Les 6 en 7

Communicatie en begeleiden
Module 4A Les 6 en 7
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Communicatie en begeleiden
Module 4A Les 6 en 7

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen: 
Je kunt uitleggen wat een groep is.
Je kunt beschrijven waar je groepen in de gezondheidszorg tegenkomt.
Je kunt benoemen wat de kenmerken zijn van een goed functionerende groep.
Je kunt beschrijven wat de rol van de individuele zorgvrager binnen een groep is
Je kunt benoemen wat de rol van de zorgverlener is in het begeleiden van groepen.

Slide 2 - Tekstslide

Indeling van de lessen 
Les 1 : 0-meting en gesprekstechnieken
Les 2: Motiverende gespreksvoering
Les 3: Helpend en coachend gesprek
Les 4:  Herhaling gesprekstechnieken
Les 5: Simulatie gesprekstechnieken
Les 6: Groepen in de zorg
Groepsrollen
Fasen in ontwikkeling
Les 7:  Uitvoering project

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een groep? 
Wanneer noem je een verzameling mensen een groep en wanneer niet?

Slide 4 - Tekstslide

Benamingen binnen groepen
Groepsdoelen: Groepen bestaan om een gezamenlijk doel te bereiken.
Groepsinteractie: Communicatie binnen de groep.
Groepsnormen: Ongeschreven regels binnen een groep






Slide 5 - Tekstslide

Soorten groepen:

Slide 6 - Tekstslide

Formele en informele groepen

Slide 7 - Tekstslide

Homogene en heterogene groepen

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag




Doel: identificeer groepen en rollen in je eigen leven.

Uitvoering:
Bedenk 3 voorbeelden van groepen waar je zelf deel van uitmaakt
Wat voor soort groep is het en leg uit waarom?
Primair of secundair, formeel of informeel, homogeen of heterogeen.
Noteer de bevindingen
Reflectie: Wat viel op?


Slide 9 - Tekstslide

Lezen en maken
Ga voor jezelf na van welke groepen jij onderdeel uitmaakt. Maak vervolgens uit het thema
‘Communicatie en begeleiden’, Module 4 ‘Begeleiden van groepen’, onderdeel 1 ‘Groepen en
groepsdynamica’, opdracht 2 en 3 van de verwerkingsopdrachten.

Slide 10 - Tekstslide

Groepen in de gezondheidszorg

Slide 11 - Tekstslide

Welke groepen zijn er bij jou op je stage?

Slide 12 - Open vraag




De rollen van individuele zorgvragers binnen de groep

  • De informele leider: Weet wat hij wil
  • De sfeermaker: Goede sfeer / gevoel van samen zijn
  • De stille: Houdt zich op de achtergrond
  • De zondebok: Kan het nooit goed doen
  • De clown: Maakt mensen aan het lachen
  • De pleaser: Zorgt er voor dat anderen het naar hun zin hebben

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Verschillende fases binnen een groep zorgvragers:
  • Kennismakingsfase
Mensen kennen elkaar nog niet goed, bespreken veilige onderwerpen
  • Conflictfase
Mensen voelen zich veiliger, zijn meer zich zelf
  • Acceptatiefase
Mensen zijn minder bezig zich zelf te laten zien, richten zich op een gezamenlijk doel
  • Uitvoerfase
Iedereen heeft zijn rol gevonden en gaat prettig met elkaar om, richten zich op eigen taak binnen het gezamenlijke doen
  • Afsluitfase
Samen terug kijken hoe de samenwerking is gegaan

Slide 16 - Tekstslide

Wat is voor jou een goed functionerende groep?

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn de kenmerken van een goed functionerende groep?
  • Duidelijke structuur
  • Iedereen voelt zich prettig
  • Iedereen op de hoogte is van de doelstellingen en staat hier achter
  • Iedereen is het eens met de formele en informele regels voor gedrag
  • De persoonlijke wensen, verwachtingen en eigenschappen van de verschillende groepsleden zijn bekend en geaccepteerd
  • Iedereen is tevreden over de hoeveelheid inspraak die ze hebben in de dagelijkse gang van zaken
  • Iedereen kan zich vinden in de rolverdeling in de groep
Er een open communicatie
  • Er sprake is vertrouwen, waardoor er open wordt gecommuniceerd

Slide 18 - Tekstslide

Wat is jou rol als zorgverlener in het begeleiden van groepen:  
  • Zorgen voor een goede sfeer: Bedenk welke sfeer gewenst is, gebruik licht, kleur, geur en geluid om sfeer te geven
  • Interactie te stimuleren: Start een gesprek en betrek bij dit gesprek meerdere zorgvragers
  • Betrokkenheid te stimuleren: Geef het goede voorbeeld, wees zelf betrokken
  • Individuele aandacht te geven: Zonder individuele aandacht is het voor een zorgvrager niet mogelijk zich in een groep prettig te voelen.
  • Om te gaan met conformisme (= de neiging om je gedrag aan te passen aan normen van de groep): Als verpleegkundige is het goed om te kijken naar de aanpassing van groepsleden. Gebeurt dat vrijwillig?
  • Om kunnen gaan met conflicten: Blijf rustig, geef beide kanten ruimte om hun verhaal te vertellen

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag: 
Welke rollen ben jij al goed in?
Welke rol wil je nog in groeien?
(Deze hou je voor jezelf!)
Ga nu samen werken met je duo.
Waar vindt jou duo je goed in?
En waar liggen je uitdagingen?

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
Je kunt uitleggen wat een groep is.
Je kunt beschrijven waar je groepen in de gezondheidszorg tegenkomt.
Je kunt benoemen wat de kenmerken zijn van een goed functionerende groep.
Je kunt beschrijven wat de rol van de individuele zorgvrager binnen een groep is
Je kunt benoemen wat de rol van de zorgverlener is in het begeleiden van groepen.

Slide 21 - Tekstslide