TZ Comm&Beg H4.2 Begeleiden van de zorgvrager in de groep

Communicatie en begeleiden
Module 4 begeleiden van groepen
Begeleiden van de zorgvrager in de groep
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Communicatie en begeleiden
Module 4 begeleiden van groepen
Begeleiden van de zorgvrager in de groep

Slide 1 - Tekstslide

Een goed functionerende groep 1
er is een duidelijke structuur is, waarbij iedereen zich prettig voelt;
iedereen op de hoogte is van de doelstellingen van de groep en erachter staat;
groepsleden het eens zijn met de formele en informele regels voor gedrag;
de persoonlijke wensen, verwachtingen en eigenschappen van de verschillende groepsleden bekend zijn en geaccepteerd worden;
de groepsleden tevreden zijn over de hoeveelheid inspraak die ze hebben in de dagelijkse gang van zaken;









Slide 2 - Tekstslide

Een goed functionerende groep 2
de groepsleden zich kunnen vinden in de rol- en invloedsverdeling in de groep;
er een open communicatie is tussen de groepsleden;
er sprake is van een bepaald onderling vertrouwen, waardoor groepsleden open communiceren;
zorgverleners en zorgvragers goed op elkaar zijn afgestemd wat betreft homogeniteit.

Slide 3 - Tekstslide

Benoem een groep waar je deel van uitmaakt. 
Kun je hier spreken van een groep die goed functioneert? 
Beargumenteer je antwoord aan de hand van voorbeelden.

Slide 4 - Tekstslide

Ondersteunen van de groep
  • zorgen voor een goede sfeer (=leefklimaat);
  • interactie stimuleren;
  • betrokkenheid stimuleren;
  • individuele aandacht geven;
  • omgaan met conformisme;
  • om kunnen gaan met conflicten.





Slide 5 - Tekstslide

Op welke manier kun jij als verzorgende de sfeer in een groep creëren of beïnvloeden? Noem vijf concrete voorbeelden.

Slide 6 - Open vraag

Interactie stimuleren
Zorgvragers die onderdeel worden van een leefgroep, komen in een beperkt wereldje terecht. Het contact met medezorgvragers is anders dan met zorgverleners. De medezorgvrager zit in dezelfde situatie, waardoor er vaak gemakkelijk aansluiting gevonden kan worden.

Slide 7 - Tekstslide

Zorgen voor een goede sfeer
Sfeer wordt ervaren via de zintuigen en is merkbaar en voelbaar. 
Spullen, mensen --> combinatie maakt sfeer!
Versterken door: 
  • licht
  • kleur
  • geluid (muziek)
  • aanrakingen
  • aandacht individuele groepsleden


Slide 8 - Tekstslide

Betrokkenheid stimuleren
Een groep zorgvragers is pas een prettige, fijne groep als de groepsleden zich betrokken voelen bij elkaar. 
Stimuleren door:
- zelf het gewenste voorbeeld te geven
- zorgvragers op elkaars interesses of ervaringen attent te maken
- samen activiteiten ondernemen

Slide 9 - Tekstslide

Individuele aandacht geven
Elke groep bestaat uit individuele zorgvragers die behoefte hebben aan individuele aandacht.
Individuele aandacht zorgt voor een gevoel van tevredenheid en acceptatie. 



Slide 10 - Tekstslide

Omgaan met conformisme
Conformeren = beslissingsproces waarbij ieder lid van een groep vanuit sociale wenselijkheid probeert om zich aan veronderstelde ongeschreven regels binnen de groep aan te passen. Denk aan hoe ze elkaar aanspreken, hoe ze omgaan met de begeleiders en hoe ze hun dag indelen.
Als verzorgende is het goed om te kijken naar de aanpassing van groepsleden. Gebeurt dat vrijwillig? Voelt de zorgvrager zich nog prettig voelt in de groep. Corrigeer groepsleden die eisen dat anderen zich aanpassen.

Slide 11 - Tekstslide

Omgaan met conflicten
Probeer bij een conflict zelf rustig te blijven en geef de betrokken groepsleden de ruimte om hun kant van hun verhaal te vertellen. Stimuleer hen ook om gevoelens, irritaties of gedachten die tot het conflict hebben geleid te delen en laat de betrokkenen op elkaar reageren. Let er daarbij op dat iedereen respectvol met elkaar om blijft gaan. Op deze manier probeer je duidelijk te krijgen wat er precies aan de hand is en geef je iedereen de kans om te delen hoe hij het ziet.

