H4 gedrag 4.3

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wat gaan we tijdens deze les doen?

• Uitleg paragraaf 4.3
• Wat weet je nog?
  
• Aantekeningen               

• Huiswerk maken       
  

Een uitwendige prikkel is

1. Geluid en licht
2. Honger en dorst

Een inwendige prikkel is

1. Geluid
2. Licht
3. Voelen van honger
4. Prikkel buiten het lichaam

De lijst met beschrijvingen die je krijgt wanneer je de handelingen van een dier bekijkt heet:

1. Onderzoek
2. Observatie
3. Ethogram
4. Handelingen

Hoe leren dieren en mensen?

1. Oefenen en inzicht
2. Leren en imiteren
3. Imiteren en nadoen
4. Imiteren, oefenen en inzicht

Een reflex is aangeboren

1. Juist
2. Onjuist

Soorten gedrag

verbaal

non-verbaal

Verbaal

iets duidelijk maken met woorden

praten

Lichaamstaal zie je vaak op het gezicht en aan iemands houding

Wat wil dit jongetje met zijn lichaamstaal zeggen?

Kun je praten met je lichaam?

Aan de gezichtsuitdrukkingen van de mens kun je zes emoties herkennen.

• Vreugde
• Verdriet
• Verbazing
• Woede
• Afschuw
• Angst

Je laat met je lichaam, dus ZONDER woorden,  dit heet  non-verbaal, zien hoe je je voelt --> Lichaamstaal 

Wat is duidelijke lichaamstaal?

Signaal: een boodschap voor soortgenoten

Geef een voorbeeld van een geur als signaal

Afbakenen met geurvlaggen

Geef een voorbeeld van een kleur als signaal

Geef een voorbeeld van beweging als signaal

Geef een voorbeeld van lichaamshouding als signaal

Geef een voorbeeld van geluid als signaal

Geef een voorbeeld van gebaren als signaal

Wat maakt baby's en jonge dieren lief?

Baby's --> groot bol hoofd met grote ogen en een mollig zacht lijf.

Dit zijn signalen waardoor mensen baby's willen verzorgen en vertroetelen.

overdreven signalen 

Aan de gezichtsuitdrukkingen van de mens kun je ....... emoties herkennen

1. 4
2. 8
3. 6
4. 12

Een prikkel die leidt tot een reactie bij soortgenoten heet:

1. Gedrag
2. Handeling
3. Prikkel
4. Signaal

Wat is een signaal?

1. Een handeling
2. Een boodschap voor soortgenoten

Huiswerk

^{Maken paragraaf 4.3 opdracht 1 t/m 13}