Duits week 20 (17-21 Mei 2021)

Dienstag 18. Mai 2021
09:00 - 09:45 oder 13:00 - 13:45
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dienstag 18. Mai 2021
09:00 - 09:45 oder 13:00 - 13:45

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken tijdens de les
  • Geen telefoon, je krijgt geen waarschuwing maar meteen een telefoonmelding.
  • Je blijft tijdens de les op je stoel zitten.
  • Als je wat wilt zeggen of vragen steek je even je hand op.
  • Je blijft van de spullen van een ander af. 

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Lernziel
  • Rückblick
  • Grammatik: feesttenten en voltooid deelwoord
  • Sprachmittel
  • Selbständig arbeiten / Hausaufgaben
  • Check

Slide 3 - Tekstslide

Lernziel
Heute:
  • Je weet hoe je in de meeste gevallen het voltooid deelwoord in het Duits maakt.
  • Je kunt een zin maken met het voltooid deelwoord.
  • Je kunt een kenmerk van een dier benoemen.



Slide 4 - Tekstslide

Rückblick
Tieren

Feesttenten

Weißt du es noch?

Slide 5 - Tekstslide

(fe)eesttenten
Wat is het verschil tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden?

Hoe maak je de stam van een werkwoord?
machen / lieben / spielen

Je hebt ook persoonlijk voornaamwoorden nodig, wat zijn dat?




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord van de meeste werkwoorden maak je door:

ge + stam + t

Die Katze hat gespielt

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Sprachmittel
Sprachmittel auf Seite 122
+
Aufgabe 39 auf Seite 124

Es darf auch ein anderes Tier sein!
Mindestens 3 Merkmale nennen. (3 eigenschappen)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Selbständig arbeiten
Ihr macht jetzt Aufgabe 25, 26, 27, 29, 34, 35 und 39. 
Ab Seite 118.

Ich laufe rum und kontrolliere was du schon gemacht hast.

Fertig? Dann  Slim Stampen A/B/C/D

 


timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Check out
Kun je de volgende vragen beantwoorden?

Hoe maak je het voltooid deelwoord?

Maak de zin af:
wohnen             Ich habe in Schoonhoven .........................

Slide 13 - Tekstslide

Hausaufgaben
Machen:
Aufgabe 25, 26, 27, 29, 34, 35. Ab Seite 118.
Vorbereiten:
Aufgabe 39!! (Seite 124)
Lernen:
Sprachmittel, Seite 122
Lernliste, Seite 132

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide