In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom A3B!
Ga rustig zitten (op je vaste plek).
Pak je spullen.
Telefoon op stil & in je tas.
Slide 1 - Tekstslide
belangrijk
Ik heb de juiste spullen bij me: laptop, schrift, pen. --> laptop dicht
Ik heb mijn telefoon de hele les op stil in mijn tas.
Ik ben in het lokaal tijdens de hele les.
Slide 2 - Tekstslide
Doel
Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema. (Lezen H3 - blz. 78)
Wat gaan we doen? (50 min.).
terugblik (leestoets H1+2) 15 min.
aantekeningen & uitleg 15 min.
zelfst. werken 15 min.
doel bereikt? 5 min.
Slide 3 - Tekstslide
leestoets H1+2
Max. aantal punten: 25
Laagste: 11 p (cijfer bij n=1: 5,0)
Gemiddeld: 15 p (cijfer bij n=1: 6,4)
Hoogste: 19 p (cijfer bij n=1: 7,8)
Slide 4 - Tekstslide
Welke drie soorten standpunten ken je?
Slide 5 - Open vraag
Welke twee soorten argumenten ken je?
Slide 6 - Open vraag
(1) Wat weet jij nou van gezonde voeding? Je hebt er nog nooit een wetenschappelijk artikel over gelezen. Je hebt bovendien zelf overgewicht.
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
neven- en onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend
Slide 7 - Quizvraag
(2) Als je gaat karten, moet je beschermende kleding dragen. Bij een botsing kun je anders levensgevaarlijk gewond raken. Je kunt hersenletsel oplopen. Je kunt ook een nek- of rugwervel breken.
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
neven- en onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend
Slide 8 - Quizvraag
(3) Maarten is geschikt als medewerker bij speelparadijs Joepie, want hij is sociaal en heeft ervaring als oppas. Hij heeft namelijk twee jaar als au pair gewerkt.
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
neven- en onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend
Slide 9 - Quizvraag
(4) De E. colibacterie verspreidt zich snel via bijvoorbeeld vlees en rauwe groente. Daardoor raken wij geïnfecteerd en worden we ziek. Geregeld leidt de ziekte tot de dood. Dus de E. colibacterie is levensgevaarlijk.
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
neven- en onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend
Slide 10 - Quizvraag
opdracht 3*: drogredenen
Iedereen die rijk is, heeft hard gewerkt. Amin werkt hard, dus hij zal rijk worden.
Standpunt: Amin zal rijk worden.
Argument 1: Iedereen die rijk is, heeft hard gewerkt
Argument 2: Hij werkt hard.
Klopt niet, want niet iedereen die hard gewerkt heeft, is rijk.
Slide 11 - Tekstslide
opdracht 3*: drogredenen
Mensen die pijn hebben, huilen vaak. Koeien huilen nooit, dus zij hebben geen pijn.
standpunt: Koeien hebben geen pijn.
argument 1: Mensen die pijn hebben, huilen vaak.
argument 2: Koeien huilen nooit.
klopt niet, want koeien hebben geen menselijke emoties
Slide 12 - Tekstslide
signaalwoorden standpunt
ik vind
volgens ons
zij denkt
de auteur stelt
ik ben van mening dat
onze conclusie is
dus
daarom
kortom
(het is) dan ook
signaalwoorden argument
dat blijkt uit
immers
namelijk
omdat
de reden hiervoor is
want
Slide 13 - Tekstslide
uitleg bij opdracht 4
verdeel de vragen in categorieën: (1) globaal lezen / structuur (2) woordenschat / wat bedoelt de schrijver? (3) argumentatie
Slide 14 - Tekstslide
uitleg bij opdracht 4
globaal lezen / structuur: vraag 1, 2, 3
woordenschat / wat bedoelt de schrijver?: vraag 4, 5, 9, 11