In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat is de oorzaak? Voorbeeld zin: Willibrord gaat op missie, omdat de Paus dit aan hem heeft gevraagd.
A
Dat Willibrord op missie gaat.
B
De Paus heeft Willibrord dat gevraagd.
C
Er is geen oorzaak
Slide 1 - Quizvraag
3.2 herhalen
Handboek blz. 34 en 35
Werkboek blz. 46 en 47
Slide 2 - Tekstslide
Maar eerst
Een korte vooruitblik op volgende week.
Maak de vragen op een blaadje.
Dit blaadje lever je in bij de docent.
Je naam hoeft er niet op.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een horige boer?
A
Een boer die niet zo goed kan horen .
B
Een boer die goed kan horen.
C
Een vrije Boer
D
Een half vrije boer
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het hofstelsel?
A
Het economische systeem met horige op domeinen .
B
De manier waarop edelen leefde aan het hof van de koning.
C
Dit bestond niet en is verzonnen.
D
Dit is een politiek systeem met horige op domeinen.
Slide 5 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit wat het begrip 'stand' betekent.
Slide 6 - Open vraag
Tot en met waar zijn jullie?
Alleen vingers!!!
Slide 7 - Tekstslide
Wat snap je niet aan de paragraaf?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het gevolg? Voorbeeld zin: Willibrord gaat op missie, omdat de Paus dit aan hem heeft gevraagd.
A
Dat Willibrord op missie gaat.
B
De Paus heeft Willibrord dat gevraagd.
C
Er is geen gevolg.
Slide 16 - Quizvraag
Is het gevolg dat Willibrord op missie gaat, een bedoeld of onbedoeld gevolg?
A
Bedoeld
B
Onbedoeld
Slide 17 - Quizvraag
Wat is in deze zin de oorzaak en wat is het gevolg?
Was dit een bedoelt gevolg of een onbedoeld gevolg? Voorbeeld zin: Rond het jaar 1000 was bijna heel Europa Christelijk, hierdoor stopte de Vikingen met hun plundertochten.