par 2.1 Grenzen en Identiteit: België

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 3

Terugblik: Volgende vragen gaan over het vorige hoofdstuk

Zet de cijfers 1 en 2 onder elkaar.
Welke twee begrippen horen bij de volgende omschrijvingen?
1. Het gericht zijn op eigen dorp en gemeente.
2. Inwoners van een gebied houden vast aan hun eigen geschiedenis en cultuur.

Sleep de vier woorden naar de juiste omschrijving:

grens van een land die wordt gevormd door zeeën, meren, rivieren of bergen.

door mensen getrokken grens tussen twee landen.

deel van de zee langs de kust van een land met een breedte van twaalf zeemijl.

de scheidingslijn tussen twee landen die te herkennen is aan een hek of grenspalen.

landsgrens

territoriale wateren

natuurlijke grens

kunstmatige grens

Wat bepaald voor de meeste Belgen de Nationale identiteit?

1. Godsdienst
2. Paspoort (nationaliteit)
3. Taal
4. Woongebied/woonplaats

Niet alleen taal zorgt voor verschillen. Benoem andere mogelijke verschillende als je kijkt naar identiteit en mentaliteit van Belgen en/of Nederlanders.

Sleep de onderstaande namen naar de juiste plek in de kaart van Belgie.

Tip: gebruik een atlas.

Wallonie

Antwerpen

Brussel

Vlaanderen

Aan de slag met je werk.

Lees eerst blz...... goed door.

Maak daarna opdracht.......