Thema 4 Hoofdstuk 3 Taalverzorging

Inhoud/doel van de les:
15 min. instructie/30 min. werken/5 min. huiswerk

Aan het einde van de les:
- Ken je het verschil tussen actieve en passieve zinnen
- weet je hoe je je tekst kunt controleren op taalverzorging


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Inhoud/doel van de les:
15 min. instructie/30 min. werken/5 min. huiswerk

Aan het einde van de les:
- Ken je het verschil tussen actieve en passieve zinnen
- weet je hoe je je tekst kunt controleren op taalverzorging


Slide 1 - Tekstslide

Theorie 1: Passieve zinnen
In een passieve zin volgt na het onderwerp vaak een vorm van het werkwoord ‘worden’ of ‘zijn’ en een voltooid deelwoord. Vaak staat in een passieve zin ook het woord ‘door’, dat aangeeft door wie of wat iets wordt gedaan of veroorzaakt. Als ‘door’ er niet staat, kun je het erbij denken.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Voorbeelden
De medewerker van de helpdesk belt mij zo snel mogelijk terug.

Het onderwerp van deze zin, ‘de medewerker van de helpdesk’, doet iets, namelijk terugbellen. De zin is actief.
Ik word zo snel mogelijk teruggebeld door de medewerker van de helpdesk.
Het onderwerp van deze zin, ‘ik’, doet zelf niets. De zin is passief.


Slide 4 - Tekstslide

Waarom is dit belangrijk?
Een tekst waarin veel passieve zinnen staan, is vaak saai en daardoor moeilijk leesbaar. Een tekst met veel actieve zinnen is levendig en daardoor makkelijker leesbaar. Gebruik daarom vooral actieve zinnen in je tekst.
Als accountmanager wil je jouw klanten activeren om iets te kopen, dat gaat makkelijker met actief taalgebruik!

Slide 5 - Tekstslide

Actief
Passief
Wordt het WK in 2022 georganiseerd door Qatar?
Mayra was blij met haar sta-bureau.
Er is vannacht bij het kantoor ingebroken.
Het afdelingshoofd keurde het voorstel af.
Van vijf locaties is onderzocht of ze geschikt zijn.

Slide 6 - Sleepvraag

In een actieve zin is het duidelijk wie (onderwerp) iets (handeling) doet
Waar
Niet waar

Slide 7 - Poll

Mijn nagels worden gelakt door de nagelstyliste
A
Passief
B
actief

Slide 8 - Quizvraag

De nagelstyliste lakt mijn nagels
A
Passief
B
actief

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Theorie 2: zinnen/woorden controleren

Je controleert:
- Inhoud
-Indeling
-Taalverzorging

Slide 11 - Tekstslide

Taalverzorging controleren
je hoofdletters, komma’s, punten, vraagtekens en uitroeptekens correct hebt gebruikt;

de zinnen niet te lang zijn;
je vooral actieve zinnen gebruikt;
de zinnen grammaticaal correct zijn;
de werkwoordspelling en algemene spelling correct zijn;
de uitdrukkingen correct zijn gebruikt.




Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Thema 4 H3
Theorie 1 en 2
opdrachten 1, 3 en 4

Slide 13 - Tekstslide

Extra filmpje:

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video