Staatsinrichting (herhaling 4T)

STAATSINRICHTING
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

STAATSINRICHTING

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wie werd verkozen tot nieuwe voorzitter van de Tweede Kamer?
A
Martin Bosma
B
Khadija Arib
C
Vera Bergkamp
D
Kajsa Ollongren

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe oud is Herman Tjeenk Willink, de nieuwe informateur?
A
79 jaar
B
81 jaar
C
83 jaar
D
85 jaar

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Theo Hiddema vertrok als Tweede Kamerlid bij Fvd. Wat gaat hij nu doen?
A
Hiddema wordt burgemeester
B
Hiddema wordt minister
C
Hiddema wordt lid van de Eerste Kamer
D
Hiddema wordt toch weer Tweede Kamerlid

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het homohuwelijk in Nederland is jarig. Hoelang is het homohuwelijk al toegestaan?
A
15 jaar
B
20 jaar
C
25 jaar
D
30 jaar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel: 
Aan het eind van deze les weet je meer over: 
  • Grondwet van 1848
  • Politieke stelsel van Nederland
  • Algemeen kiesrecht 
  • Parlementaire Democratie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwet 1848
Revolutie jaar in Europa
Angst voor een revolutie in Nederland. 
Koning Willem II zegt een grondwetswijziging toe... 
De liberaal Johan Thorbecke krijgt de opdracht dit te doen.... 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwetswijziging
Macht moest anders verdeeld worden.. niet alle macht bij één persoon
(de koning), Nederland werd een parlementaire democratie:

Scheiding van de macht > 
  1. Wetgevende macht = door het parlement (Eerste + Tweede Kamer) 
  2. Uitvoerende macht = door de regering (Ministers) 
  3.  Rechtelijke macht = door rechters 

De Koning had dus geen échte macht meer... 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er nog meer in de GRONDWET?

  • Vrijheid van godsdienst
  •  Vrijheid van meningsuiting + vrijheid van drukpers
  • Vrijheid van onderwijs 
  • Vrijheid van vereniging en vergadering 

De grondwet beschermt burgers tegen de overheid. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke Stelsel in Nederland 
Burger met kiesrecht
Gemeenteraad
Provinciale Staten
Eerste Kamer
(75 zetels)

Tweede Kamer
(150 zetels) 
Regering
Koning 

Ministers

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het volk (wij) kiezen direct
A
Gemeenteraad, Provinciale Staten en Tweede Kamer
B
Gemeenteraad, Provinciale Staten, Tweede én Eerste Kamer
C
Tweede én Eerste Kamer
D
Gemeenteraad en Provinciale Staten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Regering bestaat uit
A
Ministers
B
Koning en de koningin
C
Koning en Minsters
D
Koning en Oppositie partijen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Parlement bestaat uit
A
Tweede Kamer en de gemeenten
B
Tweede kamer en de Koning
C
Tweede én Eerste Kamer
D
Eerste Kamer en de Koning

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taken van het Parlement
  • Goedkeuren keuren wetten: 
    - Recht van amendement (wijzigen/aanvullen)
    - Recht van initiatief (zelf indienen) 
  • Controleren van de regering:
    - Recht van budget (waar gaat het geld heen?)
    - Recht van interpellatie (meer informatie..)
    - Recht van enquête (onderzoek doen)   

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coalitie
Oppositie 
samenwerkende partijen (regeringspartijen) 
Partijen die niet in de regering zitten, extra kritisch. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kiesrecht 
  • Vanaf 1848 censuskiesrecht alleen mannen met voldoende geld mochten stemmen. 
  • Vanaf 1919 Vrouwenkiesrecht (Arle 
  • Met goede argumenten kon je dus kiesrecht krijgen.... 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kiesstelsel



Evenredige vertegenwoordiging
Een landelijke lijst met kandidaten, mensen uit het hele land kiezen uit dezelfde personen



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Social media

Slide 19 - Tekstslide

De plaats waar je woont en de mensen met wie je omgaat (je milieu) zijn heel bepalend voor hoe jij denkt. Dit wil echter niet zeggen dat de rest van het land ook zo denkt en dat kan wel eens gek lijken. 

In deze afbeelding zien jullie hoe de plaats Urk heeft gestemd. Hier zien wij dat Urkers voor 54,4% hebben gestemd op de SGP. Dat zou - als alleen Urkers zouden mogen stemmen - betekenen dat de SGP in de Tweede Kamer 82 zetels van de 150 zou hebben behaald, meer dan de helft dus. Landelijk gezien heeft de SGP maar 3 zetels.

Urk is een dorp waar veel gelovige christenen wonen en de SGP is een partij die zich richt op zulke mensen. Landelijk gezien zijn er echter veel minder mensen die op die partij stemmen en daardoor komen zij dus op maar 3 zetels uit. 