Slide 12 - Tekstslide

Valkuilen in het begeleiden van groepen
Te weinig oog voor gelijkwaardigheid (bv pesten)
Autoriteitsbesef (leiding nemen, dependance)
Aardig gevonden willen worden (professional!)
Te veel gericht op één persoon (groep gaat voor)
Te weinig aandacht voor non-verbaal gedrag

Slide 13 - Tekstslide

  • Noem twee voorbeelden van pestgedrag in woonzorgcentra
  • hardop roddelen, elkaar negeren, plekken bezet houden, anderen buiten sluiten, negatieve blikken en opmerkingen en blokkeren van elkaars weg met bijvoorbeeld de rollator. Het is belangrijk om alert te zijn op verschijnselen en patronen. 

Slide 14 - Tekstslide

  • Hoe herken je dat een zorgvrager wordt gepest? Noem twee voorbeelden
  • Bijvoorbeeld: iemand is voortdurend alleen, anderen luisteren niet naar deze zorgvrager (hij wordt genegeerd), de zorgvrager ziet er angstig en onzeker uit. Deze verschijnselen zijn geen bewijs van pestgedrag, maar kunnen wel een aanwijzing zijn. 

Slide 15 - Tekstslide

  • Noem twee oorzaken van pestgedrag bij deze zorgvragers
  • Oorzaak van pestgedrag kan zijn: verstoring van het evenwicht in de groep en daardoor onrust en stress, doordat er steeds nieuwe mensen bij een groep komen of groepsleden wegvallen. Andere oorzaken zijn onder andere verveling of slecht contact tussen het woonzorgcentrum en de familieleden van de oudere. Deze frustraties kunnen gemakkelijk worden afgereageerd op de oudere of andere bewoners. Dit beïnvloedt de onderlinge sfeer in de groep en werkt pestgedrag in de hand.

Slide 16 - Tekstslide

  • Noem twee acties die je als zorgverlener uitvoeren om pestgedrag te voorkomen
  • wees alert op pestgedrag; houd de sfeer in de groep goed in de gaten. Een negatieve sfeer werkt pestgedrag in de hand. Zorg ervoor dat duidelijk is voor zorgvragers en zorgverleners bij wie ze terecht kunnen met een klacht over pesten. Treed op een passende manier op tegen pestgedrag. Spreek de pestende zorgvrager dus ook aan op zijn of haar gedrag. 




Slide 17 - Tekstslide

Werkvormen voor het begeleiden van groepen
Groepsregels

  • Stimuleer de groepsleden om een aantal groepsregels te omschrijven. 
  • Ondersteun de groepsleden om hierover met elkaar het gesprek aan te gaan. Stimuleer iedereen uit de groep om mee te praten. 
  • Probeer de regels positief te omschrijven: wat willen jullie wel? Regels zijn gemakkelijker vol te houden als ze positief geformuleerd zijn. 
  • Maak de regels zichtbaar nadat jullie deze samen hebben vastgesteld. bv een poster op een zichtbare plek ophangen.



Slide 18 - Tekstslide

Werkvormen voor het begeleiden van groepen
Leukmakers
  • Samen activiteiten ondernemen
  • Aandacht voor speciale momenten
  • Gesprek over sfeer voeren




Slide 19 - Tekstslide

Werkvormen voor het begeleiden van groepen
Ken jij de ander wel?
  • Koppelen
  • Herinneringen ophalen


Slide 20 - Tekstslide

Werkvormen voor het begeleiden van groepen
Wie ben ik?
Stappen in het bespreekbaar maken van ieders rol in een groep:
  • Laat iedereen voor zichzelf nagaan welke rol zij hebben in de groep.
  • Bespreek met de andere groepsleden welke rol zij hebben en hoe ze elkaar kunnen helpen daarin.
  • Mochten er meerdere groepsleden met dezelfde rol zijn, bespreek dan goed met elkaar hoe ze daarmee omgaan.



Slide 21 - Tekstslide

Een kenmerk van een goed functionerende groep is dat er sprake is van een bepaald onderling vertrouwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

De sfeer in een leefgroep wordt ook wel leefklimaat genoemd.

A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Bij sfeer is het vaak zo dat één ding of één persoon de sfeer bepaalt.

A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Een groep kan pas een prettige groep zijn als de groepsleden bij elkaar betrokken zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Het doen van activiteiten is een manier om de betrokkenheid tussen groepsleden te vergroten.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

In een groep moet je alle groepsleden evenveel aandacht geven.

A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

In elke groep is er sprake van een bepaalde machtsstructuur.

A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Je haalt uit het verbale gedrag meer informatie dan uit het non-verbale gedrag.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Het is de verantwoordelijkheid van begeleider(s) van de groep dat de sfeer goed is.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Het koppelen van zorgvragers aan elkaar stimuleert de betrokkenheid tussen groepsleden.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag