3.3 energierijke stoffen (deel 2)

3.3 energierijke stoffen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3.3 energierijke stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
-Maken we paragraaf 3.3 af
        -Terugblik vorige les
                  Huiswerk
                  Leerdoelen
        -Deel 2 van de paragraaf met kwartet


Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Huiswerk voor vandaag:

Maak van paragraaf 3.3 de opdrachten: 5, 6, 7, 9, 11, 13 en 15


Ondertussen in stilte: Lees blz 163, 166, 167
Maak opdracht: 18, 19, 23, 24 en 25 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Kun je uitleggen hoe het proces fotosynthese werkt.
2. Kun je uitleggen hoe de verbranding werkt.
3. Kun je uitleggen hoe gaswisseling in de bladeren werkt bij licht en bij donker.
4. Kun je uitleggen hoe voedingsstoffen bewaard worden in de plant.
5. Kun je uitleggen welke onderdelen worden gegeten van de plant.
6. Kun je uitleggen wat bladgroenkorrels, kleurkorrels en zetmeelkorrels zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Fotosynthese
  • Fotosynthese is het proces waarbij de plant glucose maakt.

  • Glucose bevat energie en is dus een energierijke stof.
Blz. 158

Slide 5 - Tekstslide

Verbranding
  • Verbranding is het proces waarbij energie wordt vrijgemaakt uit glucose.
  • Er onstaan 2 afvalstoffen: Koolstofdioxide en water.

Slide 6 - Tekstslide

Dan nu door met de nieuwe lesstof
Planten maken met de 
fotosynthese méér glucose 
dan ze gebruiken 
(bij de verbranding.)
Van die glucose maken planten
andere voedingsstoffen.

Slide 7 - Tekstslide

Voedingsstoffen
  • Eiwitten en cellulose zijn bouwstoffen.
  • Vitaminen zijn beschermende stoffen.
  • Zetmeel, suiker en vetten worden gebruikt als reservevoedsel.

  • Reservevoedsel wordt opgeslagen in:
  1. Knollen
  2. Bollen
  3. Zaden

Slide 8 - Tekstslide

Wat eet je van een plant? 
Je kunt verschillende delen van een plant eten. Dat levert je voedingsstoffen op. 
Je eet bijvoorbeeld bloemen (broccoli), vruchten (paprika) of bladeren (boerenkool).
Zie verder bron 7 op blz 166.

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende kleuren
Je plantaardige eten heeft verschillende kleuren. 
Dat verschil komt door verschillende korrels in de plantencellen.
Er zijn 3 soorten korrels:
  1. Bladgroenkorrels
  2. Kleurkorrels
  3. Zetmeelkorrels

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende soorten korrels

Slide 11 - Tekstslide

Nu 
Kwartetten

doel: 
-Leren welke onderdelen van een plant je kunt eten
-Herkennen van verschillende plantenonderdelen
timer
12:00

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting en huiswerk

Lees blz 163, 166, 167
Maak van paragraaf 3.3 opdracht: 18, 19, 23, 24 en 25 

Slide 13 - Tekstslide

Wat eet je als je walnoten eet?
A
Vruchten
B
Bladeren
C
Zaden
D
Stengels

Slide 14 - Quizvraag

Wat eet je als je rijst eet?
A
Vruchten
B
Bladeren
C
Zaden
D
Stengels

Slide 15 - Quizvraag

Wat eet je als je asperges eet?
A
Vruchten
B
Bladeren
C
Zaden
D
Stengels

Slide 16 - Quizvraag

3.3 deel 1
1. Waar in de plant vindt fotosynthese plaats?
2. Schrijf de reactievergelijking van de fotosynthese op:
     .....+ .....--> .....+ .....
3. Schrijf de reactievergelijking van de verbranding op:
     .....+ .....--> .....+ .....
4. Vindt er overdag fotosynthese plaats in een plant? En in de nacht?
5. Vindt er overdag verbranding plaats in een plant? En in de nacht? 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video