LEGALITEITSBEGINSEL EN SCHEIDING DER MACHTEN / CHECKS AND BALANCES 4VWO

INLEIDING RECHTSSTAAT
LEGALITEITSBEGINSEL H3
MACHTENSCHEIDING H4
GRONDRECHTEN H2
RECHTERLIJKE CONTROLE H5, 6 en 7
DEMOCRATIEBEGINSEL => DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT
(thema parlementaire democratie: periode 3)

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

INLEIDING RECHTSSTAAT
LEGALITEITSBEGINSEL H3
MACHTENSCHEIDING H4
GRONDRECHTEN H2
RECHTERLIJKE CONTROLE H5, 6 en 7
DEMOCRATIEBEGINSEL => DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT
(thema parlementaire democratie: periode 3)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rechtsstaat
oppositie
afwezigheid van deze kenmerken betekent dictatuur
=
wanneer alle macht in handen is van één persoon of kleine groep mensen

zie pagina 69

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het legaliteitsbeginsel kun je niet herkennen aan
A
Strafbaarheid
B
Ne-bis-in-idem-regel
C
Strafmaat
D
Onafhankelijke rechters

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

INLEIDING RECHTSSTAAT
LEGALITEITSBEGINSEL H3
MACHTENSCHEIDING H4
GRONDRECHTEN H2
RECHTERLIJKE CONTROLE H5, 6 en 7
DEMOCRATIEBEGINSEL => DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT
(thema parlementaire democratie: periode 3)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEGALITEITSBEGINSEL H3
  • OVERHEIDSHANDELEN BERUST OP WETGEVING
  • WETGEVING MOET BERUSTEN OP KWALITEITSEISEN 
  • "iemands vrijheid kan alleen ingeperkt worden als die rechtmatigheid van de beperking is vastgelegd in wetten en regels die door het parlement zijn aangenomen



KWALITEITSEISEN pagina 41/42

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lees tekst 8 actueel
overleg antwoorden in DUO's

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORD 8A
wat heeft het voorbeeld in de bron te maken met het legaliteitsbeginsel?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord vraag 8A
Het legaliteitsbeginsel houdt onder meer in dat al het overheidshandelen berust op wetgeving. 
Dat betekent ook dat iets alleen strafbaar bevonden kan worden als daar een wettelijke basis voor te vinden is. 
In de ‘oude’ zedenwet kon iemand pas veroordeeld worden voor seksueel overschrijdend gedrag als er bewijs was van gebruik van geweld of dwang. Bij de nieuwe zedenwet is dat niet meer noodzakelijk en zijn er dus meer mogelijkheden tot aanklacht en veroordeling.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORD 8B
waarden/normen => rechtsnormen

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord vraag 8B
Het kader waarmee we naar seksueel grensoverschrijdend gedrag kijken is de laatste jaren sterk veranderd, zoals strafrechter Janssen ook zegt in de bron. 
Er wordt opener gesproken over seksueel misbruik (waarde openheid). De aandacht verschuift naar de rol van de dader (norm). En er is meer aandacht voor de manier waarop mensen met seks omgaan (wederzijdse instemming, respect). Vanuit de samenleving komt steeds dringender de vraag om de regels (rechtsnormen) aan te passen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORD VRAAG C
wat heeft de nieuwe wet te maken met rechtszekerheid / rechtvaardigheid?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord vraag 8C
De zedenwet heeft te maken met rechtvaardigheid, omdat de nieuwe wet beter past bij het (on)rechtvaardigheidsgevoel dat bij veel mensen in de samenleving heerst, namelijk dat voor grensoverschrijdend gedrag niet alleen sprake hoeft te zijn van dwang, geweld of bedreiging.

De wet heeft te maken met rechtszekerheid omdat duidelijker wordt wat wel en niet mag of kan binnen de wet waarmee er minder onduidelijkheid is over of iets grensoverschrijdend is of niet. Én dat er geen ongelijkheid is tussen de steden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de grondbeginselen van een rechtsstaat?
Wat hoort NIET thuis bij een rechtsstaat?
Scheiding van de machten
Grondrechten zijn in de grondwet vastgelegd
Legaliteitsbeginsel
Om de overheid onbeperkte macht te geven over de burgers
Dat je als burger het recht hebt om eigen rechter te spelen. 
De wederzijdse rechten en plichten van overheid en burger zijn vastgelegd in de wet
De overheid op elk moment een opgelegde straf kan verhogen  

