De galgenvelden van Amsterdam
Zie het als een stukje middeleeuwse overheidscommunicatie: een paar opgehangen lijken aan de kant van de toegangsweg naar de stad. De boodschap: hier heb je je te gedragen want tegen misdadigers wordt hard opgetreden. In de late middeleeuwen had vrijwel elke stad een galgenveld. Rond Amsterdam bevonden zich 4 van dit soort horrorplekken: in Noord, bij de Omval, in Westpoort en het huidige Leidseplein.
Vanaf 1360 gebruikte Amsterdam het uiterste puntje van Noord als galgenveld. Een goede plek, zo in het zicht van de haven. De lichamen van misdadigers die op De Dam waren terechtgesteld, werden hier opgehangen ‘om van de vogelen gegeten, en van de lucht verteert te worden.’
Er werden gemiddeld zo'n 4 doodvonnissen per jaar voltrokken. Meestal gebeurde dit op de Dam, maar soms ook op de Nieuwmarkt. In het beste geval werd het vonnis snel en pijnloos voltrokken door onthoofding met het zwaard. In het slechtste geval werd de ter dood veroordeelde geradbraakt zonder genadeslag. Dit hield in dat het slachtoffer op een wiel gebonden werd, waarna met een ijzeren staaf alle botten werden gebroken. Daarna werd de pechvogel halfdood op een galgenveld achtergelaten om te sterven. In de loop der eeuwen hebben zo'n 1.000 ongelukkigen zo de dood gevonden.