2M herhaling proefwerk Tweede Wereldoorlog
Noem een oorzaak voor de Eerste Wereldoorlog.
1 / 20
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Noem een oorzaak voor de Eerste Wereldoorlog.
Slide 1 - Open vraag
Welk land hoort bij de geallieerden in de Eerste Wereldoorlog?
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Rusland
C
Ottomaanse Rijk
D
Duitsland
Slide 2 - Quizvraag
In welk jaar begon de Eerste Wereldoorlog?
A
1914
B
1916
C
1918
D
1928
Slide 3 - Quizvraag
Wat past er niet bij het nationaalsocialisme?
A
1 leider
B
Geweld is belangrijk
C
Indoctrinatie
D
Democratie
Slide 4 - Quizvraag
Noem een reden waarom Hitler populair was bij veel mensen in de tijd van economische crisis.
Slide 5 - Open vraag
Noem een verschil tussen het fascisme en het nationaalsocialisme.
Slide 6 - Open vraag
Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog?
A
1938
B
1939
C
1940
D
1941
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
1943
B
1944
C
1945
D
1946
Slide 8 - Quizvraag
Welk land kiest ervoor om bij Duitsland te horen in 1938?
A
Oostenrijk
B
Tsjecho-Slowakije
C
Nederland
D
Denemarken
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'Blitzkrieg'?
A
overleg tussen staten
B
een snelle aanval
C
overgeven
D
drijfjacht
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'diplomatie'?
A
overleg tussen staten
B
een snelle aanval
C
overgeven
D
drijfjacht
Slide 11 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit wat het begrip razzia betekent.
Slide 12 - Open vraag
Noem 1 politieke verandering in Nederland nadat Duitsland Nederland verovert.
Slide 13 - Open vraag
Samenwerken met de Duitsers noemen we...
A
verzet
B
aanpassing
C
collaboratie
Slide 14 - Quizvraag
Wat hoort er NIET bij samenwerken met de Duitsers?
A
Illegale kranten verspreiden
B
Joden verraden
C
Dienst nemen in het Duitse leger
D
Helpen met het bouwen van bunkers
Slide 15 - Quizvraag
Leg uit welke ideeën Hitler had over 'mensenrassen'.
Slide 16 - Open vraag
De Holocaust ging stapsgewijs. Leg uit welke stappen er waren bij het vervolgen van Joden.
Slide 17 - Open vraag
Waarom zetten de Amerikanen aan het eind van de oorlog een atoombom in tegen Japan?
A
Om Duitsland te laten schrikken.
B
Om de Japanners te straffen voor de Jodenvervolging.
C
Om de atoombom te testen.
D
Om de oorlog sneller ten einde te brengen.
Slide 18 - Quizvraag
Noem 1 gevolg voor de bevolking van de landen die Japan binnenviel.
Slide 19 - Open vraag
Toen Japan Indonesië binnenviel, waren de mensen in Indonesië in de eerste instantie...
A
blij, want ze dachten dat ze bevrijd werden van de Nederlanders.
B
blij, want ze wilden graag bij Japan horen.
C
boos, want ze vonden het fijn om bij Nederland te horen.
