sondevoeding toedienen 7 januari

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

sondevoeding toedienen

Indicaties sondevoeding

• Verbeteren van de     voedingstoestand
• Complicaties ondervoeding voorkomen

• Voedingstoestand tijdens ziekteproces op peil houden

• Chronische maag/darmaandoening: voeding niet goed verteerd of opgenomen
  
• Slikproblemen/kauwproblemen: neurologische aandoening, bewusteloosheid
  
• Slokdarmaandoening: te nauw/ontsteking
  
• Zorgvrager die weigert te eten; anorexia
• Verminderde eetlust: kanker, chemo
• Slechte lichamelijke conditie:
   wonden, aansterken voor operatie

Soorten sondevoeding

• standaard sondevoeding
• energieverrijkte sondevoeding
  
• vezelverrijkte sondevoeding
  
• eiwitverrijkte sondevoeding
  
• soja sondevoeding

Polymere voeding:
bevat stoffen die in het spijsverteringskanaal
afgebroken moeten worden (eiwit,
    vet,  koolhydraten)

monomere voeding = astronautenvoeding
bevat stoffen die deels al verteerd zijn
 (bij malabsorptieklachten)

Verschillende opties voor toedienen SV

Intermitterend: bepaalde periode
Continu: via pomp doorlopend
Per portie/bolus: via spuit/trechter meerdere malen per dag

Verschillende merken pompen

aandachtspunten

controleer de sonde of deze nog goed zit

Spoel de sonde 4-6 maal daags door met 20-30 ml (bij kinderen maximaal 5 ml) lauw kraanwater, om verstopping te voorkomen. Spoel daarnaast voor en na toediening van medicijnen en voeding de sonde door.

www.instagram.com

"handmatig" toedienen

 met zwaartekracht

met spuit en stamper

porties mogen maximaal 500cc per keer zijn

porties vaak tussen de 2-6 uur

pomp bedienen 

nogmaals sonde inbrengen

nogmaals catheter inbrengen