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

INLEIDING RECHTSSTAAT
LEGALITEITSBEGINSEL H3
MACHTENSCHEIDING H4
GRONDRECHTEN H2
RECHTERLIJKE CONTROLE H5, 6 en 7
DEMOCRATIEBEGINSEL => DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT
(thema parlementaire democratie: periode 3)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FILPMPJE
WAT IS HET DOEL VAN MACHTENSCHEIDING
WELKE 3 MACHTEN WORDEN ONDERSCHEIDEN?
WAT ZIJN DE KENMERKEN VAN CHECKS AND BALANCES?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

wat is het doel van 'machtenscheiding?
A
dat de Eerste Kamer niet overheerst binnen ons parlementaire stelsel
B
dat de Tweede Kamer niet overheerst in ons parlementaire stelsel
C
dat de koning wordt gecontroleerd
D
om machtsmisbruik van de overheid te voorkomen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 machten worden onderscheiden als het gaat om de Trias Politica?
A
Wetgevende-, Beslissende -en Raadgevende macht
B
Rechterlijke-, Internationale- en Wetgevende macht
C
Wetgevende-, Uitvoerende- en Rechterlijke macht
D
geen van deze 3

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

machtenscheiding

wetgevende macht - het parlement
rechterlijke macht - de rechters
uitvoerende macht - de regering


TRIAS POLITICA

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

trias politica pagina 47
Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Rechterlijke macht

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken van Checks and Balances?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom "checks and balances"?
* alleen scheiding der machten is niet genoeg
* binnen 1 van de 3 machten kan nog machtsmisbruik ontstaan

=>

Door onderlinge controle (checks) en samenwerking (balances) vullen ze elkaar aan

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT: wie controleert wie?
* Je krijgt meerdere malen een deel van het controle mechanisme te zien
* Zoek in je boek op wat je kunt vinden over dit controle mechanisme
* Vergelijk dit met je buurman / buurvrouw
* Maak een tekening waar je dit invult obv slide checks and balances

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gebruik deze als basis voor je tekening

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe controleert parlement de regering?
Hoe werken ze samen?  zie pagina 116

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe controleert parlement de regering?
Hoe werken ze samen?
CONTROLEREN
* Recht van motie
* Vragenrecht
* Recht van interpellatie
* Recht van enquête
* 1e Kamer: toetsen aan regels en grondwet
SAMENWERKEN: 
* wetsvoorstellen maken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe controleert de rechterlijke macht de uitvoerende macht? pagina 49

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe controleert de rechterlijke macht de uitvoerende macht?
* Bij conflicten tussen burger en overheid oordeelt de rechter over rechtmatigheid van overheids-optreden => rechtsbescherming

* waren ambtenaren bevoegd? 
* waren maatregelen in strijd met de wet?
* is er sprake van willekeur?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de controle binnen de rechterlijke macht georganiseerd?  pagina 49 e.v.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de controle binnen de rechterlijke macht georganiseerd? pagina 49 e.v.


* Hoger beroep (gerechtshof)

* in Cassatie (Hoge Raad)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias politica
Scheiding der machten
Checks and balances
Interne controle

Slide 32 - Tekstslide

Het feit dat burgers parlementen kunnen kiezen is ook een soort controle. Immers als ze niet functioneren kun je iemand anders stemmen
ÉN
* Rechterlijke macht controleert wetgevende macht: toetsen van wetten aan internationale verdragen en grondrechten die daarin zijn opgenomen
* Rechterlijke macht mag regelgeving van provincie en overheid toetsen aan de grondwet
* Parlement toetsen zelf wetgeving aan de grondwet (Eerste Kamer)
* Wetgevende macht kan ook rechterlijke macht controleren door wetten te wijzigen
DOOR ELKAAR TE CONTROLEREN HOUDEN ZE ELKAAR IN BALANS

Slide 33 - Tekstslide

Er gaan stemmen op (Pieter Omtzigt) om zoals in o.a. Duitsland een apart Constitutioneel Hof alle wetten te laten toetsen aan de grondwet
Wat is het hoofddoel van de scheiding der machten?
A
Voorkomen dat concentratie van de macht bij de staat komt te liggen
B
Voorkomen dat alle macht in 1 hand komt te liggen
C
Het voorkomen van machtsmisbruik
D
A, B en C

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie controleert het parlement?
A
De rechterlijke macht
B
Het volk
C
De uitvoerende macht
D
De wetgevende macht

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies