AV: bedrijvende & lijdende vorm, symmetrie

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
10:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
  • ... kun je bedrijvende en lijdende vorm herkennen en omzetten.
  • ... kun je zinnen symmetrisch formuleren en asymmetrisch geformuleerde zinnen verbeteren.
  • ... kun je dat/als-constructies herkennen en verbeteren.

Slide 2 - Tekstslide

Voor de supporters zullen Feyenoord en Ajax altijd elkaars grootste aartsrivalen zijn.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Dubbele ontkenning
D
Onjuiste herhaling

Slide 3 - Quizvraag

In 2014 is al afgeschaft dat je bij verlies van je ID-kaart geen boete hoeft te betalen.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Dubbele ontkenning
D
Onjuiste herhaling

Slide 4 - Quizvraag

De familie Delfgaauw was dolgelukkig, want op het winnen van de straatprijs in de postcodeloterij had ze absoluut niet op gerekend.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Onjuiste herhaling

Slide 5 - Quizvraag

Wilt u dit aanmeldformulier aan ons retourneren, wanneer u ........ heeft ingevuld.
A
hij
B
zij
C
het
D
hem

Slide 6 - Quizvraag

Toen de roeier zag dat zijn skiff beschadigd was, liet hij ... meteen repareren.
A
ze
B
haar
C
het
D
hem

Slide 7 - Quizvraag

Bedrijvende & lijdende vorm
  • Zinnen kunnen in de bedrijvende of in de lijdende vorm staan.
  • Een zin staat in de bedrijvende vorm als het onderwerp iets doet (OW = ACTIEF).
  • Een zin staat in de lijdende vorm als er iets met het onderwerp wordt gedaan (OW = PASSIEF).
VOORBEELDEN!

Slide 8 - Tekstslide

Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
  • Jara is het onderwerp
  • Jara doet iets in deze zin: ze laat de hond uit


Slide 9 - Tekstslide

Lijdende vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten

  • De hond is het onderwerp
  • De hond doet niets in deze zin: hij wordt uitgelaten

Slide 10 - Tekstslide

Bedrijvend of lijdend?
  1. Zoek het gezegde in de zin.
  2. Zoek het onderwerp in de zin.
  3. Doet het onderwerp wat in het  gezegde staat?
  4. JA --> Bedrijvend
  5. NEE --> Lijdend

Slide 11 - Tekstslide

Het omzetten van de bedrijvende zin naar de 
lijdende vorm
       Bedrijvend                                                                       Lijdend
Jara|laat |de hond |uit.                       <-->   De hond|wordt|door Jara |uitgelaten. 
Jara| heeft | de hond| uitgelaten.  <-->   De hond| is | door Jara| uitgelaten.



  • Zoek het lijdend voorwerp 
  • Het lijdend voorwerp wordt het nieuwe onderwerp
  • Na het onderwerp volgt het werkwoord worden (onvoltooide tijd) of zijn (voltooide tijd)
  • door-bepaling + het oude onderwerp
  • Maak de rest van de zin af.

Slide 12 - Tekstslide

Het omzetten van de lijdende zin naar de
bedrijvende zin
 
De hond|wordt|door Jara |uitgelaten   <--> Jara | laat |de hond |uit 
De hond | is| door Jara |uitgelaten         <--> Jara | heeft| de hond  |uitgelaten


  • De door-bepaling wordt het nieuwe onderwerp
  • Het woordje door verdwijnt.
  • Het onderwerp wordt het lijdend voorwerp. 
  • Onvoltooide tijd: werkwoord worden verdwijnt. Voltooid deelwoord wordt de persoonsvorm.
  • Voltooide tijd: hulpwerkwoord hebben of zijn + voltooid deelwoord.

Slide 13 - Tekstslide

Zinnen symmetrisch formuleren
Bij nevenschikkingen in een zin (dus als je zaken opsomt), dan moeten de delen van de zin die je opsomt dezelfde grammaticale vorm hebben.

De delen moeten dus bijvoorbeeld allebei/allemaal in het enkelvoud zijn, in dezelfde tijd staan, beknopte bijzin zijn, gewone bijzin zijn enz.


Slide 14 - Tekstslide

Geen symmetrie
- Men hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten!  (men naast je)
- De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van.(enkelvoud en meervoud)
- Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en om geld te verdienen. (een woordgroep binnen de hoofdzin en een beknopte bijzin) 
- Mijn mentor zei dat ik voor de toetsen langer moet leren en ik moet mijn huiswerk beter maken. (een bijzin naast een hoofdzin) 

Slide 15 - Tekstslide

symmetrie verbeteren
Men hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten!

Goed is: 
Je hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten!
Of:
Men hoort vaak dat kaas ongezond is, men kan nog beter friet eten!

Slide 16 - Tekstslide

 Symmetrie verbeteren
De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van.

Goed is: 
De Duitsers eten veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van. 
of: 
 De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikaan kan er ook wat van. 

Slide 17 - Tekstslide

 Symmetrie verbeteren
Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en om geld te verdienen.
Goed is: 
Ellen heeft haar bijbaantje om het gezellig te hebben en om geld te verdienen
Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en vanwege de verdiensten.

Slide 18 - Tekstslide

Symmetrie verbeteren
Mijn mentor zei dat ik voor de toetsen langer moet leren en ik moet mijn huiswerk beter maken

Goed is: 
Mijn mentor zei dat ik voor toetsen langer moet leren en dat ik mijn huiswerk beter moet maken

Slide 19 - Tekstslide

Veel mensen bezoeken de bibliotheek om boeken te lenen en om tijdschriften te lezen.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 20 - Quizvraag

Als je topsporter wilt worden, zijn doorzettingsvermogen, talent, goede begeleiding en dat je ouders je steunen belangrijk.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 21 - Quizvraag

De conciërge vindt het belangrijk om de rust in de gang te bewaren en dat er geen rommel op de grond gegooid wordt.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 22 - Quizvraag

Dat/als-constructie

Docenten denken dat als je niet vier weken van tevoren begint met leren, je het tentamen niet haalt. 

Docenten denken dat je je tentamen niet haalt, als je niet vier weken van tevoren begint met leren.


Slide 23 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Als je een bijzin van voorwaarde of tijd midden in een zin plaatst, ontstaat er een dat/als-constructie.

Dit herken je aan woordgroepen als (om)dat als, (om)dat wanneer, (om)dat indien, (zo)dat als/wanneer/indien ergens midden in de zin.
Deze constructie moet gecorrigeerd worden.

Slide 24 - Tekstslide

Verbeter de dat/als-constructie
1. ING geeft klanten een seintje bij roodstand zodat als dit gebeurt, ze geld van hun spaarrekening kunnen overmaken.

2. Docenten denken dat als de winter straks echt doorzet de ramen ondanks corona toch dicht gaan.



Slide 25 - Tekstslide

Verbeter de dat/als-constructie
1. ING geeft klanten een seintje bij roodstand, zodat ze geld van hun spaarrekening kunnen overmaken als dit gebeurt.

2. Docenten denken dat de ramen ondanks corona toch dicht gaan wanneer de winter straks echt doorzet



Slide 26 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Ga naar de online omgeving en zoek de Cursus Formuleren.

Maak Cursus 5, par. 1, opdr. 24 t/m 31.
Let op: 

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken.
2. Formuleringsfouten leren

Slide 27 - Tekstslide