Proeftoets 1.9 t/m 1.16

Proeftoets 1.9 t/m 1.16
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
PraktijkmanagementMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Proeftoets 1.9 t/m 1.16

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat is een herhaalrecept.
A
een recept dat wordt voorgeschreven zonder de huisarts te zien
B
een recept dat al eens eerder is voorgeschreven
C
een recept om therapietrouw te bevorderen

Slide 2 - Quizvraag

2. Op welke 3 punten moet je letten bij het maken van een herhaalrecept?
A
verstrekkingsvorm, sterkte, de naam van de apotheek
B
verstrekkingsvorm, de aanmaakdatum, de hoeveelheid
C
de sterkte, de hoeveelheid, bezorgen of niet
D
de sterkte, de hoeveelheid, de naam van de apotheek

Slide 3 - Quizvraag

3. Wat is een baxter?
A
een weekdoos met medicijnen
B
een doosje medicijnen
C
een rol met plasticzakjes waar alle medicijnen inzitten
D
een rol met plasticzakjes waar de medicijnen per innamemoment bij elkaar gevoegd zijn

Slide 4 - Quizvraag

4. Wat is een e-mailconsult?
A
een afgesproken tijd waarop je met de huisarts mailt
B
een mogelijkheid om via een beveiligde internetverbinding vragen te stellen aan de huisarts
C
een mogelijkheid om via een beveiligde internetverbinding vragen te stellen aan de doktersassistent

Slide 5 - Quizvraag

5. Voor welke 3 onderwerpen kun je niet terecht voor een e-mailconsult?
A
uitslagen van een onderzoek, emotionele problemen, het maken van een afspraak
B
uitslagen van een onderzoek, emotionele problemen, klachten waarbij lichamelijk onderzoek nodig is
C
emotionele problemen, klachten waarbij lichamelijk onderzoek nodig is, spoedeisende zaken
D
klachten waarbij lichamelijk onderzoek nodig is, spoedeisende zaken, uitslagen van een onderzoek.

Slide 6 - Quizvraag

6. Benoem 4 handelingen die een doktersassistent tijdens het assistentenspreekuur verricht.
A
hechtingen inbrengen, hechtingen verwijderen, oren uitspuiten, injecteren
B
hechtingen inbrengen, hechtingen verwijderen, bloeddrukmeting, injecteren
C
hechtingen inbrengen, oren uitspuiten, injecteren, vingerprik
D
hechtingen verwijderen, oren uitspuiten, injecteren, vingerprik

Slide 7 - Quizvraag

7. Wat verstaat men onder kleine ingrepen?
A
wratten wegsnijden, wratten aanstippen met een cryopen
B
wratten aanstippen met stikstof, wratten aanstippen met een cryopen
C
wratten wegsnijden, wratten aanstippen met stikstof
D
geen van de antwoorden is goed

Slide 8 - Quizvraag

8. Met welke 4 zaken houdt de assistente rekening als de huisarts kleine chirurgische ingrepen doet?
A
voldoende materialen, voldoende instrumenten, houdbaarheidsdatum, gesteriliseerde instrumenten
B
voldoende materialen, voldoende instrumenten, houdbaarheidsdatum, gesteriliseerde instrumenten en materialen
C
voldoende materialen, voldoende instrumenten, houdbaarheidsdatum, voldoende tijd
D
geen van de antwoorden is goed

Slide 9 - Quizvraag

9. Wat is het doel van een rijbewijskeuring?
Op welke momenten moet iemand een rijbewijskeuring ondergaan?

A
het verkeer veilig houden, vanaf 65 jaar en om de 10 jaar
B
het verkeer veilig houden, vanaf 70 jaar en om de 10 jaar
C
ouderen veilig en verantwoord aan het verkeer laten deelnemen, vanaf 75 jaar om de 5 jaar
D
ouderen veilig en verantwoord aan het verkeer laten deelnemen, vanaf 65 jaar om de 5 jaar

Slide 10 - Quizvraag

10. Welke artsen mogen reizigersadviezen geven?
A
alle artsen
B
alleen huisartsen
C
artsen met een speciale aantekening
D
geen van de antwoorden is goed

Slide 11 - Quizvraag

11. Wat is een zorgdomein?
A
een applicatie die de arts gebruikt om een patiënt elektronisch door te verwijzen
B
een applicatie die de arts gebruikt om een patiënt zorg voor te schrijven
C
geen van de antwoorden is goed

Slide 12 - Quizvraag


12. Benoem 2 voordelen van het werken met zorgdomein.

A
de gegevens over wachttijden in verschillende ziekenhuizen kunnen worden uitgezocht, de patiënt kan doorverwezen worden naar de diëtiste
B
geen van de antwoorden is goed
C
de gegevens over wachttijden in verschillende ziekenhuizen kunnen worden uitgezocht, de patiënt kan doorverwezen worden naar de fysiotherapeut
D
het is een beveiligde lijn, de gegevens over wachttijden in verschillende ziekenhuizen kunnen worden uitgezocht

Slide 13 - Quizvraag