Zo zie je dat de plaats waar je woont en de mensen met wie jij omgaat niet altijd weerspiegelen hoe de hele maatschappij eruitziet
De formatie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlement
Regering
Kabinet
Overheid
Eerste en Tweede Kamer samen
Ministers en staatshoofd
Ministers en staatssecretarissen 
Wordt gevormd door de ministeries, provincies, gemeenten en instanties

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Even herhalen:
Parlementaire democratie
volk kiest vertegenwoordigers
150 zetels in Tweede Kamer
>75 is nodig voor een meerderheid 

Slide 22 - Tekstslide

Even herhalen:
Nederland is dus een parlementaire democratie, waarbij het volk eens in de vier jaar 150 verschillende volksvertegenwoordigers kiest, die dan in de Tweede Kamer komen. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer vormen samen het Parlement.

Om een meerderheid in de Tweede Kamer te vormen (en dus zo een kabinet en regering te krijgen), gaan verschillende partijen met elkaar in onderhandeling. Hoe men dat noemt en hoe dit proces gaat, leer jij tijdens deze les.
Politici maken hun beloftes altijd waar.
0100

Slide 23 - Poll

Naar links is oneens
Naar rechts in eens

De resultaten worden in de volgende dia besproken. 
Hoe komt dat?
Partij 1
Partij 2
Partij 3
meer btw op vlees
meer geld voor de zorg
leenstelsel afschaffen
35
25
17
= 77

Slide 24 - Tekstslide

Hoe komt het dat de meeste beloftes die politici maken tijdens hun campagnes niet worden waargemaakt? Zijn dit alleen maar praatjes om het volk over te halen om op de politicus in kwestie te stemmen?

Niet altijd. In de meeste gevallen hebben politici daadwerkelijk de bedoeling om die plannen uit te voeren, maar dit kan simpelweg niet altijd. Kijk even mee in deze dia.

Partij 1 heeft de meeste stemmen gewonnen en zit op 35 zetels. Daarmee is dit de grootste partij. Partij 2 heeft 25 zetels en is daarmee ook een erg grote partij. Partij 3 heeft maar 17 zetels, maar is bereid om het kabinet te vormen met partij 1 en 2. Eigenlijk lijkt deze partij helemaal niet op de andere twee partijen, maar de partij heeft een belangrijk raakvlak met partij 1: ze zijn beide tegen op het verhogen van btw op vlees.

In dit beeld zien wij de beloftes van drie politieke partijen. Zij hebben hun kiezers verteld wat zij vinden van die drie thema's. Daar waar een vinkje staat, zijn partijen het eens met de stelling. Een kruisje betekent dat zij het oneens zijn. We gaan eens kijken hoe zo'n formatie er dan uit kan gaan zien.
Hoe komt dat?
Partij 1
Partij 2
Partij 3
meer btw op vlees
meer geld voor de zorg
leenstelsel afschaffen
35
25
17
= 77

Slide 25 - Tekstslide

Het leenstelsel wordt afgeschaft, in dat opzicht hebben partij 1 en partij 2 hun zin gekregen. Partij 3 was het hier niet mee eens.
Hoe komt dat?
Partij 1
Partij 2
Partij 3
meer btw op vlees
meer geld voor de zorg
leenstelsel afschaffen
35
25
17
= 77

Slide 26 - Tekstslide

Het belastingtarief voor vlees gaat echter niet omhoog, want het merendeel is tegen een verhoging (partij 1 en 3).

We zien in deze casus dus dat partij 1 deze drie verkiezingsbeloften kan nakomen. Partij 2 kan twee van hun drie beloftes nakomen en partij 3 kan slechts één van hun drie beloftes nakomen aan hun kiezers.

Dit is natuurlijk maar een voorbeeld, maar in het echt zou dat zomaar zo kunnen gaan. Partij 2 en 3 lijken totaal niet op elkaar en partij 3 levert duidelijk het meeste in. Waarom zou partij 3 er toch voor kunnen kiezen om een coalitie (meerderheid) te vormen met partij 1 en 2? 

Ga hier in discussie, laat de studenten zelf nadenken. Uitleg volgt hieronder.

Dat zouden ze kunnen doen omdat hun standpunt over het verhogen van de belasting op vlees een van hun belangrijkste standpunten zou zijn. Denk bijvoorbeeld aan een partij waar veel boeren op stemmen. Die willen niet dat vlees duurder wordt, want dan wordt het minder gekocht en daardoor zou hun inkomen minder worden.

Thema's als het leenstelsel en geld voor de zorg kunnen voor deze partij zomaar minder belangrijke thema's zijn. Natuurlijk hebben zij hier een mening over, maar hun standpunt over de prijs van vlees zou belangrijker kunnen zijn dan de andere twee thema's.

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies