INLEIDING RECHTSSTAAT + LEGALITEITSBEGINSEL

INLEIDING RECHTSSTAAT
Hoofdstuk 1

geen powerpoint dus schrijf mee!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

INLEIDING RECHTSSTAAT
Hoofdstuk 1

geen powerpoint dus schrijf mee!

Slide 1 - Tekstslide

FILMPJE
Als een rechtsstaat het tegenovergestelde is van een dictatuur wat houdt een rechtsstaat dan in?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Als een rechtsstaat het tegenovergestelde is van een dictatuur wat houdt een rechtsstaat dan in?
p. 30, 66, 68-69 van het boek

Slide 4 - Open vraag

RECHTSSTAAT = 
EEN STAAT WAARIN BURGERS MET GRONDRECHTEN WORDEN BESCHERMD TEGEN MACHTSMISBRUIK EN WILLEKEUR VAN DE OVERHEID

Slide 5 - Tekstslide

FILMPJE
Noteer de 5 beginselen van de NL rechtsstaat én 
de 3 basisvoorwaarden

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Noteer de 5 beginselen van de NL rechtsstaat

Slide 8 - Open vraag

INLEIDING RECHTSSTAAT
LEGALITEITSBEGINSEL H2
MACHTENSCHEIDING H2
GRONDRECHTEN H2
RECHTERLIJKE CONTROLE H3, 4 en 5
DEMOCRATIEBEGINSEL => DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT
(thema parlementaire democratie: periode 3)

Slide 9 - Tekstslide

3 basis waarden
VRIJHEID
RECHTSZEKERHEID
de staat verwacht dat de burgers zich aan de wet houden en belooft dat omgekeerd zelf ook te doen
dit leidt tot vertrouwen en wederkerigheid tussen burger en overheid
RECHTSGELIJKHEID

Slide 10 - Tekstslide

SLEEPVRAAG: Welke situatie of kenmerk hoort bij een democratie, bij een dictatuur of bij allebei?
Sleep het kenmerk/situatie naar 'democratie', naar 'dictatuur' of naar 'allebei'
Democratie
Dictatuur
Allebei
1. Burgers moeten zich aan de wet houden.
2. De regering verbiedt een nieuwe politiek partij.
3. De overheid heeft het geweldsmonopolie.
4. Er wordt gefraudeerd bij de verkiezingen.
5. Op tv mag je grappen maken over het staatshoofd.
6. Ministers worden niet door het volk gekozen.
7. Rechters zijn niet onafhankelijk.
8. Er is sprake van trias politica.
9. Politici komen hun belofte niet altijd na.

Slide 11 - Sleepvraag

0

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

LEGALITEITSBEGINSEL H3
  • OVERHEIDSHANDELEN BERUST OP WETGEVING
  • "de overheid mag alleen beperkingen opleggen aan de vrijheid van burgers als die beperkingen in de wet zijn vastgelegd"


Slide 14 - Tekstslide

Je kunt alleen maar bestraft worden wanneer..........
A
... je een strafbaar feit hebt gepleegd
B
.... de strafwet al is aangenomen in het parlement
C
...er een eerlijk proces heeft plaatsgevonden
D
A, B en C

Slide 15 - Quizvraag

lees tekst 8 actueel
en beantwoord vragen A en B

Slide 16 - Tekstslide

VRAAG 8A: wat heeft het voorbeeld te maken met het legaliteitsbeginsel?

Slide 17 - Open vraag

Antwoord vraag 8A
Het legaliteitsbeginsel houdt onder meer in dat al het overheidshandelen berust op wetgeving. 
Dat betekent ook dat iets alleen strafbaar bevonden kan worden als daar een wettelijke basis voor te vinden is. 
In de ‘oude’ zedenwet kon iemand pas veroordeeld worden voor seksueel overschrijdend gedrag als er bewijs was van gebruik van geweld of dwang. Bij de nieuwe zedenwet is dat niet meer noodzakelijk en zijn er dus meer mogelijkheden tot aanklacht en veroordeling.

Slide 18 - Tekstslide

VRAAG 8B:
normen/waarden => rechtsnormen?

Slide 19 - Open vraag

Antwoord vraag 8B
Het kader waarmee we naar seksueel grensoverschrijdend gedrag kijken is de laatste jaren sterk veranderd, zoals strafrechter Janssen ook zegt in de bron. 
Er wordt opener gesproken over seksueel misbruik (waarde openheid). De aandacht verschuift naar de rol van de dader (norm). En er is meer aandacht voor de manier waarop mensen met seks omgaan (wederzijdse instemming, respect). Vanuit de samenleving komt steeds dringender de vraag om de regels (rechtsnormen) aan te passen.

Slide 20 - Tekstslide

Lees "hoe is het om als vrouw in Utrecht....."
Beantwoord vraag 8C

Slide 21 - Tekstslide

VRAAG 8C
rechtszekerheid / rechtvaardigheid

Slide 22 - Open vraag

Antwoord vraag 8C
De zedenwet heeft te maken met rechtvaardigheid, omdat de nieuwe wet beter past bij het (on)rechtvaardigheidsgevoel dat bij veel mensen in de samenleving heerst, namelijk dat voor grensoverschrijdend gedrag niet alleen sprake hoeft te zijn van dwang, geweld of bedreiging.

De wet heeft te maken met rechtszekerheid omdat duidelijker wordt wat wel en niet mag of kan binnen de wet waarmee er minder onduidelijkheid is over of iets grensoverschrijdend is of niet. Én dat er geen ongelijkheid is tussen inwoners van verschillende de steden.

Slide 23 - Tekstslide

volgende keer
opdracht 8 afmaken

hoofdstuk 4 
machtenscheiding

Slide 24 - Tekstslide