Ongelijkheid h3

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Redenen van ongelijkheid
Oorzaken
Werken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Oorzaken ongelijkheid

Slide 3 - Woordweb

Oorzaak 1: Verschil in productiviteit, talent en scholing
Als je sneller werkt (arbeidsproductiviteit) dan produceer je meer in een bepaalde tijd. Ook je opleiding is van belang

Scholing --> sneller produceren --> meer inkomen 

Over het algemeen verdienen hoog opgeleiden meer dan laagopgeleiden

Slide 4 - Tekstslide

Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...
A
dalen.
B
stijgen.
C
gelijk blijven.
D
verdwijnen.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak 2: Arbeidsmarkt
Relatief veel vraag naar arbeid(ers) zorgt voor een hogere beloning.

Dit kan per beroep verschillen.

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaak 3: type werk
Inkomen hangt ook samen met je verantwoordelijkheid, risico en hoe zwaar het werk is.


Slide 8 - Tekstslide

Oorzaak 4: Technologische ontwikkelingen
Aan de onderkant worden laagopgeleiden werknemers vervangen voor machines en robots. 

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaak 5: globalisering en open grenzen
Open grenzen zorgen voor meer concurrentie aan de onderkant van de arbeidsmarkt --> dit zorgt voor lagere beloningen aan de onderkant. 

Slide 10 - Tekstslide

De volgende zinnen gaan over globalisering. Welke is juist?
A
Door globalisering wordt de handel met het buitenland steeds lastiger.
B
Internet heeft het proces van globalisering versneld.
C
Nu we te maken hebben met globalisering wordt de hele wereld een vrijhandelszone.
D
Steeds minder producten of ingrediënten komen uit het buitenland.

Slide 11 - Quizvraag

Oorzaak 6: vermogensverschillen
Mensen met veel (geërfd) vermogen hebben meer inkomen uit --> winst( dividend), pacht, rente en huur

Redenen van toename verschil vermogen
1: Erfelijkheid
2: Inkomensverschillen (kunnen meer sparen)
3: Toenemende kapitaalmobiliteit

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaak 7: De invloed van de overheid
Als de overheid de markt vrij laat zullen (vaak) de inkomen verschillen groter worden.
Als de overheid inspringt in de vorm van progressieve belastingen kan het verschil tussen arm en rijk kleiner worden.

Ongelijkheid is dus zoals (Pikety zegt) deels een politieke keuze

Slide 13 - Tekstslide

Wat kan de overheid doen?
Openbaar onderwijs: verhoging van het aanbod van geschoolde arbeidskrachten en vermindering van inkomensongelijkheid als gevolg van opleidingsverschillen.
1. Progressieve belastingheffing: de rijken worden verhoudingsgewijs zwaarder belast dan de armen Vermogensbelasting
Grondwaardebelasting
Erfbelasting

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaak 8: Flexibilisering arbeidsmarkt
Minder mensen hebben een vast contract, meer als zzp'er of flexibele contracten

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaak 9: verschillen tussen landen
1: Culturele verschillen
2: Mentaliteit
3: Vertrouwen in de samenleving en samenwerking
4: Hoe functioneert de rechtstaat en de overheid
5: Is er economische vrijheid?

Slide 16 - Tekstslide

Toenemende ongelijkheid nadelen
1: Minder economische groei door onderconsumptie
2: Minder investeringen in menselijk kapitaal
3: Meer schulden
4: Minder vertrouwen en minder cohesie

Slide 17 - Tekstslide