NE 2K - Bk, Ws2 + Sv1 (les 3)

Welkom
Nederlands
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands
Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Nederlands
Start
Lesdoel
  • Je oefent met woordenschat.
  • Je oefent met schrijfvaardigheid.

Boekopdracht
  • Uitdelen boekopdracht.
  • Titel inleveren: uiterlijk vrijdag 11-12-2020.
  • Boekopdracht inleveren: uiterlijk vrijdag 15-01-2021.

Herhaling woordenschat
  • Maak de LessonUp-quiz



De Quiz
Vul het schema in.

Inhalers KL
  • Senna
  • Jorran

Slide 3 - Tekstslide

Welke uitdrukking past hierbij?

De leerlingen hadden hun huiswerk gemaakt en de stof voor de toets geleerd.
A
Daarmee was de kous af.
B
Dit was een klap in het gezicht van de docent.
C
Zij kwamen goed beslagen ten ijs.
D
De leerlingen stonden aan de voet van de berg.

Slide 4 - Quizvraag

Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
circa
B
precies
C
exact
D
nauwkeurig

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord past het beste in de zin?

Om deze informatie online te vinden, ... je eerst naar de juiste pagina op de website.
A
scrol
B
navigeer
C
blader
D
klik

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent regio niet?
A
gebied
B
omgeving
C
streek
D
positie

Slide 7 - Quizvraag

Geef synoniemen voor
(1) uitgebreid, (2)bezig, (3) geliefd.

Slide 8 - Open vraag

Nederlands
H2 Woordenschat: Figuurlijk taalgebruik
Leerdoel
  • Je kunt figuurlijk taalgebruik begrijpen. 

Opdracht
  • Lees de theorie.
  • Maken opdracht 6-7.



Theorie
In figuurlijk taalgebruik worden beelden (figuurlijk) gebruikt die iets van de letterlijke betekenis uitdrukken.
  • Slapen (= letterlijk) onder de blote hemel (= figuurlijk). Bloot betekent hier onbedekt, open.
  • In het hart van de stad (= figuurlijk) wonen (= letterlijk). Hart betekent hier centrum, midden.

De betekenis bij figuurlijk taalgebruik kun je opzoeken bij het belangrijkste woord uit de uitdrukking. 
  • Met de gebakken peren zitten. Zoek de betekenis onder peren.
Let op
  • Na de kerstvakantie toets woordenschat hst 1-3.
  • Houd de woorden en uitdrukking dus goed bij!

Slide 9 - Tekstslide

Nederlands
H1 Schrijven: Stap voor stap
Leerdoel
  • Je kunt een tekst schrijven volgens een stappenplan. 

Uitleg 






Lees de theorie voor meer uitleg.



1
Oriënteren
Wat ga je schrijven?
Onderwerp, deelonderwerpen (steekwoorden).
2
Ordenen
Hoe verdeel je de informatie?
Inleiding/aanleiding, middenstuk (deelonderwerpen), slot.
3
Proberen
Schrijf een kladversie.
Gebruik alinea's
4
Controleren
Controleer.
Staat alles erin? Geen spelfouten? Goede zinnen?
5
Uitvoeren
Schrijf een netversie.
6
Controleren
Controleer.
Let op alle spelling, zinnen, hoofdletters, punten, komma's.

Slide 10 - Tekstslide

Nederlands
H1 Schrijven: Stap voor stap
Leerdoel
  • Je kunt een tekst schrijven volgens een stappenplan. 

Opdracht
  • Maak opdracht 1 om de stap ordenen beter te begrijpen.
  • Maak opdracht 2. Je schrijft dus alleen een alinea over een deelonderwerp
  • Wissel je schrijfproduct uit en voorzie elkaar van commentaar.
  • Verbeter je schrijfproduct.
  • Maak opdracht 3. 
  • Wissel je schrijfproduct uit en voorzie elkaar van commentaar.
  • Verbeter je schrijfproduct.


Slide 11 - Tekstslide

Nederlands
Afsluiting
Lesdoel
  • Je oefent met woordenschat.
  • Je oefent met schrijfvaardigheid.

Boekopdracht
  • Titel inleveren: uiterlijk vrijdag 11-12-2020.
  • Boekopdracht inleveren: uiterlijk vrijdag 15-01-2021.



De Quiz
Vul het schema in.

Inhalers KL
  • Senna
  • Jorran

Slide 12 - Tekstslide