WLZMAZO417AK - Autisme Spectrum Stoornissen

Lesdoelen 
- Je kent de kenmerken van een autisme spectrum stoornis en kunt benoemen wat dit voor invloed heeft op gedrag 

- Je kunt de subtypes binnen het autistische spectrum benoemen 

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen 
- Je kent de kenmerken van een autisme spectrum stoornis en kunt benoemen wat dit voor invloed heeft op gedrag 

- Je kunt de subtypes binnen het autistische spectrum benoemen 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we al? 
  • Schrijf in een tweetal op wat jullie al weten over autisme. 

  • Klassikaal nabespreken: overeenkomsten & verschillen? 

Slide 2 - Tekstslide

Met een autisme spectrum stoornis word je geboren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel mensen in Nederland hebben een autisme spectrum stoornis?
A
1 miljoen Nederlanders
B
199.000 Nederlanders
C
2,5 miljoen Nederlanders
D
20.000 Nederlanders

Slide 4 - Quizvraag

Een stoornis in het autistisch spectrum komt het meeste voor bij:
A
Jongens.
B
Meisjes.

Slide 5 - Quizvraag

Meer dan de helft van de mensen met een autisme spectrum stoornis heeft een normale intelligentie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Autistisch spectrum
- Diagnose gesteld in de DSM 
- Omvat verschillende vormen (PDD-NOS, Klassiek Autisme,
    Asperger, RETT) 


 

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken 
Biologisch (erfelijke factoren)
Zuurstofgebrek bij geboorte

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Executieve functies
Dit deel is verantwoordelijk voor cognitieve, emotionele en motivationele processen, zoals plannen, impulsbeheersing en doelgericht handelen. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Als iemand met gebrekkige executieve functies eenmaal een vaste planning heeft, roept het afwijken hiervan weerstand op. Dit zorgt voor onzekerheid en chaos.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Mensen met autisme hebben vaak een zwakke centrale coherentie, waardoor ze de wereld zien als een berg losse onderdelen. 

(voorbeeld: boom) 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Overgevoeligheid prikkels 
Elke prikkel is een signaal. Doordat de hersenen van mensen met autisme anders werken, gaat het verwerken van sommige soorten prikkels moeilijker en duurt het langer. De prikkels stapelen zich op tot er kortsluiting ontstaat: overprikkeling.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

  • Mindmap

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting
  • Hoe hebben we geleerd vandaag?
  • Tips/tops 
  • Programma volgende week 

Slide 19 - Tekstslide