onderwerp = de president
  • Stap c: fout 

  • 2) stap a: ow van de hoofdzin = de zwaarbeladen ezels
  • stap b: het verzwegen onderwerp = de zwaarbeladen ezels
  • stap c: goed

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdracht 1
  • 3) Stap a: ow van de hoofdzin = de voorstelling
  • stap b: het verzwegen onderwerp = een persoon (hij, zij, wij..)
  • Stap c: fout 

  • 4) stap a: ow van de hoofdzin = de macaroni
  • stap b: het verzwegen onderwerp = een leerling/docent
  • stap c: fout

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken opdracht 1
  • 5) Stap a: ow van de hoofdzin = de bus
  • stap b: het verzwegen onderwerp = een passagier/passagiers
  • Stap c: fout 

  • 6) stap a: ow van de hoofdzin = ik
  • stap b: het verzwegen onderwerp = ik
  • stap c: goed

Slide 5 - Tekstslide

Bespreken opdracht 3
  1. je spaarsaldo / jij > fout
  2. de sjouwer/de sjouwer > goed
  3. hij (de mobiel)/ik > fout
  4. de wind/ Rosa is aan het wandelen> fout
  5. het oude horloge/het oude horloge > goed
  6. de zaak/een persoon > fout 

Slide 6 - Tekstslide

Zijn er op dit moment vragen?
We gaan nog oefenen met het verbeteren van zinnen met een foutief beknopte bijzin. Dat is huiswerk voor volgende keer.

Slide 7 - Tekstslide

Zinnen symmetrisch formuleren
Bij nevenschikkingen in een zin (dus als je zaken opsomt), dan moeten de delen van de zin die je opsomt dezelfde grammaticale vorm hebben.

De delen moeten dus bijvoorbeeld allebei/allemaal in het enkelvoud zijn, in dezelfde tijd staan, beknopte bijzin zijn, gewone bijzin zijn enz.


Slide 8 - Tekstslide

Geen symmetrie
- Men hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten!  (men naast je)
- De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van.(enkelvoud en meervoud)
- Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en om geld te verdienen. (een woordgroep binnen de hoofdzin en een bijzin) 
- Mijn mentor zei dat ik voor de toetsen langer moet leren en ik moet mijn huiswerk beter maken. (een bijzin naast een hoofdzin) 

Slide 9 - Tekstslide

symmetrie verbeteren
Men hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten!

Goed is: 
Je hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten!
Of:
Men hoort vaak dat kaas ongezond is, men kan nog beter friet eten!

Slide 10 - Tekstslide

 symmetrie verbeteren
De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van.

Goed is: 
De Duitsers eten veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van. 
of: 
 De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikaan kan er ook wat van. 

Slide 11 - Tekstslide

 symmetrie verbeteren
De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van.

Goed is: 
De Duitsers eten veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van. 
of: 
 De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikaan kan er ook wat van. 

Slide 12 - Tekstslide

 symmetrie verbeteren
Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en om geld te verdienen.
Goed is: 
Ellen heeft haar bijbaantje om het gezellig te hebben en om geld te verdienen
Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en vanwege de verdiensten.

Slide 13 - Tekstslide

Foute symmetrie verbeteren
Mijn mentor zei dat ik voor de toetsen langer moet leren en ik moet mijn huiswerk beter maken

Goed is: 
Mijn mentor zei dat ik voor toetsen langer moet leren en dat ik mijn huiswerk beter moet maken

Slide 14 - Tekstslide

Veel mensen bezoeken de bibliotheek om boeken te lenen en om tijdschriften te lezen.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 15 - Quizvraag

Als je topsporter wilt worden, zijn doorzetten, talent, goede begeleiding en dat je ouders je steunen belangrijk.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 16 - Quizvraag

De conciërge vindt het belangrijk om de rust in de gang te bewaren en dat er geen rommel op de grond gegooid wordt.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 17 - Quizvraag

In deze tekst bespreken we wat biodiesel is, hoe de brandstof wordt bereid en wat de voor- en nadelen van het product zijn.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 18 - Quizvraag

Loop ik gisteren door de Kalverstraat in Amsterdam, zag ik daar toch Dré Hazes met een onbekende vrouw.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 19 - Quizvraag

In onderstaande zinnen is geen symmetrie:
  1. De Belg neemt het strenge maatregelen tegen het virus, maar de Fransen doen er nog een schepje bovenop. (enkelvoud - meervoud)
  2. Veel treinen rijden niet doordat wissels bevriezen en als gevolg van bladeren op de rails. (bijzin-woordgroep)
  3. Fiets ik naar school, zag ik daar toch twee herten oversteken. (tegenwoordige tijd - verleden tijd)
  4. Ik ga naar de sportschool om fit te blijven en omdat ik wil afvallen. (beknopte bijzin - bijzin)

Slide 20 - Tekstslide

Verbeter de symmetriefout.
De Belg neemt het strenge maatregelen tegen het virus, maar de Fransen doen er nog een schepje bovenop.

Slide 21 - Open vraag

Verbeter de symmetriefout.

Veel treinen rijden niet doordat wissels bevriezen en als gevolg van bladeren op de rails.

Slide 22 - Open vraag

Verbeter de symmetriefout.

Fiets ik naar school, zag ik daar toch twee herten oversteken.

Slide 23 - Open vraag

Verbeter de symmetriefout.

Ik ga naar de sportschool om fit te blijven en omdat ik wil afvallen.

Slide 24 - Open vraag

Dit vond ik van de les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Maken/huiswerk
1) Verbeter de zinnen van Formuleren H3, blz. 99. 
Doe dat als volgt:
  • Verander in zin 1 en 3 de beknopte bijzin in een gewone bijzin en 
  • verander van zin 4 en 6 het onderwerp van de hoofdzin.
(Als je dit nog heel moeilijk vind dan doe je beide verbeteringen voor al deze zinnen).
2) Maak opdracht 1 van Formuleren h6, blz. 193

Slide 26 - Tekstslide