Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Wat weet je al over Engelse
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden?
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je al over Engelse
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
Persoonlijke voornaamwoorden vervangen een zelfstandig naamwoord en verwijzen naar personen of dieren.

Enkelvoud: I, you, he, she, it
Meervoud: we, you, they

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gebruik je persoonlijke voornaamwoorden?
Persoonlijke voornaamwoorden worden gebruikt om herhaling van een zelfstandig naamwoord te voorkomen.

Dus niet: 'This is Linda. Linda is my sister. Linda is very kind.'
Maar wel: 'This is Linda. She is my sister. She is very kind.'

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen
Je gebruikt persoonlijke voornaamwoorden ook als ze niet het onderwerp van de zin vervangen. De vorm verandert dan.

Bijvoorbeeld:
She askes James for help (onderwerp)
James can help her (niet het onderwerp)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen
I
me
you (single)
you
he/she/it
him/her/it
we
us
you (plural)
you
they
them

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?
Bezittelijke voornaamwoorden geven bezit aan, en verwijzen naar het onderwerp van de zin.

Enkelvoud: my, your, his, her, its
Meervoud: our, their

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gebruik je bezittelijke voornaamwoorden?
Bezittelijke voornaamwoorden worden gebruikt om aan te geven dat iets van iemand is. Bijvoorbeeld: 'This is my book.'

Een bezittelijk voornaamwoord zegt wat over het boek:
MY book. Mijn boek.

Het wordt in deze zin bijvoeglijk gebruikt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk vs. zelfstandig
Je kunt een bezittelijk voornaamwoord ook zelfstandig gebruiken. 

This is MY book (bijvoeglijk)
This book is MINE (zelfstandig)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verschillen tussen bijvoeglijk en zelfstandig
my
my glass
mine
that is mine
your
your book
yours
that is yours
his/her/its
his toy
his/hers
that is his
our
our room
ours
this is ours
their
their car
theirs
that is theirs
Bijvoeglijk
Zelfstandig

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.