les 2 27 maart HERHALING Hoofdstuk 3 Argumentatie

les 2 27 maart HERHALING Hoofdstuk 3 Argumentatie
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

les 2 27 maart HERHALING Hoofdstuk 3 Argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom g3a! start met lezen
Planning
Waarom argumenteren?
Kort herhalen H3 blz.81
Bespreken huiswerk
Zelfst: lessonUp.app
oefeningen (laptop)
Opdrachten boek maken
Fotogedicht verder
Poll en Afsluiting

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom v3a! start met lezen          
Planning: Dagopening
Waarom argumenteren?
Kort herhalen H3 blz.81
Bespreken huiswerk
Zelfst: lessonUp.app
oefeningen (laptop)
Opdrachten boek maken
Fotogedicht verder
Poll en Afsluiting

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk over argumentatie 
te leren?
  • Argumenten zijn overal. Van je leraar overtuigen dat je echt wel een beter cijfer hebt verdiend tot je toekomstige werkgever duidelijk maken dat jij de perfecte kandidaat voor het baantje bent. Door argumentatie te begrijpen leer je beter je mening vormen en hoe je die kunt onderbouwen.

  • Je leert kritisch lezen en luisteren: niet alles wat je leest of hoort is waar, soms is het alleen een mening van de schrijver.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Argumenteren -

> Standpunt (dat wat jij vindt, jouw mening)





> Argument (waarom jij iets vindt)
 

Slide 5 - Tekstslide

Lees je van standpunt naar argument, dan kun je daar signaalwoorden als WANT en OMDAT tussen zetten (of ze staan er al).

Lees je van argument naar standpunt, dan kun je daar DUS en DAAROM tussen zetten (of ze staan er al). 
Welke argumentatiestructuren ?
  • Enkelvoudige argumentatie                  
  • Nevenschikkende argumentatie 
  • Onderschikkende argumentatie
  • Onder- en nevenschikkende argumentatie (combi

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderschikkend
Standpunt
Argument
Ondersteunend argument

Slide 7 - Tekstslide

Argument voor een argument 
Nevenschikkend
Standpunt
Argument
Argument
Argument
en
en
want

Slide 8 - Tekstslide

Meerdere, gelijkwaardige argumenten

Je lees voor de pijlen "want" en er tussen kan je "en" lezen. 
Enkelvoudig
Standpunt
Argument

Slide 9 - Tekstslide

Eén argument
Onder- en nevenschikkend
Standpunt
Argument
Argument
Argument
en
en
want
Ondersteunend argument

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesboek blz. 81 
Lees de theorie en je aantekeningen goed door.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken (huis)werk blz. 82/83: 
  • Opdracht 2
  • Opdracht 1
  • Opdracht 3

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 2 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 2 
4 A
De E. colibacterie is levensgevaarlijk.
Geregeld leidt de ziekte tot de dood.
Wij raken geïnfecteerd en we worden ziek.
De E. colibacterie verspreidt zich snel via bijvoorbeeld vlees en rauwe groente.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 1 
1 Ik ben van mening dat
2 Ten eerste
3 Bovendien, ook
4 (Zijn laatste) argument (betreft)
5 dus

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 3
1a Amin zal rijk worden.
b Koeien hebben geen pijn.
2a(1) Iedereen die rijk is, heeft hard gewerkt.(2) Amin werkt hard.
b(1) Mensen die pijn hebben, huilen vaak.(2) Koeien huilen nooit.
3a Volgens de redenering heeft iedereen die rijk is, hard gewerkt, maar dit wil niet zeggen dat iedereen die hard werkt ook rijk wordt. Het is dus niet zeker dat Amin rijk wordt.
b In de redenering worden koeien vergeleken met mensen. Het gevolg van pijn bij mensen is dat ze vaak huilen; deze menselijke emotie hebben koeien niet. Het is dus fout om de conclusie te trekken dat koeien, doordat ze niet kunnen huilen, ook geen pijn kunnen ervaren. (Bovendien staat er in de redenering dat mensen ‘vaak’ huilen als ze pijn ervaren, dus pijn leidt bij mensen niet altijd tot huilen. Ook op basis hiervan is de conclusie fout.)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig oefenen
Maak de quiz zelfstandig 
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het argument?
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
De meeste ... horen;
B
daarom ... Songfestival.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feitelijk of waarderend argument?
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het standpunt?
Faalangst is iets waar je invloed op hebt. Je kunt namelijk je gedachten om leren zetten met cognitieve gedragstherapie.
A
Faalangst ... hebt.
B
Je kunt ... gedragstherapie.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feitelijk of waarderend argument?
Faalangst is iets waar je invloed op hebt. Je kunt namelijk je gedachten om leren zetten met cognitieve gedragstherapie.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het argument?
De militaire dienstplicht moet in Nederland opnieuw ingevoerd worden. Dat zal jongeren discipline en gehoorzaamheid bijbrengen.
A
De militaire ... worden.
B
Dat zal ... bijbrengen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het standpunt?
Omdat de overheid veel geld kwijt is aan zorgkosten, moet roken helemaal verboden worden.
A
de overheid ... zorgkosten
B
roken ... verboden worden

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Zij is de juiste persoon voor die baan, want zij heeft ruime ervaring in de branche en zij voldoet aan alle opleidingseisen.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Dat was geen leuk festival. De hoofdact kwam niet opdagen. De bandleden hadden hun vliegtuig gemist.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit. Je bent meer ontspannen en met je ogen dicht kun je beter luisteren, want je wordt nergens door afgeleid.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Met je ogen dicht kun je beter luisteren.
Je bent meer ontspannen.
Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit.
Je wordt nergens door afgeleid.

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
veel nieuwe mensen ontmoeten.
De tijd na je eindexamen is het mooist.
op kamers wonen,
de opleiding van je dromen volgen
Er gaan dan veel leuke dingen gebeuren.

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Opdracht 4 blz. 84 

Opdracht 5.1 en 5.7, 5.8, 5.9 
timer
20:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu wat feitelijke en waarderende argumenten zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan een argumentatieschema maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
zie Poll

Huiswerk 2 april: 
leer H3 blz. 81

Volgende les 2 april:
Herhaling H3 
Fotogedicht verder + inleveren
Instructie 
H 4 Tegenargumenten





Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies