Geschiedenis klas 1: (les 28) Europa wordt christelijk (2) (2021/2022)

kist met heilige voorwerpen op paard
Willibrord
Romeins puin
Frankische ridders
geestelijken
houten fortmuur
groot houten kruis
kerk
1 / 21
volgende
Slide 1: Sleepvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

kist met heilige voorwerpen op paard
Willibrord
Romeins puin
Frankische ridders
geestelijken
houten fortmuur
groot houten kruis
kerk

Slide 1 - Sleepvraag

Wat is de juiste omschrijving van het begrip: "Bekeren"?
A
Iemand een andere godsdienst aan laten nemen.
B
Iemand ervan overtuigen dat het geloof het beste is wat er is.
C
Iemand laten geloven dat de natuur het beste is wat er is.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de naam van de bekende missionaris die in Nederland het christendom moest verspreidden?
A
Karel de Grote
B
Willibrord
C
Bonifatius
D
Franciscus

Slide 3 - Quizvraag

Bekeren
Heiden
Missionaris 
Zonden
iemand een andere godsdienst aan laten nemen
iemand waarvan gezegd wordt dat zij niet het goed geloof hebben
iemand met de opdracht (missie) om mensen te bekeren tot het christendom
Slechte dingen die mensen doen

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Video

Christelijk Europa
Missionarissen: heidenen zullen eeuwig pijn lijden in de hel, toch was er veel verzet -> ze werden gezien als indringers


Je kon Christen worden door te worden gedoopt

1000: bijna heel Europa is christelijk en hierdoor stoppen de Vikingen met hun plundertochten

Slide 6 - Tekstslide

Vermenging van culturen
Germaanse tradities blijven bestaan, terwijl het Christendom zich langzaam verspreid
-> vermenging Germaans en christelijke cultuur

Bijvoorbeeld:
- Christelijke en Germaanse feesten worden op dezelfde dag gevierd (Pasen en Kerst)
- Mensen blijven geloven in feeën en kabouters
- Dagen van de week


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Soorten geestelijken
  • Paus de leider van de kerk
  • Bisschoppen zijn helpers 
  • Paus + Bisschoppen = hoge geestelijken
  • Hoge geestelijken hadden veel macht en rijkdom
  • Lage geestelijken waren vaak pastoor van een klein gebied
  • Of leefden in kloosters als non of monnik
  • Geestelijken konden lezen en schrijven

Slide 11 - Tekstslide

Kloosterleven
  • Nonnen / monikken 




  • Klooster was groot complex met landerijen, school, ziekenzaal etc. 
Ze leefden in afzondering, volgens kloosterorde (regels). Ze mochten bijv geen bezit hebben, veel bidden en werken. 
Abt/Abdis was hoofd van het klooster.

Slide 12 - Tekstslide

leven in een klooster:
  • leven afgescheiden van de samenleving.
  • mogen geen bezit hebben.
  • gehoorzamen aan de abt of abdis: het hoofd van het klooster.
  • monniken en nonnen.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

leven in het klooster:

Slide 15 - Tekstslide

Weektaak: Maken opdrachten H3.2 



Hoe? Alleen, Zelfstandig.

Tijd: 15 minuten

 

timer
15:00
Vragen? Steek je vinger op!
Of stuur een E-mail naar mnt@dr.nassaucollege.nl

Slide 16 - Tekstslide

Hoe noemde de missionarissen de mensen die zich nog niet bekeerd hadden tot het Christendom?

Slide 17 - Open vraag

Sleep de uitleg op het juiste begrip!
Klooster
Monnik
Heiden
Geestelijke
Abt
Geestelijke die afgezonderd leeft
Woonplaats van monniken
Hoofd van het klooster
Godsdienstig leider
Iemand die niet het katholieke geloof heeft

Slide 18 - Sleepvraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 19 - Open vraag

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Volgende les: Hoofdstuk 3.3


Machtige heren, halfvrije boeren.



Slide 21 - Tekstslide